In de jaren zeventig en tachtig van de twintigste eeuw groeide er onder vrouwen in Nederland een gevoel van onvrede over hun positie in de maatschappij. Zij bediscussieerden de invloed van cultuur en beleid op hun rechten en zelfbeschikking. In verschillende steden werden vrouwenhuizen opgericht en startten vrouwen eigen bedrijven en collectieven. Zo ook in Alkmaar. De initiatieven van de Alkmaarse vrouwen weerspiegelen de impact en idealen van de landelijke – en internationale – vrouwenbeweging van die tijd.
In november 1967 verscheen in het literaire en maatschappijkritische blad De Gids het artikel ‘Het onbehagen bij de vrouw’ van Joke Smit. Smit beschreef hierin de achtergestelde positie van de vrouw in de maatschappij, als gevolg van haar traditioneel bepaalde rol in het huishouden. ‘De cultuur,’ schreef zij, ‘dat wil zeggen het realisme van het verleden en het heden, heeft voor de man heel andere lessen in petto dan voor de vrouw.’ Haar oproep tot verandering sloeg in als een bom en het artikel wordt tegenwoordig gezien als het startschot van de tweede feministische golf in Nederland.

De tweede feministische golf was een internationale heropleving van het feminisme vanaf de jaren zestig van de twintigste eeuw. Ondanks behaalde verdiensten tijdens de eerste golf, die in de late negentiende eeuw was ingezet, zoals vrouwenkiesrecht en toegang voor vrouwen tot hoger onderwijs, waren er nog altijd duidelijke verschillen tussen man en vrouw. Zo werden werkende vrouwen in Nederland ontslagen zodra ze trouwden, kregen zij minder betaald dan mannen voor hetzelfde werk en konden getrouwde vrouwen niet zelfstandig wettelijke handelingen verrichten.
Kenmerkend voor de tweede feministische golf was de opkomst van actiegroepen zoals Dolle Mina, de verschijning van vrouwenbladen als Opzij en de oprichting van collectieve vrouwenondernemingen. Op lokaal niveau ontstonden talloze initiatieven van en voor vrouwen: vrouwenhuizen, vrouwencafés en vrouwenbedrijven, zoals uitgeverijen en drukkerijen die zich specifiek richtten op vrouwelijke auteurs en vrouwenorganisaties. Binnen het feminisme ontwikkelden zich verschillende stromingen, zoals egalitaire stromingen, radicaal feminisme, socialistisch feminisme en lesbisch feminisme.

Ontmoetingsplek
Wijdverspreide vertegenwoordigers van de tweede feministische golf in Nederland en België waren de vrouwenhuizen: panden die uitsluitend voor en door vrouwelijke vrijwilligers werden geleid en een centrale rol vervulden als ontmoetingsplek voor vrouwen. In 1977 werd ook in Alkmaar een Vrouwenhuis gestart, dat zich na een kraakactie in de voormalige Hogere Burgerschool aan de Paardenmarkt later definitief vestigde in De Vigilantie aan het Verdronkenoord 45. Het Vrouwenhuis kreeg beschikking over de eerste en tweede verdieping. De benedenverdieping werd toebedeeld aan de Federatieve Vrouwenraad, een samenwerkingsverband van diverse vrouwenorganisaties in Alkmaar, waaronder de Nederlandse Bond van Plattelandsvrouwen, het Katholiek Vrouwengilde en de Gereformeerde Vrouwenbond.
Het Vrouwenhuis onderscheidde zich van deze al langer bestaande vrouwenverenigingen door zijn vernieuwende en activistische karakter. Het was niet gebonden aan bestaande instituties, een maatschappelijke groep of een religie en wilde buiten bestaande structuren opereren, in plaats van betere condities voor vrouwen binnen bestaande structuren te scheppen. Naar Amerikaans voorbeeld startte het Vrouwenhuis praatgroepen, waar vrouwen persoonlijke ervaringen deelden en kritisch reflecteerden op de maatschappij. De praatgroepen boden vrouwen een laagdrempelige mogelijkheid om over (bedreigende) persoonlijke situaties te praten, afstand te nemen van hun traditionele rol in het huishouden en veranderingen in hun levens door te voeren.

Naast de praatgroepen organiseerde het Vrouwenhuis praktische cursussen als zelfverdediging en vonden er culturele activiteiten plaats, zoals optredens van vrouwenbands en discussie-/thema-avonden. Hierbij werd vaak samenwerking gezocht met andere vrouwenorganisaties binnen en buiten de regio. Ook op straat was het Vrouwenhuis zichtbaar bij acties en demonstraties in de stad; onder meer bij demonstraties tegen seksueel geweld, seksshops en vrouwenhandel en bij betogingen voor (het regelen van) kinderopvang en de legalisering van abortus. Eén van de grootste acties vond plaats tijdens de landelijke Vrouwenstaking op 30 maart 1981 tegen de voorgestelde abortuswet. Tientallen vrouwen bezetten die dag in Alkmaar de Friesebrug en voerden actie in de binnenstad.
Vrouwenbedrijven
Geïnspireerd door de feministische beweging, startten steeds meer Alkmaarse vrouwen eigen ondernemingen. Eén daarvan was de vrouwendrukkerij Hysterica, die in 1982 werd opgericht vanuit de ambitie om de verspreiding van feministisch gedachtegoed in eigen hand te houden. Enkele jaren later volgden onder meer de oprichting van (Lesbische) Uitgeverij Furie, die werken publiceerde van met name vrouwelijke en lesbische auteurs, en de opening van vrouwencafé Dynamien, dat naast een café ook een broedplaats was van feministische initiatieven.

Vrouwenbedrijven werden bewust als collectief vormgegeven, afstand nemend van traditionele hiërarchische organisaties. Alle werkneemsters werkten er vrijwillig; deels vanuit antikapitalistische idealen, maar ook uit noodzaak: tijdens de economische recessie van de tachtiger jaren heerste er grote werkloosheid en waren er weinig financiële middelen beschikbaar voor betaald werk. Veel betrokken vrouwen leefden van een uitkering, maar kregen via de vrouwenbedrijven met gemeentelijke steun de mogelijkheid om werkervaring en ondernemerschap op te doen.

Ongelijkheid verkleind
Rond 1990 veranderde het karakter van de tweede feministische golf. De focus verplaatste zich van buiten naar binnen de bestaande structuren, confrontaties met het gezag gingen over in dialogen met de overheid en sociale bewegingen veranderden in adviesorganen. Het feministisch activisme was over haar momentum heen. Veel Alkmaarse vrouwenbedrijven sloten hun deuren of gingen op in andere bedrijven wegens tegenvallende financiën, gebrekkige huisvesting, tegenstrijdigheden in het subsidiebeleid, een gebrek aan scholingsmogelijkheden en een behoefte aan betaalde banen. In 1989 stopte de subsidiëring van het Vrouwenhuis en werd De Vigilantie als zodanig gesloten.

Hoe verging het de doelen die de tweede feministische golf nastreefde? De meest recente emancipatiemonitor van het CBS (2022) laat zien dat ongelijkheid tussen mannen en vrouwen wat betreft loonverschillen, economische zelfstandigheid, veiligheidsgevoel en arbeidsparticipatie niet is opgelost, maar wel is verkleind. Hoewel deze onderwerpen een continu punt van aandacht blijven, hebben de feministische broedplaatsen van toen, zoals het Vrouwenhuis en de vrouwenbedrijven, veel bewerkstelligd voor bewustwording bij maatschappelijke organisaties, het bedrijfsleven en de overheid. En daarmee voor de vrouwenemancipatie in het algemeen.
Door Frederiek ten Broeke