Tijdens de jaren voor de Tweede Wereldoorlog zwierven velen ontheemd door Europa. Friedrich Reichler uit Oostenrijk was één van hen. Hij liet daarbij een spoor van onbetaalde rekeningen achter. In juli 1934 schreef hij zich in bij Hotel Nassau-Bergen, een week later werd hij gearresteerd in Egmond aan Zee.
Het was in Europa een bijzonder roerig decennium voorafgaand aan de uitbraak van de Tweede Wereldoorlog. Een wereldwijde diepe economische crisis trok zijn droevige sporen, in Duitsland kwamen nationaalsocialisten aan de macht en in Italië de fascisten, er heerste een politiek gestuurde hongersnood in Oekraïne, Oostenrijk werd een dictatuur, een bloedige burgeroorlog woedde in Spanje en de Sovjets trachtten invloed te krijgen in West-Europa. De kranten puilden uit van angstige en bedreigende artikelen, velen zagen de toekomst somber in.
Eén van de gevolgen van al deze deprimerende ontwikkelingen was dat grote aantallen individuen, gezinnen of groepen op drift raakten, op zoek naar betere omstandigheden. Gedreven door angst, armoede, religieuze en/of economische motieven, idealisme of juist defaitisme en soms eenvoudigweg uit blinde paniek. Wetenschappers, arbeiders, studenten, joden, katholieken, oorlogsvrijwilligers, kunstenaars, journalisten en communisten – of combinaties hiervan – reisden van hot naar her en van land naar land. Het is evident dat er zich onder die reizigers soms charlatans bevonden. De Oostenrijker Friedrich Reichler was er daar één van. Flarden van zijn korte, treurige leven zijn in de archieven bewaard gebleven.
Men zij gewaarschuwd
Begin oktober 1932 stond in verschillende lokale kranten door heel Nederland een waarschuwend artikel. In het Hotel van Geffen te Heerlen had een persoon die vertelde op zakenreis te zijn, de boel flink opgelicht. Door de zeer betrouwbare indruk die hij maakte, wist hij bij de hotelier een schuld van 32 gulden te maken, voordat hij spoorloos vertrok zonder te betalen. Deze ‘hotelrat’ had als naam Friedrich Reichler opgegeven en was geboren in 1905 te Wenen. In Heerlen deed hij zich voor als vertegenwoordiger van de Mulhausener Courant. Na aangifte en politieonderzoek via het Oostenrijkse consulaat te Rotterdam, bleek Reichler een zeer geraffineerde en beruchte zwendelaar te zijn. In Oostenrijk en Zwitserland werd hij ook door de politie gezocht vanwege zijn bedrieglijke gedrag. Menig hoteleigenaar was inmiddels gedupeerd. ‘Men zij gewaarschuwd!’ stond dikgedrukt in de krant. De flessentrekker kon worden herkend aan zijn tengere postuur en blonde haren en aan zijn blauwe alpenmuts, zijn bruin colbert kostuum met grijze pullover, en aan zijn lichtgele koffer en bruine aktenmap.
In de zomer van 1934 was het opnieuw raak. Reichler meldde zich bij Hotel Nassau-Bergen te Bergen aan Zee en verlangde een mooie kamer met balkon aan de zeekant. In afwachting van zo’n kamer nam hij in eerste instantie genoegen met één aan de andere kant, een kamer zonder balkon en met uitzicht over het land. Toen na een week bleek dat Reichler nog niet volgens afspraak een deel van de rekening had voldaan én een oplettende hotelmedewerker zijn signalement herkende dat in een ander waarschuwend artikel in een speciaal hotelvakblad had gestaan, gingen alle alarmbellen af. Spoedig werd duidelijk dat Reichler her en der in het kustplaatsje verschillende rekeningen had openstaan die waren gebaseerd op valse voorwendselen. Na wat rondtelefoneren door de heer Zeiler, de bekende hoteleigenaar van Nassau-Bergen, bleek dat Reichler kort daarvoor bij het beroemde Amsterdamse Victoriahotel zich uit de voeten had gemaakt zonder een flinke openstaande rekening te betalen. Aansluitend werd ook duidelijk dat hij twee weken eerder met gesloten beurs de plaat had gepoetst als ingenieur bij Hotel De Burcht te Leiden en tot overmaat van ramp bleek de Oostenrijker eerder in een rusthuis te Bloemendaal, tijdens een nimmer betaald verblijf aldaar, een fototoestel van een zekere meneer Polle te hebben geleend om dit als de bliksem, zonder toestemming, voor tien gulden slinks te verpatsen.
Alias Homms, Greil, Darre
De directie van Hotel Nassau-Bergen besloot in de vroege morgen van maandag 23 juli op te treden tegen deze vreemdeling en zijn kamer werd binnengevallen. Er lagen wat waardeloze spullen en het was een rommeltje, maar van Reichler geen spoor. De vogel was kort daarvoor gevlogen. De politie werd direct gewaarschuwd en burgemeester Van Reenen werd in kennis gebracht van het gebeuren. Deze waarschuwde op zijn beurt direct de politie en burgemeesters van Alkmaar en Egmond aan Zee. En niet zonder resultaat! Kort daarop ging namelijk de telefoon. De burgemeester van Egmond aan Zee, de heer Eyma, had in hoogst eigen persoon de verdachte langs het raadhuis aldaar zien wandelen en hem eigenhandig gearresteerd. Friedrich Reichler verdween, via Bergen waar hij officieel werd herkend en geïdentificeerd, achter de tralies van de gevangenis van Alkmaar.
Na uitvoerig politieonderzoek werd bewezen dat Reichler na een lange zwerftocht door onder andere Zwitserland, Luxemburg, Frankrijk en Nederland velen had bedrogen en daarbij op listige wijze misbruik had gemaakt van het goede vertrouwen van hen. Talloze hotels werden door hem opgelicht, verschillende diefstallen gepleegd en enkele verliefde dames zelfs geëxploiteerd. En wie weet wat er allemaal misschien nog meer had plaatsgevonden tijdens zijn tochten en ongure praktijken waarbij hij regelmatig gebruik maakte van verschillende schuilnamen. In de stukken van de Alkmaarsche arrondissementsrechtbank die worden bewaard in het Noord-Hollands Archief te Haarlem, valt een mooi proces-verbaal over de verschillende kwesties te lezen. Hoewel mr. Schuurman, de verdediger van Reichler, de verdachte een zwakkeling noemde met psychopathische aanleg, eiste de officier een gevangenisstraf voor deze bedrieger van maar liefst drie jaar. Reichler, alias Homms, alias Greil, alias Darre, bekende al het hem in Nederland ten laste gelegde en in oktober 1934 viel de hamer van de rechter: het werd één jaar brommen voor Friedrich.
‘Nalatenschap’
Hoe het de Oostenrijkse zwendelaar verder is verlopen tijdens en na zijn gevangenschap in Nederland is ons onbekend. Zijn naam duikt weer op in enkele documenten bij de Duitse Arolsen Archives, het archief waar online in miljoenen documenten gezocht kan worden die betrekking hebben op de slachtoffers van het naziregime. Friedrich Reichler, van beroep journalist, blijkt uit deze documenten in de zomer van 1941 in de Franse stad Périgueux gearresteerd te zijn geworden vanwege een staatsvijandige houding. Via de gevangenis in Parijs werd hij overgebracht naar de Duitse grensstad Karlsruhe om daar aan de Duitse Staatspolitie overgedragen te worden. Friedrich ging als ‘Schutzhäftling’ met nummer 9584 op 28 augustus 1942 – een week voor zijn 37ste verjaardag – door de toegangspoort van concentratiekamp Buchenwald bij Weimar. Op 10 december 1942 noteerde de kamparts aldaar dat Friedrich Reichler was overleden aan ‘Lungtuberkulose’. De schamele bezittingen van Friedrich waren hem eerder afgenomen in het kamp waardoor zijn ‘nalatenschap’ bestond uit slechts één hemd en één onderbroek. Deze nalatenschap werd op 22 december 1942 per post verzonden naar de Bozner Platz 5 in Innsbruck waar de moeder van Friedrich woonde. Hotel Nassau-Bergen in Bergen aan Zee was op dat moment op last van de Duitse bezetter al maanden gesloten en zou een half jaar later worden gesloopt vanwege de aanleg van de Atlantikwall.
Door Jesse van Dijl