De parnassia onder de parken

Wanneer je op de kaart van Noord-Holland zou inzoomen op Bergen aan Zee, valt één plek meteen op. Iets onder het centrum van de kustplaats ligt een groen vlak tussen de duinen: het Parnassiapark. Dit park werd in 1911 aangelegd in een natuurlijke duinvallei in opdracht van Marie van Reenen-Völter. Het zou de eerste heemtuin van Nederland worden.

Het duingebied rond Bergen aan Zee was aan het begin van de twintigste eeuw in bezit van de vooraanstaande familie Van Reenen. Jacob van Reenen, ‘Heer van Bergen’ en later burgemeester, en zijn vrouw Marie van Reenen-Völter kregen in 1903 het eigenaarschap over dit omvangrijke landgoed. De 1500 hectare bestond uit duinen, loofbos, naaldbos en weilanden. Net als veel tijdgenoten wilde ook het echtpaar Van Reenen de omgeving van Bergen moderniseren. Er werd geïnvesteerd in een ontginningsboerderij bij de zee, een huishoud- en industrieschool en een verharde weg vanuit Bergen naar het strand. Waar Jacob van Reenen vooral wilde investeren in de landbouw, zag Marie ook mogelijkheden voor het opkomende toerisme. De boerderij aan zee werd al snel omgebouwd tot café-restaurant, waar steeds meer wandelaars aanklopten voor een kop koffie en een pannenkoek.

Met de groei van het aantal toeristen groeide ook de wens om de nieuwe badplaats verder te verfraaien. In 1906 werd tuinarchitect L.A. Springer benaderd om de nieuw aangelegde weg naar het strand te beplanten met dennen, loofhout en helmgras. Anders dan de duinen van Schoorl, die door Staatsbosbeheer strak werden bebost, wilde het echtpaar Van Reenen de weidse blik op de natuurlijke duinen behouden. Dit verschil in landschapsstijl tussen de bosrijke duinen bij Schoorl en de meer weidse duinen bij Bergen is nog steeds terug te zien. De nieuwe Zeeweg bleek een succes. In de zomer van 1908 werden ruim 14.000 personen met een ‘paardentram’ over de verharde weg naar het strand gereden.

Eigen ontwerp

Een jaar later werd Springer opnieuw benaderd door het echtpaar Van Reenen voor het ontwerp van een villapark aan zee. Rondom het eindpunt van de verharde weg en de geplande stoomtramverbinding naar Bergen aan Zee ontwierp Springer een plan voor 140 vrijstaande huizen met tegenover het station een café, pension en hotel. Hoewel het plan door de gemeenteraad werd goedgekeurd, is het ontwerp van Springer niet uitgevoerd. De toen moderne architect H.P. Berlage werd ook benaderd voor een ontwerp, maar ook zijn ideeën zijn niet geheel overgenomen. Marie van Reenen-Völter vond de ideeën kennelijk te weinig allure hebben en begon aan een eigen ontwerp.

In de duinpan ten zuiden van de Zeeweg werd het nieuwe park gerealiseerd. Marie van Reenen-Völter gaf het de naam Parnassiapark, genoemd naar de zeldzame witte bloempjes van de parnassiaplant. Het park was symmetrisch van opzet, met in het midden drie herkenbare cirkelvormige terreinen. Men kwam het park binnen via een brede trap, die uitkwam in het eerste rondeel. In het midden van dit ronde gazon stond een zeventiende-eeuwse tuinvaas, omringd door zitbanken. In het tweede gazon stond een zonnewijzer en een muziektent en in het laatste rondeel bevond zich een ‘heusch spuitenden’ fontein. Alle wegen waren geplaveid met kalkzandstenen om het stuiven van duinzand te voorkomen. In het park bevond zich verder een stukje natuurlijk bos, een aantal tennisbanen, een theepaviljoen en een botenvijver. Het Parnassiapark moest de badplaats duidelijk een mondainere uitstraling geven.

Heemtuin

Vanaf 1911 werd in het Parnassiapark ook een deel ingericht als botanisch parkdeel met droogte- en vochtminnende duinplanten. Marie van Reenen-Völter had een grote interesse voor inheemse beplanting en was daarnaast ook veel bezig met educatie. Er ontstond een plan om inheemse planten in het Parnassiapark een nieuwe plek te geven, voorzien van bordjes met hun naam. Onderwijzer en natuurbeschermer Jac. P. Thijsse werd benaderd om advies te geven over dit ‘plantenasyl’. Hij schreef hierover in De Levende Natuur: “Het is daarom met bijzonder veel genoegen, dat ik thans onze lezers kan mededeelen, dat de eigenaars van de Berger Duinen besloten hebben, een groote, lage duinpan, in de nabijheid van de zee, geheel in te richten als botanische tuin voor de duinflora. Het is de beroemde Parnassia-pan bij of liever in de élite-badplaats Bergen aan Zee.” De eerste heemtuin van Nederland was een feit.

Op 8 februari 1916 ontving Jacob van Reenen een brief van botanicus A.W. Kloos uit Dordrecht. Kloos kreeg toestemming van het echtpaar Van Reenen “tot het bestudeeren van de zoo rijke Flora uwer duinen en mij daartoe ook buiten de paden te begeven”. Hier werd wel een tweetal voorwaarden aan gesteld. Er mochten geen planten worden uitgegraven en meegenomen én Kloos moest verslag uitbrengen wanneer hij nieuwe vondsten gedaan had. Uit de waarnemingen van Kloos, gedaan in de Bergerduinen in 1915, blijkt dat hij een aantal nieuwe ontwikkelingen had bespeurd. Zo bleek de neottia nidus-avis ofwel het vogelnestje sterk uit te breiden. Het vogelnestje was destijds en is nog steeds een zeer zeldzame plant uit de orchideeënfamilie, die groeit op kalkrijke grond.

 

Duinmuseum

Naast de botanische tuin werd er ook een klein duinmuseum in het park gebouwd. In dit museum werden diorama’s van opgezette vogels en klein wild getoond. Ook eiercollecties, schelpen en andere curiosa stonden hier tentoongesteld. Op 4 juli 1915 werd het duinmuseum officieel geopend. Uit het bezoekersregister, dat van 1915 tot 1929 is bijgehouden, bleek dat de bezoekers niet alleen uit de regio Alkmaar kwamen. Geïnteresseerden uit Den Haag, Antwerpen en zelfs Düsseldorf kwamen het Parnassiapark bewonderen. Het duinmuseum heeft tot aan de Tweede Wereldoorlog gefunctioneerd.

In juli 1955 is het Parnassiapark heropend. De paden werden opgeknapt en veel stukken grond werden opnieuw aangeplant. Het bleef bij een korte opbloei. In 1967 werd een nieuwe poging gedaan op het park nieuw leven in te blazen. Er werd zelfs een klein dierenparkje toegevoegd, maar het mocht niet baten. In 1977 werd het park door IVN Noord-Kennemerland als natuureducatiecentrum ingericht. Deze functie heeft het park nog steeds. De heemtuin is in 2006 hersteld en ook het oorspronkelijke parkontwerp met de drie rondelen is daarbij zoveel mogelijk teruggebracht. Het Parnassiapark is duidelijk van karakter veranderd, maar de ligging in de duinen en de typerende duinbeplanting maken het alsnog tot een bijzondere plek.

Door Loes Ekhart

test