Antieke jeugdverhalen kunnen heden ten dage soms prima dienen als historische bron.
Uitgeverij Kluitman is een typisch Alkmaars bedrijf van 160 jaar oud. Een bedrijf om trots op te zijn. Duizenden kinderboeken zagen het licht in Alkmaar en werden en worden door miljoenen kinderogen verslonden. Maar ook kinderboeken van andere uitgeverijen tellen mee. Hoe antieke vertellingen voor kinderen heden ten dage een historische bron kunnen zijn.
Wie Alkmaar zegt, zegt natuurlijk meteen en in één adem ook Kaasmarkt en AZ, en al heel snel daarop volgt Kluitman. Uitgeverij Kluitman van de kinderboeken. Beroemd in heel het land en geliefd bij ontelbare lezers en vooral lezertjes. Wie is er niet mee opgegroeid?
In 1864 opende Pieter Kluitman aan het Verdronkenoord in Alkmaar zijn boekhandel, waar ook een drukkerij en een boekbinderij waren gevestigd. Een echte uitgeverij dus. Inmiddels alweer tien jaar geleden werd groots het 150-jarig bestaan ervan gevierd met een interessant symposium en een feestelijke receptie. Doe daarbij de publicatie van een schitterend en heel goed leesbaar jubileumboek en het feest is compleet; een uitvoerige beschrijving van de geschiedenis van de uitgeverij, voorzien van ongelofelijk veel mooie illustraties. Een lust voor het oog! Kluitman behoort tot op de dag van vandaag tot de bekendste uitgevers van Nederland. In het bijzonder van kinderboeken. En, ook bijzonder, tegenwoordig weer gevestigd in de Kaasstad.

Series
Eén van de kurken waar de uitgeverij op dreef, vooral in de hoogtijdagen voor de oorlogsjaren, waren de titels die als serie goed verkochten, de zogenoemde kaskrakers. Een seriematige uitgave van grappige, vrolijke, spannende, boeiende en leerzame boeken met telkens een bekend en terugkerend persoon in de hoofdrol. De serie was een uitvinding van Kluitman. Het doet denken aan het moderne verschijnsel van de succesformule van de series bij bijvoorbeeld Netflix; hele volksstammen kijken geboeid aflevering na aflevering, nieuwsgierig naar hoe het toch allemaal zal aflopen met onze helden?
De meest in het oog springende voorbeelden hiervan zijn natuurlijk de avonturen van Dik Trom, Pietje Bell en De Schippers van de Kameleon. Boeiende verhalen in combinatie met vaak heel kunstige illustraties gemaakt door zeer vakbekwame illustratoren zorgden voor een gouden formule. Een groot lezerspubliek keek telkens reikhalzend uit naar het verschijnen van het volgende deel van één van hun helden. Van ‘ontlezing’ was geen sprake, de kinderen stonden letterlijk in de rij voor de deur van de boekhandel wanneer het volgende deel werd gepresenteerd.
Unieke titels
Naast de series werden er ook honderden zo niet duizenden unieke titels uitgegeven. Eveneens vaak bijzonder succesvol en soms tot wel tientallen malen herdrukt. Kruimeltje en bijvoorbeeld Afke’s Tiental behoren tot deze kinderboekmonumenten. Andere titels zijn inmiddels wat meer naar de achtergrond gezakt, maar spreken nog zeker tot de verbeelding. Wanneer ze willekeurig en ongeordend achter elkaar worden opgesomd ontstaat haast een aparte vorm van poëzie: De Zomerzwerftocht van Twee Kampeerders, Een Hollands Meisje op een Engelsche Kostschool, Het Radiospook, De Televisiekelder, Rond den Aardbol per Vliegmachine, Het Monster van het IJselmeer, Jaepie, Jaepie en Het Badreisje van Cor Slung. Om maar wat voorbeelden te geven.
Kasten vol boeken
Het archief van de uitgeverij wordt inmiddels bewaard en gekoesterd in het Regionaal Archief Alkmaar, samen met een indrukwekkende collectie illustraties, vaak originelen, van vermaarde tekenaars en kunstenaars. Ook een hele bibliotheek met oorspronkelijke boekuitgaven behoort tot het geheel. Vooral de kasten met al deze duizenden kleurige en herkenbare Kluitmanboeken gooien hoge ogen tijdens rondleidingen voor bezoekers door het archief. Staand voor de stellingen worden direct herinneringen opgehaald aan jeugdjaren bij het zien van de beroemde titels. Met de zaklamp aan lezen in de slaapzak in de tent op vakantie op Texel, met een kopje thee leunend tegen mama op de bank ‘s middags na school of gewoon aan tafel in de klas terwijl alle anderen ook moesten lezen.

Drie Egmonder Juttertjes
Eén bijzonder jeugdboek in de collectie van het Regionaal Archief behoort juist weer niet tot de collectie van Kluitman. Al had dat zo gekund. Het boek sneeuwt een beetje onder hierdoor, is wat minder bekend, staat ook op een totaal andere plank in de kasten in het depot. En dat is misschien een beetje jammer, want wat is het een alleraardigst kinderboek. Omstreeks 1930 geschreven door Jan van Duinen voor jongens van tien tot veertien jaar, zoals het staat genoteerd op een van de eerste bladzijden. De titel is Drie Egmonder Juttertjes.

Bij het lezen van het verhaal valt vrij snel op dat het leesniveau van sommige kinderen in die jaren dertig van de vorige eeuw soms wel heel hoog heeft gelegen. Heden ten dage is de tekst namelijk ook heel goed te doen door volwassenen. Eenmaal op dreef, leest het boek als een trein en boeit het van begin tot eind. Sommige stukken zijn echt heel spannend en maken het tot een ware pageturner. Jan van Duinen, we weten eigenlijk niets van hem maar vermoeden dat het een pseudoniem is van de destijds een beetje bekende kinderboekenschrijver U.G. Dorhout, vertelt het verhaal van drie vrienden. Theun, Willem en Klaas wonen en leven in het Egmond aan Zee in de jaren rond 1900 vlak voordat het een badplaats zou worden. De lezer wordt meegenomen in het wel en wee van het vissersdorp en het verhaal wordt een soort van ode aan de oude en voorgoed verdwenen tijd hierdoor.
Geïnteresseerden in de lokale geschiedenis van Derp zullen hierdoor met nog extra veel plezier de belevenissen lezen. Alle aspecten van het dagelijkse leven passeren de revue. De jongens gaan naar school waar spannend door de meester wordt voorgelezen, halen kattenkwaad uit en zwemmen poedelnaakt in zee, gaan jutten op het strand en brengen brandhout mee voor thuis, gaan met vader mee op de Bomschuit om vis te vangen, stropen konijnen in de duinen en beleven daarbij heel enge momenten wanneer een uitgegraven konijnenhol instort, krijgen les van de torenwachter Zwart over de geschiedenis van de Vuurtoren en het verhaal van Van Speijk dat daarbij hoort, proberen telkens bij hun capriolen uit handen van veldwachter Durkema te blijven en helpen de immer vriendelijke oude Donie de Schelpenvisser, waarbij ze nog heel gevaarlijk vast komen te zitten in drijfzand op het strand.

Beelden voor het geestesoog
Alle hoofdstukken vormen een eigen avontuur en zijn zeer levendig geschreven met aandacht voor detail. Duidelijk wordt dat Jan van Duinen het Egmond aan Zee van die dagen heel goed gekend heeft. Hij moet er veel hebben rondgelopen. Allerlei adressen, personen en specifieke situaties worden mooi beschreven en vormen zo beelden voor het geestesoog van de lezer. Boeiende anekdotes met een lach en een traan, soms wat stichtelijk door de bril van nu, maar van begin tot eind de moeite van het lezen waard. Het laatste hoofdstuk, ‘Een angstige Nacht’, spant hierbij de kroon. Een verhaal op zichzelf dat ons meeneemt naar de gevaarlijke Noordzee. Theun mag in winderig november na vragend aandringen mee met vader op de bomschuit ‘De Vriendschap’, “Toe… ik wil ’t zoo dol graag!” “Nou… vooruit dan maar. De zee zit in het bloed, daar is toch geen houden aan.” In eerste instantie gaat alles kalm en goed en lezen we gedetailleerd over de dagelijkse gang van zaken op zo’n bijzonder zeilschip. Maar dan slaat plots het noodlot toe, een vliegende storm leidt tot schipbreuk. Zeer realistisch en enerverend wordt alles verteld. Na een barre overlevingstocht volgt gelukkig de redding door kranige collega’s helemaal bij De Cocksdorp op Texel. Eind goed, al goed, maar wat was het spannend!
Door Jesse van Dijl