Huis De Dieu in 1799

"t’Is tans niet aardig in de stad"

In oktober 1799, precies 225 jaar geleden, zat Alkmaar stampvol met militairen. Rondom de stad werd strijd geleverd met een Engels-Russisch invasieleger. De vooraanstaande Alkmaarder Daniël Carel de Dieu kreeg afwisselend Franse en Engelse generaals in huis. Hij schreef erover in brieven die nu bewaard worden in het Regionaal Archief.

Huis De Dieu, tegenwoordig Langestraat 114. Het statige huis werd in 1742 in opdracht van Carel de Dieu gebouwd in de stijl van een Amsterdams grachtenpand.

‘Lieve Mieke,’ schreef Daniël Carel de Dieu laat in september 1799 aan zijn vrouw, ‘Hebbe op gisteren wederom tot inquartiering gekregen de Generaal Maison.’ De Franse adjudant-generaal Maison was ingekwartierd in het statige huis van De Dieu aan de Alkmaarse Langestraat. Sinds eind augustus werd Alkmaar vanuit de Zijpe bedreigd door een grote Engelse krijgsmacht, gesteund door Russische troepen, en de stad was het hoofdkwartier geworden van het Frans-Nederlandse leger. De Engelsen waren bij Callantsoog het land binnengevallen met het doel de revolutionaire Franse bondgenoot van Nederland – toen de Bataafse Republiek – te verjagen en het gezag van het verdreven huis van Oranje te herstellen.

Een brief van Daniël Carel de Dieu geadresseerd aan zijn vrouw Maria (‘Mieke’) Eva van Foreest in Hoorn. Regionaal Archief Alkmaar, archief van de families De Dieu, Fontein Verschuir, Van der Feen de Lille, inv.nr. 121.

Net als vrijwel alle andere Alkmaarders moest Daniël Carel de Dieu een aantal van de duizenden Franse en Bataafse militairen in de stad in huis nemen. Hij bracht generaal Maison onder in de rijk gedecoreerde voorkamer. De assistent van de generaal logeerde op de kamer van de dienstmeiden en de meiden zelf sliepen zolang op zolder, schreef De Dieu aan zijn vrouw, die samen met hun twee dochters en schoonzoon Gijsbert Fontein Verschuir tijdelijk in haar geboortestad Hoorn verbleef. In de stal achter het huis, aan de Nieuwesloot, werden paarden van het leger ondergebracht. Verder was het op dat moment redelijk rustig in Alkmaar, schreef De Dieu. Eerder in september had het Frans-Bataafse leger een uitval van de Engels-Russische troepen tijdens een bloederige slag bij Bergen weten af te slaan. De Dieu hoopte maar dat er snel een ‘eijnde aan ze zaak’ zou komen.

De invasie van het Engelse leger op 27 augustus 1799 bij Callantsoog, getekend door Dirk Langedijk. Collectie Regionaal Archief Alkmaar (PR 1001494).

Kogel in het lijf

Maar op 2 oktober om drie uur 's middags meldde hij aan zijn gezin dat er opnieuw hevig gevochten werd. De afloop was nog onzeker. De slag speelde zich weer vooral rondom Bergen af, maar het gebulder van het geschut was in Alkmaar goed te horen. De Dieu probeerde orde te bewaren in zijn huis en in de stal, maar ‘alles is tans zeer confuus,’ schreef hij. De bij hem ingekwartierde generaal Maison was zwaargewond: hij had ‘een kogel in t’lijf gekreegen’, die er ‘agter uijt gekomen’ was. De Dieu had in allerijl verband weten te regelen voor de generaal, die zijn verwondingen zou overleven. ‘t’is tans niet aardig in de stad,’ verzuchtte hij.

Via het strand wisten Engelse troepen die dag uiteindelijk door te stoten tot aan Egmond aan Zee. Het Frans-Bataafse leger trok zich terug tot Castricum. Diezelfde avond nog verlieten de Franse en Bataafse militairen Alkmaar en de volgende dag marcheerden duizenden Engelse soldaten de stad binnen. De Hertog van York, die het opperbevel had over het Engels-Russische leger, nam zijn intrek in het huis van De Dieu. Een paar dagen later, op 6 oktober, kwam het opnieuw tot een treffen tussen de twee legers, nu in en om Castricum. Het lukte de Engelse en Russische troepen niet om de Frans-Bataafse linie te doorbreken. Ze trokken zich terug in de Zijpe en op 8 oktober was Alkmaar weer in Bataafs-Franse handen.

Engelse troepen in de Langestraat op 3 oktober 1799, getekend door A. Stroo. Aanhangers van Oranje hakken de vrijheidsboom voor het stadshuis om, het symbool van de democratische revolutie van 1795. Collectie Regionaal Archief Alkmaar (PR 1001515).

Drukte en onaangenaamheid

Na het vertrek van de Hertog van York ontdekte De Dieu dat er van alles uit zijn huis was gestolen. De Engelsen hadden onder meer de ‘groote kaart van de uijtwaatering’ meegenomen, schreef hij aan zijn gezin, waarschijnlijk de gedetailleerde kaart van het Hoogheemraadschap van de Uitwaterende Sluizen in Kennemerland en West-Friesland, die de Engelse generaal goed van pas kon komen. Er ontbraken ook twee goede kussenslopen, meldde De Dieu – maar nog tijdens het schrijven van de brief werd een van de slopen met kussen en al teruggevonden.

Nu kregen de Alkmaarders weer Franse militairen in huis en ook bij De Dieu zat het al gauw weer ‘van onder tot boven vol’. Onder meer de brute Franse generaal Vandamme werd bij hem ingekwartierd. De hele inkwartiering viel De Dieu intussen zwaar. ‘Men is tans in t’geheel geen meester van huijs of goed,’ klaagde hij, om van alle ‘drukte en onaangenaamheijd’ maar te zwijgen. Het liep bovendien behoorlijk in de papieren. De eerste dagen moest De Dieu de militairen uit eigen zak voorzien van turf, hout en kaarsen. Na wat onderhandelen hoefde hij alleen nog maar de kaarsen te betalen – maar daar werden er wel heel veel van gebruikt. En het hooi voor de paarden ging er ook razendsnel doorheen.

Protesteren had geen zin. Een heer die in discussie was gegaan met het speciale comité voor de inkwartiering was meteen in de gevangenis gezet, schreef De Dieu. En toen de voorname heer Jan Kloek bezwaar maakte tegen de hoge kosten, kreeg hij voor straf nog twaalf soldaten extra in huis. Zolang de Engelsen in het land waren, zou niemand in Alkmaar gevrijwaard zijn van inkwartiering, constateerde De Dieu.

De slag van 2 oktober beschreven in de Alkmaarsche Courant van 10 oktober 1799: in Alkmaar had men het geschut horen bulderen.

Veel generaals

Op 18 oktober werd er ten slotte een bestand gesloten. De Engelsen kregen tot 30 november de tijd om het land te verlaten. Dat zou dus nog zes weken inkwartiering kunnen betekenen, schreef De Dieu. Hij had intussen generaal Morlot in huis gekregen, die vriendelijker was dan de vorige. De Dieu verbaasde zich wel over het grote aantal generaals: ‘t’loopt hier tans zoo veel generaals, dat t’onbegrijpelijk is’. Hij raadde zijn gezin aan nog maar niet terug te komen naar Alkmaar, ‘want bij ons is wijnig vreugd te beleeven’.

Toch ging het begin november opeens snel. Troepen begonnen de stad uit te marcheren en De Dieu twijfelde er niet aan ‘of ze zulle alle in zeer korte daage wel vertrokken zijn’. Toen ook de laatste officier het huis aan de Langestraat had verlaten, begon de grote schoonmaak. En Daniël Carel de Dieu schreef zijn vrouw en kinderen dat het hem ‘zeer aangenaam’ zou zijn als ze nu zo snel mogelijk naar huis zouden komen.

Door Mariëlle Hageman

De Frans-Bataafse overwinning op het Engels-Russische invasieleger leverde ‘Alkmaer’ – helemaal rechts – een vermelding op de Arc de Triomphe in Parijs op.

test