Twee Egmonder vuurtorens

Het is vrijwel onmogelijk Egmond aan Zee te bezoeken zonder hem te zien. Op de grens van land en water staat hij daar boven op het duin mooi te zijn. Stoer en geruststellend aftekenend tegen de Noord-Hollandse luchten: de sierlijke vuurtoren J.C.J. van Speyk. Wat veel bezoekers van het kustdorp zich vaak niet direct realiseren, is dat er tientallen jaren lang nog een tweede vuurtoren heeft gestaan. Iets verderop boven op het hoge ‘Torensduin’.

In dezelfde periode waarin de officiële reddingmaatschappijen langs de Nederlandse kust en de eerste schepen officieel door het Noordhollandsch Kanaal voeren, dit jaar exact tweehonderd jaar geleden, werd bij koninklijk besluit bepaald dat ook de kustverlichting voor de scheepvaart in Nederland verbeterd moest worden. Al eeuwen brandden er hout- en kolenvuren op de duinen, de zogenoemde vuurboeten, om de schepen te begeleiden in hun reis over zee, maar deze vuurplaatsen werden nauwelijks meer onderhouden. Door allerlei politieke en financiële problemen werd in Egmond aan Zee pas zo’n tien jaar later gestart met de nieuwbouw.

Het huidige uitzicht over Egmond aan Zee vanaf het Torensduin waar tussen 1834 en 1915 de Zuiderlichttoren heeft gestaan. Foto: Regionaal Archief Alkmaar

Scheepsrampen

Het bewijs van de urgentie van nieuwbouw van kustlichten in Egmond werd in 1827 geleverd bij de scheepsramp met het zeilschip Wassenaar. Er waren in de eeuwen daarvoor op de drukke zeilroute van en naar Den Helder al talloze schipbreuken met ontelbaar veel slachtoffers geweest, maar de ondergang van de Wassenaar werd een nationaal trauma. Dit linieschip, een enorme oorlogsbodem en ongeveer de trots van de Nederlandse zeemacht, was pas net vertrokken vanaf de Rede van Texel toen bleek dat het in zeer slechte staat was en het noodlottig misging.

Aan boord van de oorlogsbodem waren 255 man bemanning en zo’n 660 soldaten. In totaal dus meer dan negenhonderd man! Net vertrokken voor een maandenlange reis naar Oost-Indië om daar op Java ‘orde op zaken te gaan stellen’, werd het schip totaal onbestuurbaar in een plotseling opstekende storm. Door sterke stromingen, huizenhoge golven en verraderlijk ondiepten liep het schip met enorme schade vast op een bank voor de Schoorlse Duinen. In eerste instantie verschenen er in de kranten berichten die spraken over 120 tot 140 slachtoffers, uiteindelijk bleken er 23 opvarenden te zijn verdronken. Alle overige werden vaak met gevaar voor eigen leven en op heldhaftige wijze gered door voornamelijk de Egmondse redders en vissers.

Twee torens

Naar aanleiding van deze catastrofe werd besloten in Egmond twee vuurtorens te bouwen. Zo’n ramp als met de Wassenaar mocht nooit meer gebeuren. Niet één, maar twee torens. Dit moest duidelijk het onderscheid verzekeren voor de zeevarenden vanaf het water; Egmond had twee torens, in zowel Den Helder als Scheveningen stond er maar één te stralen. Eén Egmonder toren vlak aan het water, de Noordertoren oftewel de huidige schoonheid Van Speyk, en één Egmonder toren iets naar het zuiden en wat verder landinwaarts, boven op een hoog duin; de Zuidertoren. In 1834 was van beide torens de bouw gereed, werden de lichtwachters aangesteld en de lichten ontstoken.

Rechtsboven de Zuiderlichttoren, gezien vanuit een hoog gebouw aan het Pompplein in Egmond aan Zee. Tussen 1879 en 1892 scheen een rood licht uit deze toren over het dorp.

De eerste steen van de Zuidertoren, een natuursteen met inscriptie, werd gelegd door de vierjarige Teunis Planteydt, zoon van een belangrijke lokale reder. De rest van de toren werd opgetrokken in baksteen. Het bouwwerk telde uiteindelijk vier verdiepingen en werd zo’n dertien meter hoog. Bij de bouw werd met het oog op de brandveiligheid zo weinig mogelijk hout gebruikt en bij de constructie werd daartoe met gietijzeren balken gewerkt. Op de begane grond stonden vier grote oliereservoirs met daarin patent- of raapolie en pas jaren later zou die door petroleum vervangen worden. De lichtwachter droeg zorg voor het blijven branden van de olielamp boven in het gebouw. Talloze malen moest hij daartoe de trappen op en af. Het licht van de olielamp, het was een stilstaand licht dat continu brandde, was bij helder weer tot kilometers ver op zee waar te nemen in het donker. Door de plaatsing van zogenoemde ‘Fresnellenzen’ werd het lichtresultaat van de olievlam verdubbeld en gelijkmatiger bij gelijkblijvend olieverbruik. Eén geweldige prestatie door een geniale Franse uitvinding!

De Zuiderlichttoren in vol ornaat, vlak voor de sloop in 1915. Foto Jonker.

Eén wordt monument

De Noordertoren werd al vier jaar na zijn gereedkomen via koninklijk besluit aangewezen tot monument. Een nationaal monument ter meerdere eer en glorie van luitenant-ter-zee Jan van Speyk, de zeeheld die in 1831 op de Schelde bij Antwerpen liever de lucht in vloog dan zich over te geven aan de Belgische vijand. Samen met zijn bemanning... Het monument kreeg de vorm van een bakstenen graftombe aan de voet van de toren, bekleed met natuurstenen platen en een aantal gedenkstenen, ontworpen door de beroemde Jan David Zocher Jr. De enorme leeuw boven de deur aan de landkant werd gemaakt van gegoten ijzer dat op brons moet lijken naar ontwerp van de eveneens beroemde Louis Royer, die bijvoorbeeld ook verantwoordelijk was voor het gietijzeren beeld van Rembrandt op het Rembrandtplein in Amsterdam.

Hemelsbreed lagen de Zuidertoren en de Noordertoren zo’n vierhonderd meter uit elkaar en wanneer de denkbeeldige lijn tussen beide torens werd doorgetrokken over zee, dan ontstond daarmee de grens waarbij de zeeschepen komende vanuit het zuiden voor anker moesten gaan. Een Egmondse loods kon dan aan boord komen en het schip veilig begeleiden door de gevaarlijke wateren richting Den Helder. Eenmaal daar gearriveerd, ging de loods terug aan wal en ging het schip verder door het Noordhollandsch Kanaal richting Amsterdam. Tegelijkertijd liep de loods zo’n veertig kilometer over het strand naar het zuiden, terug naar Egmond.

Prentbriefkaart van vóór 1915. De foto is genomen uit de Noorderlichttoren kijkend over Egmond aan Zee. Links de Agneskerk, rechts de Zuiderlichttoren.

Rood licht

Na het gereedkomen van het Noordzeekanaal in 1876 werden bij IJmuiden ook twee vuurtorens geplaatst. Om verwarring te voorkomen werden de lichten van Egmond toen voorzien van rode lenzen waardoor het licht boven Egmond roodkleurde. Dit moet een bijzonder romantiserend effect hebben gehad op het dorp in het donker. Verschillende bronnen laten dorpelingen aan het woord die het een heerlijk, warm effect vonden hebben. In 1892 werd uiteindelijk het licht van de Zuidertoren gedoofd en kwam er een einde aan een tijdperk. Het tweede licht was overbodig geworden door de installatie van een draailicht in de Noordertoren. Uiteindelijk zou de Zuidertoren tot 1915 blijven staan, maar toen werd hij tot de grond toe en nog dieper afgebroken.

Prentbriefkaart uit circa 1910 met zicht op de Zuiderlichtoren vanaf de Zuiderstraat. In de titel staat ‘Oude vuurtoren’ aangezien het licht in 1892 definitief werd gedoofd. Daarna bleef de toren nog zo’n 23 jaar staan in weer en wind. Foto Jonker.

Vandaag de dag is het duin waarop de Zuidertoren stond er gelukkig nog wel. Een slingerend pad, een luie trap van 101 treden, moet worden beklommen om de top te bereiken. Tussen prachtige naaldbomen, rozebottelstruiken, duindorens en nog veel meer natuurschoon door, moet een flinke adembenemende inspanning worden geleverd om een werkelijk fantastische beloning te ontvangen. Wat een geweldig uitzicht over de zee en het dorp van Egmond! Uiteraard roept die andere witte vuurtoren als eerste blikvanger alle aandacht: het monument voor Van Speyk. Daarna zien we meteen de Agneskerk, de bebouwing aan de boulevard, alle vrolijke huizen en huisjes, de verschillende monumentale oud-koloniehuizen, de Hervormde Kerk en de Prins Hendrik. In de verte zijn Bergen aan Zee zichtbaar met het Russenduin, Alkmaar, de rookwolken boven Velsen en het schitterende duinlandschap. Wat zal die lichtwachter van de Zuidertoren destijds tijdens een rustige nacht genoten moeten hebben van zijn taak wanneer de olielamp veilig snorde en de slimme Fresnellenzen zorgden voor gezellig rood licht over het slapende dorp onder maan en sterren.

Door Jesse van Dijl

test