Een meer dan 200 jaar bestaand Alkmaars leesgezelschap

Leeslust baart kunde

Het Alkmaarse ‘Leeslust baart kunde’ werd in 1793 opgericht als exclusieve leesclub voor tien heren. ‘Leeslust’ vormde in 1850 een van de ruim achthonderd leesgezelschappen die Nederland telde, waarvan er zeven in Alkmaar waren gevestigd.

Boeken en tijdschriften, aangekocht door een speciaal daarvoor aan te wijzen commissie binnen Leeslust, rouleerden tussen de leden in een strikt voorgeschreven volgorde en werden nadat alle leden ze gelezen hadden eens per jaar geveild. Van de opbrengst kocht men nieuwe werken. Het lidmaatschap was kostbaar voor die tijd en bedroeg tussen 1800-1809 iets meer dan vijf gulden per jaar. Tekorten werden hoofdelijk omgeslagen. Dit soort bedragen vormden echter geen enkel probleem voor de leden; in 1810 behoorden zeven van hen, rijke middenstanders en kooplieden, tot de hoogst aangeslagenen bij de belasting.

Pretoogjes

In de late twintigste eeuw verrichtte historicus Murk van der Bijl minutieus bronnenonderzoek in het archief van Leeslust, dat vanaf de oprichting in 1793 bewaard is gebleven (wat uitzonderlijk mag worden genoemd). Deze erudiete wetenschapper schreef tijdens zijn lidmaatschap van ‘Leeslust’ in de jaren 1985-1994 een uiterst doorwrocht gedenkboek over haar geschiedenis met zeven bijlagen (waaronder een uitgebreide ledenlijst) en notenapparaat. Vanaf 1960 zou hij zijn gehele werkzame leven geschiedenisles geven aan het Christelijk Lyceum Alkmaar dat later, op zijn voorstel, de naam Jan Arentsz kreeg. Van der Bijl was sinds 1970 daarnaast ook hoofd van een bijna alleen door hem opgezette documentatieafdeling aan de subfaculteit geschiedenis van de Vrije Universiteit van Amsterdam. Terwijl de documentatiecollectie onder zijn ijverige handen groeide, bleken collega’s noch studenten er gebruik van te maken. In 1987 volgde een onvermijdelijke reorganisatie en viel na zeventien jaar het doek. Van der Bijl schijnt daar nooit verbitterd over te zijn geweest. Volgens overlevering was hij mild naar collega’s en ‘ondanks zijn eenzame bestaan aan de VU altijd vriendelijk, belangstellend in een ieder, bescheiden (…). Met echte pretoogjes luisterde hij naar je, zijn glimlach verbergend achter de rookwolken uit zijn onafscheidelijke pijp.’ Van der Bijl overleed plotseling in 1994. Tot op de dag van vandaag krijgt ieder nieuw lid van het leesgezelschap een exemplaar van diens Leeslust baart Kunde: 200 jaar leesgezelschap in Alkmaar cadeau.

Ordonnantie en Reglement van het Leesgezelschap onder de zinspreuk ‘Leeslust baart Kunde’, 8 mei 1793 (Regionaal Archief Alkmaar, Archief Leeslust baart kunde).
Lijst van kandidaten Leeslust baart Kunde, aangelegd 21 mei 1828 (Regionaal Archief Alkmaar, Archief Leeslust baart Kunde).

Boetes

Het artikelsgewijze reglement van Leeslust was van begin af aan streng. Aspirant leden werden onderworpen aan ballotage, zoals bij zoveel verenigingen in die tijd. Ook had Leeslust een onmiskenbaar boetestelsel. Zo stond er een boete op het te laat doorgeven van boeken aan de volgende lezer en het niet vermelden van een vlek of scheur. Rond 1800 werd dit laatste nog nader gespecificeerd: als de vlekken of scheuren ‘gelegen waren buiten de letters’ kostte het een stuiver, maar ‘indien gelegen op de letters, de titel of de platen’, twee stuivers. Bij een vergadering later binnenkomen dan exact half zes kostte drie stuivers, na zes uur het dubbele. Bij volledig wegblijven zonder bericht was je tien stuivers kwijt.

Mocht Leeslust in 1793 maximaal tien leden tellen, halverwege de negentiende eeuw was dat aantal inmiddels verhoogd tot maximaal 24. Want: hoe meer leden, des te lager de contributie. Aan het begin van de negentiende eeuw traden steeds meer in Alkmaar geboren juristen en ambtenaren toe en na 1813 volgde ook de adel met prominenten uit voorname families als Collot d’Escury, Van Hogendorp, Van Foreest en Fontein Verschuir. Na 1850 treffen we ook leden uit handelssectoren, industrie en burgemeesters aan. Van een vrouwelijk lidmaatschap wilde men tot 1937 niets weten. Wel konden echtgenotes van een (overleden) lid vanaf 1799 op de achtergrond, via hun man, de aankopen van tijdschriften of boeken enigszins proberen te beïnvloeden.

Wat werd bij Leeslust gelezen? In het begin van haar bestaan vooral theologische en stichtelijke werken, al na enkele jaren gevolgd door ‘schone letteren’, reisbeschrijvingen, dichtbundels, historische werken en boeken van regionale auteurs. Dat men alert was op landelijke stromingen blijkt uit het gegeven dat in 1860 Multatuli’s Max Havelaar bij verschijnen werd aangeschaft, in 1888 publicaties van Tolstoj circuleerden (o.a. Oorlog en Vrede en Anna Karenina) en vele werken van Couperus gedurende diens werkzame leven in de leesmap terechtkwamen. Jubilea werden door Leeslust steevast gevierd met een uitgebreid gezamenlijk diner. Nota’s in het archief van de vereniging vormen een stille getuige hiervan.

Lijst van betaalde onverkochte boeken, mei 1860. (Regionaal Archief Alkmaar, Archief Leeslust baart Kunde)
Rekening kosten 100-jarig bestaan Leeslust in mei 1893 (Regionaal Archief Alkmaar, Archief Leeslust baart Kunde).

Vrouwen toelaten

Het voorstel van enkele bestuursleden om vrouwen tot Leeslust toe te laten als volwaardig lid zorgde in de jaren dertig van de twintigste eeuw voor onderlinge spanningen, omdat een enkeling van mening was dat het gezelschap ook zonder vrouwen prima functioneerde en ‘dat toegeven aan het bestuursvoorstel een ‘attestatio paupertatis’ (bewijs van onvermogen-ed.) was omdat ‘In het huwelijk (…) twee mogelijkheden waren: of de vrouw was een ‘haaibaai’, wat hij voor Leeslust uitgesloten achtte, of in geval van pais en vree, maar dan kon de boekenkeuze in gemeen overleg (lees: met echtgenoot die lid was – red. ) plaatsvinden.’
Tevergeefs: vanaf 1937 waren ook vrouwen welkom als volwaardig lid.

Het voortbestaan van ‘Leeslust’ is diverse malen in gevaar geweest. Zo kreeg de vereniging met de opening van de Alkmaarse Openbare Leeszaal op de hoek Kanaalkade/Kaarsenmakersgracht er in 1908 een geduchte concurrent bij. Ook na de Tweede Wereldoorlog werden activiteiten weer opgepakt, waarbij Van der Bijl verhaalt over het hardnekkig terugkerende punt van irritatie door het vaak te laat doorgeven en zelfs kwijtraken van boeken en tijdschriften, zijns inziens veroorzaakt door ‘erosie van het vroegere boetesysteem en een verminderd gevoel van sociale discipline’.

Jubileumboekje t.b.v. de feestelijke viering van het 100-jarig bestaan op 8 mei 1893 (Regionaal Archief Alkmaar, Archief Leeslust baart Kunde).

Zilveren beker

Maar: ‘Leeslust baart kunde’ overleefde en ieder lustrum wordt nog steeds met een gezamenlijk diner gevierd. De ballotage is nog immer van kracht maar de kosten van het lidmaatschap zijn sterk genormaliseerd. Ook het boetereglement is gehandhaafd maar inmiddels uitermate mild: het overstijgt een enkele euro niet. Over het aantal leden hoeft men zich de komende tijd geen zorgen te maken, er is zelfs een wachtlijst. De gelukkigen onder hen zullen te zijner tijd, tijdens hun installatie ter vergadering, net als in 1793, met een slok rode wijn uit de traditionele zilveren beker, het lidmaatschap bezegelen.

De zilveren drinkbeker, zoals deze nog steeds gebruikt wordt bij installatie van nieuwe leden.

Door Annemarie Ettekoven

test