Wonder boven wonder

Nog ieder jaar vertrekken mensen vanuit Alkmaar naar Amsterdam voor de Stille Omgang. Van heinde en verre komen gelovigen naar de hoofdstad om mee te lopen. ‘Vereeniging de Stille Omgang te Alkmaar’ verzorgde jarenlang groepsreizen naar Amsterdam voor deelnemers aan de Stille Omgang. Tot de vereniging in 1917 een nieuwe taak kreeg, toen de Stille Omgang in Alkmaar nieuw leven werd ingeblazen.

‘Op den laten avond van zaterdag 22 maart 1919 zouden de Alkmaarsche deelnemers aan de jaarlijksche Ommegang te Amsterdam per spoor van hier vertrekken. Lang voordat het sein tot vertrek werd gegeven, wemelde het reeds van Pelgrims op het perron, welke zoowel uit Alkmaar, als uit de omliggende plaatsen ter bedevaart zouden gaan. (…) Het gaf op het Alkmaarsche station op dat uur een ongewone drukte en de enkele reizigers welke met deze trein zouden meegaan, en niet het flauwste vermoeden hadden wat de rest van het publiek ging doen, konden zich van deze drukte geen verklaring geven.’

De Stille Omgang te Alkmaar, Noord-Hollandsch Dagblad: ons blad, 8 mei 1933.

De secretaris van ‘Vereeniging de Stille Omgang te Alkmaar’ doet in de notulen van 1919 uitgebreid verslag van de bedevaartstocht. Ieder jaar in het weekend na 15 maart vertrok een grote groep deelnemers naar Amsterdam om deel te nemen aan de Stille Omgang. Tijdens deze omgang wordt in stilte de route afgelegd van de middeleeuwse Mirakelprocessie.

Uitgeknipte prent van het mirakel van Alkmaar: een zilveren engel met een schildje waarop drie druppels staan afgebeeld, 1550.

Mirakel van Amsterdam

Deze processie is ontstaan naar aanleiding van het hostiewonder van 1345. In dat jaar kreeg in Amsterdam een ernstig zieke man een geconsacreerde hostie toegediend. Nadat hij de hostie had uitgebraakt in de brandende haard, bleek deze onbeschadigd uit het vuur te komen. Na verschillende pogingen om de hostie onder te brengen in de Oude Kerk, keerde die telkens op miraculeuze wijze terug naar de woning van de oude man.

Detail van het Heilig Bloed-altaar, met de engel en de Zeeuwse schipper in nood, Fotocollectie Monumentenzorg gemeente Alkmaar, 1990.

Op de plek van het Hostiewonder aan de Kalverstraat werd een grote kapel gebouwd, de Heilige Stede, en al snel kwam er een bedevaart op gang. Na de Alteratie van Amsterdam in 1578 werd de Mirakelprocessie verboden. Veel katholieken bleven de route wel ieder jaar lopen, maar deden dit in stilte. Vanaf 1881 werd de traditie in de vorm van een collectieve Stille Omgang nieuw leven ingeblazen. In stilte en zonder uiterlijk vertoon konden de deelnemers ongestoord hun ronde door de binnenstad afleggen.
De Stille Omgang werd een begrip in katholiek Nederland. In veel plaatsen werd een vereniging of een genootschap opgericht, die de bedevaart naar de hoofdstad voor hun geloofsgenoten mogelijk maakten. Voor de vereniging in Alkmaar hield dit met name in dat zij zorg droegen voor geschikt vervoer. Vaak werd er gebruikgemaakt van de trein, maar in de jaren 20 zijn er ook enkele bedevaarten per stoomboot ondernomen.

Muurschildering van de Heilig Bloedprocessie in de Langestraat, boven het ingangsportaal van de Sint Laurentiuskerk, Fotocollectie Monumentenzorg gemeente Alkmaar, 1990.

Per spoor

In 1933 vertrok de vereniging vanuit Alkmaar met de trein van 23.31 uur richting Amsterdam. Met behulp van een extra trein konden ook de deelnemers uit Zijdewind, Noord-Scharwoude, Heerhugowaard en Sint Pancras makkelijk aansluiten op de trein naar Amsterdam. En voor de deelnemers uit Warmenhuizen, Schoorldam en Schoorl werd er zelfs een extra tram ingezet. Voor 1,60 gulden was men vervolgens een halfuur later in de hoofdstad.

Extra trein ingezet voor de Stille Omgang in Amsterdam, 18 maart 1933.

De gehele reis werd begeleid door geestelijk leider M. C. V. Stijn, kapelaan te Alkmaar. Hij zorgde ervoor dat de deelnemers onderweg de juiste ‘predicaties’ hielden. Zo werd er op het spoor tussen Heiloo en Castricum het liturgisch reisgebed gebeden en tussen Zaandam en Amsterdam vijf onzevaders en vijf weesgegroetjes voor de gelovige zielen. In Amsterdam aangekomen vertrokken de deelnemers richting de Rozengracht, waar zij in kerk De Zaaier bijeenkwamen voor de mis. Om 01.00 uur begon de omgang in de Kalverstraat, ter hoogte van de voormalige Heilige Stede.

Heilig Bloed van Alkmaar

Ook in Alkmaar had zich in de late middeleeuwen een wonder voorgedaan. Op zondag 1 mei 1429 begon de kersverse priester Folkert aan zijn eerste mis in de oude Sint Laurenskerk, de voorganger van de huidige Grote Kerk. Hij was erg zenuwachtig. Volgens de overlevering kwam dit door het feit dat zijn inwijding als priester onwaardig was. Folkert zou namelijk een paar jaar daarvoor, in 1426, meegevochten hebben tijdens de Slag bij Hoorn tussen de Hoeken en de Kabeljauwen. Aldaar zou hij enkele mannen gedood hebben. Dit ‘oorlogsverleden’ had Folkert bewust verzwegen, waardoor hij de vereiste dispensatie bij zijn inwijding niet had verkregen.

Programmaboekje van het vijfde eeuwfeest van het Heilig Bloedwonder, 1929.

Gespannen als hij was, liet hij na het nuttigen van de communie een deel van de geconsacreerde witte wijn op zijn kazuifel vallen. Ondanks verschillende pogingen om het schoon te maken, bleef het vocht in de kazuifel zitten. Na de mis heeft men het bevlekte stukje kazuifel weggesneden en verbrand in de open haard. Toen men later het kazuifel wilde herstellen, bleken er vlakbij de uitgesneden plek drie druppels bloed zichtbaar. Ook dat stukje kazuifel werd weggesneden en veilig opgeborgen. Een jaar later verscheen aan een Zeeuwse schipper in nood een engel met in zijn handen het Alkmaarse kazuifelstukje. Het schip zou niet vergaan als de schepelingen het Heilig Bloed van Alkmaar zouden vereren.
De mannen deden wat hen was opgedragen en vertrokken naar Alkmaar. Net als in Amsterdam ontstond ook hier een bedevaartsplaats. Vanaf 1501 kreeg de stad toestemming om een openbare processie te houden door de binnenstad. Er was muziek, ‘pipers ende trompetters’, en er werd zelfs toneelgespeeld door leerlingen van de Latijnse school. Tijdens de reformatorische spanningen in de zestiende eeuw werd de processie door de ‘beroerte van dese tegenwoirdige tijt’ steeds minder vaak gelopen en in 1572 was de laatste openbare Heilig Bloedprocessie.

Stille Omgang van Alkmaar

Het zou nog tot 1917 duren voordat het Bloedwonder, in de vorm van een Stille Omgang, weer vereerd kon worden. Deken M.P.A. Ooms, één van de bestuursleden van de vereniging, was de drijvende kracht achter de eerste collectieve Stille Omgang in Alkmaar. Op de eerste zondag in mei liep men vanaf 05.00 uur ’s ochtends de oude processieweg. De vereniging had er nu een taak bij. De Stille Omgang in Alkmaar bleek al snel op veel bezoekers te kunnen rekenen. ‘De tevoren gevoerde propaganda bleek vruchten te hebben gedragen. Niet minder dan naar schatting 3000 mannen en jongelingen namen aan den Omgang deel.’

Links: Notulen van de Vereeniging de Stille Omgang te Alkmaar, 1915. Rechts: Overzicht van Stille Omgang-verenigingen in Noord-Holland, 1918.

In 1919 werd besloten om de vereniging te formaliseren. De statuten werden gewijzigd; men kon lid worden van het Genootschap en, misschien wel het belangrijkste, de vereniging kon contributie gaan heffen. De ‘feestelijke oprichting van het genootschap van den stillen omgang ter vereering van het hoogheilig sacrament van mirakel van Alkmaar en Amsterdam’ was een feit.
Het archief van de vereniging ligt opgeslagen in het Regionaal Archief Alkmaar. Beide Omgangen worden nog ieder jaar gelopen.

Door Loes Ekhart
Regionaal Archief Alkmaar

test