Historische bloembollen in Limmen

In Limmen, aan de Zuidkerkenlaan, in de schaduw van een middeleeuws kerkje en een negentiende-eeuws schoolgebouwtje, ligt de Hortus Bulborum – Latijn voor ‘bollentuin’. Deze bijzondere tuin bestaat sinds 1928 en is sindsdien uitgegroeid tot een kleine bollenschatkamer van anderhalve hectare groot, met 2700 historische tulpen, 950 verschillende narcissen en 120 soorten krokussen en hyacinten.

Het bestaan en behoud van deze intieme hortus is te danken aan de grote inzet van de Limmense onderwijzer Pieter Boschman, die in 1897 geboren werd in Akersloot en als 23-jarige onderwijzer in 1920 de aan de lagere school verbonden woning aan de Zuidkerkenlaan betrok. Boschman had naast lesgeven nog een grote passie: tulpenveredeling en het behoud van historische tulpensoorten. Vanaf 1924, hij was 27 jaar, verzamelde hij zijn eerste historische tulpen in het bescheiden onderwijzerstuintje en wist via kwekers en exporteurs in de regio bijzondere en bedreigde kweeksoorten te bemachtigen. Daarbij werkte hij nauw samen met de plaatselijke afdeling van de Algemene Vereniging voor Bloembollencultuur. De tulp ‘Duc van Tol Red and Yellow’, die volgens overlevering uit 1595 stamt, was in Boschmans tuin te vinden.

Pieter Boschman, ca. 1928. Foto: Stichting Historisch Limmen.
Pieter Boschman in zijn bloembollenmuseum, ca. 1934. Foto: Stichting Historisch Limmen.

In 1928 kon er geen tulp meer bij en zag Boschman met lede ogen aan dat voor nieuw aangeboden en met uitsterven bedreigde tulpensoorten geen plek meer was. Hij zocht contact met een Amsterdamse autoriteit op het gebied van plantenkunde, Willem de Mol, die op dat moment naar een perceel voor zijn collectie historische hyacinten zocht. Nicolaas (Klaas) Blokker, zeer goede vriend van Boschman, bood aan beide collecties bij zijn kwekerij in Limmen, Van ‘t Hof & Blokker, onder te brengen en de Hortus Bulborum was een feit. In de eerste tien jaar na opening wist Boschman de verzameling uit te breiden tot circa vijfhonderd verschillende (antieke) tulpensoorten, waaronder botanische tulpen die niet in de handel maar wel in het wild voorkwamen in onder andere Azië.

Geen dubbelganger

Naast de realisatie van een hortus had Boschman nog een droom: een plek waar de bloembollenteelt aanschouwelijk zou worden gemaakt. Met jeugdvriend Marcelus van Stijgeren startte hij in 1932 met het verzamelen van gereedschappen, preparaten van plantenziekten, kunstmeststoffen, grondmonsters, modellen en foto’s van bollenschuren, kaarten van landen voor export, gegevens over het veilingwezen, vakbladen en nog veel meer. Op 28 april 1934 werd in leegstaande lokalen van zijn school Boschmans ‘Museum voor Bloembollenteelt’ geopend. Acht maanden later, op 11 december 1934, schreef een journalist van het Noord Hollands Dagblad erover: “het bekende museum voor teelt, handel, export, ziekteleer en dus veel meer dan teelt alleen, waarvan er geen dubbelganger in Holland, derhalve ook niet in de hele wereld bestaat”.

Commissie van Beheer van het Museum voor Bloembollenteelt, staande voor het schoolgebouw. Met van links naar rechts: M.J. van Stijgeren, Pieter Boschman, J.J. Nieuwenhuijsen, E.H. Krelage, Jan Valkering, Jb. Schermer en J. Kuijs. Het jongetje is de zoon van Pieter Boschman, ca. 1934. Foto: Stichting Historisch Limmen.

Naast museum en hortus richtte Boschman op 26 november 1934 de Neversie op: de Nederlandse Vereniging tot bevordering der Wetenschappelijke Veredeling van Siergewassen. Daarover zou hij zelf in 1973 schrijven: “De eerste jaren van haar bestaan waren zeer moeilijk in velerlei opzicht. Wat de Neversie beoogde, vond bij velen in ’t bloembollenvak geen weerklank. De veredeling was veelal in handen van particuliere vakmensen en stond vaak zonder wetenschappelijke begeleiding en wat Neversie zo graag wenste was ook door gebrek aan financiën niet te verwezenlijken.”

Oranje boven

Toen Boschman in 1936 werd benoemd tot hoofd van de Openbare Lagere School in Uitgeest, bleef hij museum, hortus en vereniging trouw. Tijdens de oorlog zorgde Boschman ervoor dat kweeksoorten namen als ‘Koningin Emma’, ‘Koningin der Nederlanden’ en ‘Oranje Boven’ droegen en werden hyacinten in rood, wit en blauwe opstelling geplant. In 1949 verhuisde hij naar Naarden om er directeur van de Lagere Tuinbouwschool te worden, maar zijn hart bleef in Limmen. De hortus trok langzaam maar zeker steeds meer dagjesmensen.

Brochure van de Hortus Bulborum, 2024.

Voorjaar 1973 kreeg het bloembollenmuseum tot Boschmans grote vreugde een ruimer onderkomen in de Limmense stolpboerderij ‘Vredeburg’. Hij beleefde de heropening als een kroon op zijn werk want een week daarvoor schreef hij aan een genodigde: “U begrijpt dus dat 28 april voor mij persoonlijk een heerlijke datum zal zijn en natuurlijk ook voor mijn beste vriend Blokker. Dat mijn gedachten dan ook uitgaan naar allen die geholpen hebben dit tot stand te brengen en door hun heengaan deze dag niet mogen beleven (…). Ik denk dat alles uit het schoollokaal nu is verhuisd.” Op 9 mei kopte de Uitkijkpost: “Het nieuwe bloembollenmuseum in de voormalige koestal, is een juweeltje.” Twee jaar later, in 1975, droeg de 78-jarige Boschman het secretariaat van zowel museum als Neversie over aan de nieuwe generatie vrijwilligers. Bij zijn afscheid werd hij geridderd. Hij overleed op 5 februari 1979 in Naarden.

Bollenveld in de Hortus Bulborum, voorjaar 2024. Foto: Chris Houtman.

Historisch Limmen

In 1988 verhuisde de Hortus Bulborum tezamen met kwekerij Van ‘t Hof & Blokker kortstondig mee naar Heiloo om vijf jaar later, in 1993, voorgoed terug te keren naar Limmen. De stichting wist aan de Zuidkerkenlaan een perceel te pachten vlak naast kerk en schooltje, ditmaal voorzien van drainage, een eigen waterbron, monumentaal entreehek en een authentieke bollenschuur annex informatiecentrum. Tientallen vrijwilligers zijn inmiddels betrokken bij het onderhoud van de hortus. En het bloembollenmuseum? Dat is sinds 1994 een aantal malen binnen Limmen verhuisd. Inmiddels is de volledige collectie in beheer bij Stichting Historisch Limmen. Er is geen permanente expositie maar met regelmaat is wel een deel van de collectie te zien. En: de Stichting Historisch Limmen is gevestigd in Boschmans oude school, met uitzicht over de Hortus Bulborum.

Door Annemarie Ettekoven

Uitzicht op het kerkje vanuit het Informatiecentrum bij de Hortus Bulborum te Limmen, voorjaar 2024. Foto: Chris Houtman.

test