Hekserij in Alkmaar en omgeving

Afgelopen juni verscheen er een pamflet waarin onder meer door de bekende schrijfster Susan Smit werd gepleit voor een Nationaal Heksenmonument. Ook internationaal zijn er bewegingen die de slachtoffers van de heksenjachten hun stem terug willen geven. Eeuwenlang zijn er tienduizenden mensen, voornamelijk vrouwen, veroordeeld, gemarteld en geëxecuteerd. Het pamflet wijst erop dat dit nog steeds diepe impact heeft op hoe vrouwen worden gezien en zichzelf zien.

Allemaal zijn we opgegroeid met de stereotiepe beelden van de heks, zoals de Walt Disneyheksen van Sneeuwwitje en Doornroosje en de heks Eucalypta bij Paulus de Boskabouter. Allemaal heksen die voldoen aan het stereotype beeld van oude, zonderlinge vrouwen met een apart uiterlijk. Nog steeds worden vrouwen die om wat voor reden dan ook bedreigend overkomen vaak voor ‘heks’ uitgemaakt. Het woord ‘heks’ heeft ook een veel negatievere klank dan de mannelijk equivalent ‘tovenaar’.

kasteel met heks  Maria en Ursula van Beckum door Jan Luyken

In de periode tussen 1450 en 1680 vonden de meeste heksenvervolgingen in Europa plaats. Er werd daarbij flink wat afgemarteld en geëxecuteerd. Volgens schattingen zouden er tussen de 30.000 en 60.000 mensen zijn vermoord op beschuldiging van tovenarij, 80 tot 85 procent daarvan was vrouw. Het betrof daarbij vooral oudere, alleenstaande arme vrouwen of weduwen.
In Nederland hebben er, voor zover bekend, 250 terechtstellingen van heksen plaatsgevonden, waarvan 37 in het huidige Noord- en Zuid-Holland. In de archieven zullen wellicht meer zaken verborgen zitten, en sommige slachtoffers zullen helemaal geen sporen hebben achtergelaten.

In Alkmaar en omgeving zijn tot nu toe een kleine twintig gevallen bekend van vrouwen die van hekserij beschuldigd zijn. Soms werden de vrouwen alleen uitgescholden voor heks, soms werden er concrete beschuldigingen van tovenarij geuit. Ook al volgde er geen rechtszaak of straf, een beschuldiging van hekserij had dat grote impact op je leven. Men was bang van je, je werd gepest of gemeden. Vandaar dat er van een serieuze beschuldiging vaak getuigenverklaringen werden opgenomen bij de notaris. Die zouden dan als bewijs kunnen dienen in een eventuele rechtszaak, of zouden die juist moeten voorkomen. De beschuldigingen van Alkmaarse vrouwen vinden we alleen in die verklaringen terug: slechts in een paar gevallen leidden de beschuldigingen tot een rechtszaak, en in die gevallen werd de vrouw alsnog vrijgesproken. Voor zover bekend zijn er dus geen vrouwen terechtgesteld als heks in Alkmaar en omgeving.

In de val gelokt

Zo was er het geval van Abil Claas, die al lange tijd aan kwalen leed. Die kwalen leken minder erg te zijn als haar buurtgenoot, de vroedvrouw Lijsbeth Jacobs, niet in de buurt was. Lijsbeth zou dus wel een heks zijn die haar betoverd had. Abil vertelde dat rond, en dat leidde in 1671 tot een poging om Lijsbeth te ontmaskeren. Lijsbeth werd gevraagd bij Hendrick Dircxsz langs te komen, en bij binnenkomst zag zij op de vloer en aan de wand kruisjes getekend. Geloofd werd dat hierdoor heksen het vertrek niet meer konden verlaten. Bij binnenkomst werd er ook zout op haar rug gegooid. Lijsbeth was dus min of meer in de val gelokt. Ook waren jongelui opgejut om stenen door de ruiten van Lijsbeth te gooien. Het bleek dat Lijsbeth al anderhalf jaar lang ‘gekweld’ werd door de kwaadsprekerij van Abil Claas. Lijsbeth verliet gewoon de kamer, maar bij de notaris hield Abil vol dat Lijsbeth een ‘kol’ was.

Interieur met links een heks,   Heksen geven baby’s aan de duivel

Anders was het bij Valck Cornelisz. Die had in een dronken bui (‘door den grooten dronck’) zijn schoonmoeder uitgemaakt voor ‘kol’. Toen zijn vrouw, Guijerten Cornelisdr hiervan hoorde, ondernam zij gelijk actie. Zij stuurde haar man naar zijn drinkmaten, tegen wie hij moest zeggen dat hij alles had gelogen en dat hij er spijt van had. De twee drinkmaten werden door Guijerten vervolgens verzocht om hiervan een verklaring op te laten tekenen bij de notaris. Probleem opgelost.

Dat ging niet zo bij Haesgen Heindricx. Zij werd in 1630 door de spinnewielmaker Claes Theusz ervan beschuldigd dat zij zijn moeder zou hebben betoverd. Haesgen nam daarop de notaris in de arm, die Claes zou moeten dwingen om zijn woorden terug te nemen, anders zou Haesgen hem ‘bij middelen van justitie’ aanpakken. Claes hield echter voet bij stuk, en verklaarde dat Haesgen niet alleen zijn moeder had betoverd, maar ook ‘slooten can openen, zonder sleutel, dat se open barsten’. Waar de beschuldiging toe geleid heeft, weten we niet.

Geen boter door heks

Guyert Jacobs had in 1638 meer succes met haar verdediging. Het lukte haar buren maar niet om van hun melk boter te maken. Guyert zou daar de oorzaak van zijn, zij zou een ‘col of toovenaresse’ zijn. Guyert vroeg een notaris om de buren te bezoeken in de hoop dat ze de beschuldiging dan zouden intrekken. De notaris noteerde, dat de buren Guyert helemaal niet hadden beschuldigd, zij hebben haar alleen gevráágd of ze een ‘col’ was. Blijkbaar was dit voldoende voor Guyert.

Lijsbet Sijmons een ‘bedaeghde oude maget’, had weer minder succes in 1649. Slager Almert Dircxsz had haar uitgescholden voor ‘col’ en ‘tovenaresse’ en haar beschuldigd het paard van zijn zoon te hebben betoverd. Hij wilde dat zij het paard zou zegenen, om de betovering te verbreken. Toen hij door de notaris hiermee geconfronteerd werd, riep hij dat Lijsbet een ‘sakermens (=vervloekte) hoer’ was, en ‘sij magh eens in mijn naers (=aars) blaesen’. Kortom, veel spijt had hij er niet van.

verklaring Almert Dircx

In 1632 werd Neel Bouten van hekserij beschuldigd. Zo had een van haar buurvrouwen haar in een ruzie toegeroepen: ‘Ghij sijt een col, een nachtvliechster, gevleugelde duyvel(shoer), ghij heeft mijn kint betovert’. Ook zou ze de zwangere huisvrouw van Arent Stoffels hebben betoverd. Arent ontkende dat hij haar beschuldigd had, en daarna bleek dat Neel ook niet op haar mondje was gevallen. Ze maakte hem uit voor ‘schelm, guyt en gauwdieff’, en riep: ‘Het hout waar gij aan zult hangen, staat al te drogen!’ Dat Neel werd beschuldigd van sexuele betrekkingen met de duivel was een extra zware beschuldiging. Ook van deze zaak kennen we de afloop (nog) niet.

Verzonnen verhaal

Dat het bijgeloof rond de hekserij door de tijd steeds meer verdween, blijkt wel uit het laatste curieuze verhaal uit 1779, dat zich afspeelde in De Rijp. Het dorp was in rep en roer, nadat Maartje de Boer, alias “Pleuns Marij”, had beweerd dat zij bevallen was van een kat. De schout werd erbij geroepen, en op de aangewezen plek werd inderdaad een kat opgegraven. Pleuns Marij werd naar het gerecht in Alkmaar gestuurd, er zou immers sprake kunnen zijn van ‘zuigelingenmoord’. Daar bekende Marij dat ze het allemaal verzonnen had, als arme vrouw had ze blijkbaar gedacht dat ze er beter van zou kunnen worden. Een daad, die zij als ze dat in de hoogtijdagen van de heksenvervolgingen had verteld, zeker tot vervolging en wellicht zelf tot de brandstapel geleid zou kunnen hebben.

Door Paul Post

Lees ook: Hekserij, ontvoering en overspel in notariële akten

test