Spoorbuurt en pooiers in de clinch

Buurt in verzet tegen bordelen

Als men aan prostitutie in Alkmaar denkt, dan wordt als snel aan de Achterdam gedacht. In de jaren zeventig was het straatje echter niet de enige plek in Alkmaar waar je terecht kon voor betaalde seks. Een korte tijd konden mannen ook aan hun trekken komen in de Druivenlaan, een smal straatje in de Spoorbuurt. Als het aan ‘Zwarte Pierre’ had gelegen, was de Druivenlaan zelfs de grote concurrent van de Achterdam geworden. Het liep echter anders.

De Druivenlaan, gezien vanaf de Snaarmanslaan.  Druivenlaan met vervallen pandjes  Druivenlaan

Het begon er allemaal mee dat het bedrijf dat de kamers op de Achterdam exploiteerde moest worden opgeheven in opdracht van de Officier van Justitie. Martinetti (bijnaam ‘Zwarte Pierre’), huurde van dat bedrijf de kamers, die hij vervolgens weer onderverhuurde aan raamwerkers. De kamers kwamen nu onder andere in handen van Amsterdamse souteneurs. Pierre moest op zoek naar een andere plek. Hij had zijn oog laten vallen op twaalf pandjes in de Druivenlaan. Nummer 22 zou als eerste een bordeel worden voor drie tot vier vrouwen. Jaap Heemskerk, secretaris van het wijkcomité Spoorbuurt, was onaangenaam verrast. In Alkmaarsche Courant van 23 oktober 1973 waren pittige en duidelijke woorden van Jaap te lezen: “De stemming in de wijk is erg gespannen…. Diverse buurtbewoners hebben de mouwen al opgestroopt. Ze hebben erg grote handen.” Volgens Jaap had Martinetti dan ook eerst met de buurbewoners moeten spreken want dan hadden ze hem duidelijk kunnen maken: “Pierre, als je toch wilt doorzetten, kom je de spoorbuurt wel in, maar je komt er nooit meer uit.” De toon was gezet. 

Stiptheidsacties

De gemeente kon de komst van de bordelen niet verhinderen, maar kondigde in maart 1974 wel nieuwe maatregelen aan die hinderlijke neveneffecten moesten tegengaan. De politie ging vaker patrouilleren en de dienst Bouw- en Woningtoezicht ging stiptheidsacties houden met betrekking tot de naleving van regels, onder andere rondom verbouwingen. In de eerste week na de afkondiging van de maatregelen werd het plaatsen van een groot venster in een bordeel al tegengehouden vanwege het ontbreken van vergunningen. Ook werden er processen verbaal uitgeschreven voor het overtreden van de wet op de zondagsrust. De gemeente riep omwonenden op om alle bouwactiviteiten in de gaten te houden en te melden. Prostituees die te uitdagend of bloot achter de ramen zaten, werden door de politie bekeurd op de grond van de algemene politieverordening.

Bordelen in al bewoonde huizen

Ondertussen werden steeds meer huizen opgekocht door de souteneurs. Dat waren vaak huizen waar nog gezinnen in woonden, maar die dus nu een andere huisbaas kregen. Door bordeelhouders werd ondertussen via een flyer reclame gemaakt voor ‘massagehuizen’ in die woningen. Volgens het Wijkcomité Spoorbuurt een overduidelijk vorm van intimidatie om mensen hun huis uit te krijgen. Bewoners van de Spoorbuurt waren laaiend en sommigen stonden op het punt fysiek geweld te gebruiken tegen de bordelen. Het wijkcomité kon gelukkig rust behouden en een speciale anti-prostitutiegroep ging dagelijks bordeelbezoekers fotograferen, nummerborden noteren en zelfs geluidsopnamen maken. Pogingen om met infrarood foto’s te maken van ‘hoerenlopers’ mislukte, maar dat weerhield de pers er niet van het toch als voldongen feit te presenteren. Tot diep in de nacht werd er wel wacht gehouden en bijzonderheden doorgegeven aan een centrale post.

 reclameflyer massage  roze poster   kaartje Druivenlaan

Vlam in de pan

Op 11 juni 1974 ging het helemaal mis. Er ontstond die avond een ‘krachtmeting’ tussen bewoners van de Druivenlaan en de bordeelhouders. Het verhaal was dat een pooier ontevreden was met de inkomsten van één van zijn dames en dreigde haar in elkaar te slaan. Enkele bewoners van de Druivenlaan wilde de boel sussen, maar dit maakte het alleen maar erger. Bewoners van het straatje, die verderop op de stoep voor hun huisje rustig zaten toe te kijken, kregen te horen van de pooiers: “Ga naar binnen of we halen binnen een kwartier versterking om jullie in elkaar te schoppen.” De pooiers scheurden vervolgens met hoge snelheid in hun ‘pooierbak’ weg. Meerdere provocaties volgde elkaar op. Bordeelhouders kwamen met grote messen op de mensen af er werd flink gedreigd en een bestuurder van één van de ‘pooierbakken / hoerensloepen’ probeerde met hoge snelheid op mensen in te rijden. Ondanks dat de politie inmiddels was gearriveerd hielden de bordeelhouders niet op met dreigen. “Ik ga mijn blaffer halen en schiet je direct kapot of ik rij ze hartstikke dood.”, kreeg men te horen. Opvallend genoeg had ook ‘Zwarte Pierre’ de politie gebeld. Hij voelde zich niet meer veilig. Iets later werden gemeenteraadslid Piet IJssels en Jaap Heemskerk in de Snaarmanslaan bijna overreden door handlangers van de souteneurs. Een bewuste actie zo leek het, want achteruitrijdend probeerde de auto daarna weer op de mannen in te rijden. Het wijkcomité Spoorbuurt schreef die nacht nog een vijf pagina tellend persbericht (PDF, 349 kB) en de dagen erna stonden de (landelijke) kranten er vol van. Er werd zelfs over de ‘affaire-spoorbuurt’ gesproken in de Tweede Kamer. Ondanks dat sommige kranten schreven over revolutie in Alkmaar en oorlogen met souteneurs, vond de commissaris van de politie dat de voorvallen niet zo opgeblazen moesten worden. Juist de ‘sensatieverhalen’ zouden voor problemen zorgen.

snaarmanslaan  krantenkoppen juni 1974  Pierre Martinetti 1974

De inkomsten van de souteneurs liepen ondertussen steeds verder terug. Door de acties van het wijkcomité werden de prostitutiebezoekers uit de anonimiteit gehaald. Die zaten daar natuurlijk niet op te wachten en zochten hun heil elders. Vanuit Martinetti kwam nog het voorstel om alle prostitutiehuizen te concentreren in het achterste deel van de Druivenlaan en er een grote muur te bouwen. Dat was een kansloos voorstel. Het wijkcomité wees elke vorm van prostitutie in de wijk af. Het duurde niet lang voordat er van de bijna twintig prostituees nog maar twee over waren en de bordelen op de rand van faillissement stonden.

Relletje met de krant

Nog even was er een relletje tussen het wijkcomité en het Noordhollands Dagblad. Het eerdergenoemde voorstel van Martinetti werd namelijk afgedrukt in die krant. Dit tot groot ongenoegen van Jaap Heemskerk. Die trok de integriteit van de krant in twijfel en vond het “...een merkwaardige medewerking aan de pooiers die de wijk verpesten.” De krant vond dat die in zijn recht stond en ook als taak had beiden partijen aan het woord te laten. Het achterhouden van informatie, zoals Jaap Heemskerk wilde, wilde men niet. Nog even refereerde de krant naar het verleden van Heemkerk als oude-medewerker van de krant ‘De Vrije Alkmaarder’ en dat hij toch beter zou moeten weten.

Ook de gemeente zag niks in het voorstel om een deel van de Druivenlaan om te bouwen tot prostitutiestraat. Burgemeester Roel de Wit wilde echt van de prostitutie daar af. “We kunnen niet tolereren dat de prostitutie als een kankergezwel het rehabilitatieplan voor dit stadsdeel als woonbuurt aantast.", aldus de burgemeester. Het gemeentebestuur besloot toen om bordeelpanden te gaan opkopen.

‘Bom’ aan de deur

Het einde leek in zicht van de problemen in de Spoorbuurt, maar niet voordat Jaap Heemskerk nog een tikkend pakketje aan zijn voordeur aantrof. Gevreesd werd voor een bom. De Explosieven Opruimingsdienst kwam er speciaal voor naar Alkmaar. Nadat het pakketje onder een stapel strobalen op het schoolplein van de tegenovergelegen Belloschool tot ontploffing was gebracht, bleek het loos alarm. Het was een nepbom bestaande uit een baksteen en wekker. Voor Heemkerk een duidelijk teken van intimidatie. De politie was er niet zo zeker van, een misplaatste grap kon het ook zijn geweest. De laatste stuiptrekking van de bordeeleigenaren was een actie om gastarbeiders naar de wijk te lokken voor een bezoekje aan de dames van lichte zeden. Deze buitenlanders zouden geen weet hebben van de problemen in de wijk en makkelijke potentiële klanten kunnen zijn. Het Wijkcomité Spoorbuurt kreeg hier lucht van en verspreidde in het Turks, Spaans, Marokkaans en Joegoslavisch stencils onder buitenlandse werknemers. Hierin werd opgeroepen de Druivenlaan te mijden. Met succes, want geen buitenlandse, maar ook geen Nederlandse klanten kende de Druivenlaan de daaropvolgende dagen.

Snaarmanslaan 2021  brief aan buitenlandse werknemers

Half juli 1974 was het dan echt over met de prostitutie in de Spoorbuurt. De gemeente ging de laatste bordeelpanden op Druivenlaan 3,5,9,11,13 en 22 opkopen voor totaal 125.000 gulden en Martinetti en consorten verlieten de stad. De Spoorbuurt had zijn rust terug. In 1975 leek het toch weer even hommeles in de wijk. Het was alleen niet echt. Deze keer was het een reconstructie van de bewuste avond van 11 juni 1974. Dit vanwege de nog lopende rechtszaak tegen Martinetti in verband met zijn bedreigingen naar Jaap Heemskerk. Eis: zes maanden cel, waarvan twee voorwaardelijk.

Het lot van 22

De woning waar het allemaal mee begon, Druivenlaan nummer 22, kwam in augustus 1974 officieel in handen van de gemeente. Ze betaalde daarvoor 25.000 gulden. Een goede koop dacht men, want met de tijd zou de status van de Druivenlaan wel stijgen en dus de prijzen van huizen ook. De eigenaar had oorspronkelijk ook nog eens 30.000 gulden gevraagd. Nog voordat de gemeente wat met het huis kon gaan doen werd het echter gekraakt door een familie en waren er sterke vermoedens dat het pand weer een bordeel zou worden. De krakersfamilie werd gedoogd tot december 1974, toen ze konden verhuizen naar een door de gemeente toegewezen woning. Het huis dat ze achterlieten was compleet uitgewoond en eigenlijk onbewoonbaar geworden. Het gebruik als bordeel had de woning ook geen goed gedaan. Zo was de keuken omgebouwd om dienst te doen als ‘werkkamer’. Het herstellen van de woning kostte de gemeente 26.000 gulden en het ombouwen tot kantoortje voor het Projectbureau Rehabilitatie Spoorbuurt nog eens 12.500 gulden. Uiteindelijk konden in november 1975 de eerste medewerkers plaatsnemen achter hun bureau.

Druivenlaan 22 projectubureau  Druivenlaan 22 in 2021

Meer lezen?

Voor wie een bijna volledig overzicht wil hebben van de gebeurtenissen rondom de Druivenlaan, kan op de studiezaal (als deze weer open is) van het Archief het zogenaamde 'Ros-boek' inzien. In dit boek uit 1976 zijn veel krantenartikelen en documenten van het Wijkcomité Spoorbuurt verzameld. 

ros boek

 

 

test