Stuk van de maand: Broek uit Dachau

Elke maand plaatsen we een bijzonder archiefstuk uit onze collectie in de schijnwerpers. Deze keer: Een broek uit concentratiekamp Dachau.

Het Regionaal Archief bewaart vooral papieren – en tegenwoordig ook digitale – documenten. Maar tussen archiefstukken over de Tweede Wereldoorlog wordt ook een dunne linnen broek met blauwe strepen bewaard die afkomstig is uit concentratiekamp Dachau. De broek is duidelijk gedragen: hij is vuil en zit vol gaten. Het was de broek van Rindert van Zinderen Bakker, die in de jaren 1944-1945 gevangen zat in Dachau. Hij overleefde de oorlog en droeg de broek daarna over aan het archief. Rindert heette toen eigenlijk nog Rindert Bakker; pas in 1957 zou hij zijn naam officieel veranderen in ‘Van Zinderen Bakker’, naar zijn grootvader, een bekende socialist.

Rindert (van Zinderen) Bakker in 1953.

Verzetsblad

Rindert (van Zinderen) Bakker kwam oorspronkelijk uit Groningen en werkte aan het begin van de Tweede Wereldoorlog bij het Kadaster in Alkmaar. Hij was net 28 en pas getrouwd toen nazi-Duitsland in mei 1940 Nederland binnenviel. Tijdens de oorlog ging Rindert voor het verzet werken. Vanuit het gebouw van het Kadaster aan de Gedempte Nieuwesloot publiceerde hij het verzetsblad Robu (Roze Bulletin), later voortgezet als De Vrije Alkmaarder. Dat deed hij samen met een joods echtpaar, dat hij hielp onderduiken op de zolder van het Kadaster.

Begin 1944 werd Rindert vanwege zijn illegale activiteiten opgepakt. Hij kwam eerst in Kamp Vught terecht en werd in mei op transport gezet naar concentratiekamp Dachau. In dat kamp, in het zuiden van Duitsland, zaten onder meer politieke tegenstanders van het naziregime en verzetsmensen gevangen. Rindert moest er als dwangarbeider werken in de fabriek van vliegtuigbouwer Messerschmitt. De gevangenen droegen gestreepte kampkleding van dun linnen, met daarop een identificatienummer. Op Rinderts rechter broekspijp was het nummer H69227 genaaid. Een rode driehoek gaf aan dat hij een politieke gevangene was; een H dat hij uit Holland kwam.

Barakken in concentratiekamp Dachau.
De kampbroek uit Dachau van Rindert (van Zinderen) Bakker in het archief.

IJzige winter

Die dunne kampkleding moesten de gevangenen ook tijdens de ijzige winter dragen. Rindert van Zinderen Bakker schreef in De Vrije Alkmaarder van 22 december 1945 over de koude kerst die hij het jaar daarvoor doorbracht in Dachau. Er lag een dik pak sneeuw en het vroor dertig graden. In de barak brandde geen kachel. Rindert en zijn vriend Aart liepen heen en weer om op te warmen en praatten over hun leven. Zij gaven elkaar ‘een boodschap mee voor vrouw en kind, voor het geval één van ons thuis mag komen en de ander niet.’ Want: ‘Vele van onze kameraden zijn gestorven, luizen en typhus bedreigen onze ondervoede lichamen iedere seconde.’ Tienduizenden van de gevangenen overleefden hun verblijf in Dachau inderdaad niet.

De kampbroek uit Dachau en het mes van Rindert (van Zinderen) Bakker in het archief.

Rindert van Zinderen Bakker keerde na de bevrijding terug naar Alkmaar. Zijn broek bracht hij toen onder bij het archief, samen met een mes dat hij in het kamp stiekem bij zich had gedragen. Dat was erg gevaarlijk; als hij ermee was betrapt had hij de doodstraf kunnen krijgen. De broek en het mes worden nu als stille getuigen bewaard in de Collectie Documentatie Tweede Wereldoorlog van het archief. Voor het Archievenblad, het tijdschrift voor de archiefsector, schreef Lisette Blokker, coördinator dienstverlening bij het Regionaal Archief, een stukje over deze bijzondere broek.

Detail van de broek.

Wethouder

Rindert van Zinderen Bakker ging na zijn terugkeer in Alkmaar de politiek in. Hij werd gemeenteraadslid voor de Partij van de Arbeid en in 1946 wethouder van onderwijs. Later werd hij burgemeester van Westzaan en Koog aan de Zaan. Hij overleed in 1993.

Gevangenekaart van Rindert Bakker uit concentratiekamp Dachau. Arolsen Archives.
Niet alleen documenten in het Regionaal Archief Alkmaar.

test