Gastvrij Bergen

Als in de stormnacht van 1 februari 1953 in Zeeland de dijken breken, overstroomt het grootste deel van Schouwen-Duiveland. Zo ook de polder waar de boerderij van de ouders van de op dat moment vijftienjarige hbs-scholier Rinus van Langeraad stond. De familie Van Langeraad ontvluchtte het huis en Rinus vond tijdelijk onderdak in Bergen. De nu 87-jarige Rinus deelt zijn herinneringen aan deze tijd.

De boerderij van mijn ouders lag in de polder Schouwen, vlak bij het dorp Kerkwerve. Omdat het een grote polder was, steeg het water niet heel snel. Zo konden we voordat het water te hoog stond nog de paarden, koeien en schapen in veiligheid brengen. We vluchtten naar het naburige Noordgouwe en Schuddebeurs, maar ook daar werd de situatie te precair om te blijven. Zo kwamen we terecht in het hooggelegen, droog gebleven centrum van Zierikzee. De stad was als een eilandje omringd door het water van de ondergelopen polders.

Zierikzee in 1953, omgeven door het water van de ondergelopen polders, gezien van de toren richting het noordwesten. Duidelijk is te zien dat de lagergelegen delen van de stad ook ondergelopen waren. Aan de horizon ligt de beboste omgeving van Schuddebeurs. Bron: Gelders Archief.

Na ongeveer tien dagen in de binnenstad van Zierikzee, werd het tijd om de schoolbanken weer op te zoeken. De plaatselijke scholen waren tot nader order gesloten, en met een ophanden zijnde evacuatie moest er buiten het eiland naar tijdelijke vervanging worden gezocht. Mijn tante Nel, die medewerkster was op de Volkshogeschool, nam daarop contact op met de directeur van die instelling, de heer Guermonprez. Hij gaf aan dat mijn broer en ik en twee neven van ongeveer dezelfde leeftijd van harte welkom waren bij zijn gezin, dat woonde in het gebouw van de Volkshogeschool Het Oude Hof aan de Eeuwigelaan in Bergen.

Vergezeld door tante Nel stapten we half februari in Zierikzee op de dagelijkse boot naar Dordrecht, die honderden evacuées naar veiliger oorden bracht. Vanuit Dordrecht reden er bussen naar de Ahoy-hallen in Rotterdam, waar iedereen werd ingeschreven. Tot onze grote verbazing bleek daar ons vervoer naar Bergen een auto van het Koninklijk Huis te zijn, met een AA-nummerbord. De chauffeur in uniform leverde ons ’s avonds laat keurig af op de Volkshogeschool, waar we een warme ontvangst kregen.

Het gezin Broekman met evacués in de zomer van 1953. In het midden de heer en mevrouw Broekman met voor hen, v.l.n.r., hun kinderen Mieke, Truus en Wim. Links boven Hans van Langeraad, broer van de schrijver, en links onder Rinus van Langeraad PJzn., neef van de schrijver. Rechts de schrijver Rinus van Langeraad KAzn. Collectie auteur.

Geen douches

Na ons bij het gemeentehuis van Bergen ingeschreven te hebben, gingen we met tante Nel naar het centrum van de Unie van Vrouwelijke Vrijwilligers (UVV). Daar konden we kleding uitzoeken uit de grote voorraad die door Bergenaren bijeen was gebracht voor de rampslachtoffers. Zij hadden ook een advertentie in De Duinstreek gezet waarin om fietsen werd gevraagd voor ons. De respons was overweldigend, we konden zelfs kiezen. Een fiets was handig, want op Het Oude Hof waren geen douches beschikbaar, waardoor we wekelijks voor een grote wasbeurt waren aangewezen op de veel moderner geoutilleerde Volkshogeschool De Zandhoeve (thans Blooming Hotel), gelegen in de duinen tussen Bergen en Schoorl.

Omdat het echtpaar Guermonprez zelf al vier jonge kinderen had, bleek ons verblijf wel een beetje te veel van het goede. De twee hbs’ers – neef Rinus en ik – verhuisden naar de familie Broekman aan de Buerweg, met als overbuurvrouw de bekende schilderes Charley Toorop. De familie Broekman had drie kinderen, van wie de oudste eveneens naar de middelbare school in Alkmaar ging. Hier verbleven we met veel plezier tot de zomervakantie.

De altijd enthousiast Telegraaf-lezende meneer Broekman was uitgever en daarnaast secretaris van de Vereniging Nederland-Zuid-Afrika, toen nog onder het apartheidsregime. Ook had hij de grootste verzameling poststukken van Nederland, waarover hij een toonaangevend boek schreef. Mevrouw Broekman was een bestuurster. Ze maakte zich onder andere druk over de in Noord-Holland verblijvende ‘ontheemden’, was hoofdbestuurslid van de Nederlandse Bond van Plattelandsvrouwen en gemeenteraadslid voor de VVD. Na het sociaaldemocratische karakter van de Volkshogeschool bleek het een flinke ommezwaai naar de liberaal-gezinde Buerweg.

Spijkerbroek

Bijna dagelijks bezochten wij Het Oude Hof, waar we vaak werden verwend met een dik besmeerde boterham met suiker. We volleybalden met de cursisten, namen deel aan handarbeidlessen en luisterden naar interessante lezingen, onder meer van de KLM-piloot Viruly en zijn echtgenote, de actrice Mary Dresselhuys, en de Bergense kunstschilder/beeldhouwer Jaap Sax.

Het Oude Hof (tegenwoordig Het Hof) aan de Eeuwigelaan in Bergen, 1956.

En dan was er ook nog de Luilakviering, een voor Zeeuwen onbekend fenomeen. We waren echter snel enthousiast en stonden op die bewuste zaterdag voor Pinksteren om vier uur ’s nachts op en gingen, gewapend met pannendeksels en kopspelden (om elektrische deurbellen mee vast te zetten) de buurt in. Rond half zes bereikten we Het Oude Hof, dat nog in diepe rust was. Ik wist binnen te komen en het koord te vinden waarmee de bel boven op het dak kon worden geluid. Het effect was geweldig: binnen de kortste keren gingen de ramen van de slaapzalen open en hingen de cursisten met slaperige koppen ons pannendeksel-concert op die prachtige zomerse morgen gade te slaan.

Tot de zomervakantie fietste ik elke schooldag naar de hbs aan het Canadaplein in Alkmaar. Het was een oud en somber gebouw dat werd omgeven door de altijd aanwezige doordringende chocoladegeur van de nabijgelegen Ringers-fabriek. De voor die tijd gebruikelijke grote afstand tussen leraren en leerlingen zorgde ervoor dat ik aan mijn lot werd overgelaten. Er was geen aandacht voor de grote verschillen tussen de Alkmaarse leerplannen en die van Zierikzee, waardoor ik een achterstand opliep waar ik de rest van mijn hbs-tijd last van had. Wel heb ik goede herinneringen aan mijn medeleerlingen. Nog lang na mijn terugkeer naar Schouwen-Duiveland hield ik schriftelijk contact met een aantal van hen.

Advertentie uit De Duinstreek van 20 februari 1953 waarin gevraagd werd fietsen beschikbaar te stellen voor de twee geëvacueerde hbs’ers uit Zierikzee.

Bijzonder was dat een van mijn medeleerlingen op een dag op school kwam met een spijkerbroek aan. Hij was op dat moment de enige die dit, voor die tijd, vreemde kledingstuk droeg. De geschiedenisleraar vond dit zo spectaculair dat hij de jongen uitnodigde om, boven op een tafel voor de klas staande, ons te tonen hoe zo’n broek eruitzag.

Zwemdiploma

Twee weken na mijn aankomst op de Alkmaarse hbs kon er tijdens de gymlessen afgezwommen worden voor het zwemdiploma A. Ik had nooit zwemles gehad, maar gaf me toch op voor deze proef. Schouwen-Duiveland had namelijk in die tijd geen zwembad waardoor zwemmen werd beperkt tot de zomer in open water. In mijn geval was dat bij en in het landbouwhaventje van Viane, grenzend aan de Oosterschelde. Ongeoefende jongeren werden in het ondiepe gedeelte ‘getraind’ door ouderen onder hen. Dat eindigde met een proeve van bekwaamheid door bij ‘hoog water’, onder toezicht van een oudere, het haventje over te zwemmen. Dankzij deze Viane-ervaring werd mijn deelname aan het diploma zwemmen in het Alkmaarse overdekte zwembad een succes en was ik waarschijnlijk een van de eerste geboren en getogen Schouwen-Duivelanders met een officieel zwemdiploma. We fietsten daarna in het weekend regelmatig richting Alkmaar om daar in ‘De Overdekte’ te duiken. Voor mij een ongekende weelde in het vroege voorjaar, als het Oosterscheldewater nog veel te koud was.

Ansichtkaart van het zwembad De Overdekte op het tegenwoordige Canadaplein, ca. 1937.

Mijn vrouw en ik verblijven zo nu en dan een paar dagen in de omgeving van Bergen, en vergeten dan nooit om langs Het Oude Hof, dat tegenwoordig Het Hof heet, te fietsen, koffie te drinken in het Huis met de Pilaren en een bezoek te brengen aan het museum Kranenburgh. De herinneringen aan meer dan zeventig jaar geleden komen dan weer boven en zijn doorspekt met grote dankbaarheid voor de enorme gastvrijheid van een groot aantal Bergenaren uit die tijd en de positieve invloed die het verblijf op mijn verdere leven heeft gehad.

Door Rinus van Langeraad (Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.)
Gastauteur

test