Hekserij, ontvoering en overspel in notariële akten

Een betoverd paard

Het is 1644. In Egmond aan den Hoef waren bewoners tot in de bovenste balken van een schuur geklommen om zicht te hebben op wat zich af zou gaan spelen. Een oude vrouw, Jannetge Besjes, werd op een kar naar de schuur gereden door de baljuw (een met rechtspraak bevoegde ambtenaar). Binnen stond het paard van een van de bewoners. Jannetge, “die berucht was een tooveres te sijn”, zou dat paard hebben betoverd.

tekst betovering paard

Jannetge moest van de baljuw het paard zegenen – blijkbaar zou dat de schade van de betovering opheffen. De van hekserij beschuldigde vrouw werd onder het toeziend oog van de dorpsbewoners de schuur binnengevoerd en moest op een plank gaan staan. Ze wist niet precies hoe het zegenen in zijn werk gaat, dus vroeg ze baljuw Cornelis van Brinckhofs uitleg. Cornelis zei daarop de woorden van de zegening voor, die Jannetge nazei:

Godt sege dit paert, al dese huysman sijn vee, mede sijn koeyen, sijn schapen, en al dese man sijn huysgesin, in de name des vaders, in den name des zoons, in den name des heyligen geest.

Daarmee was de zaak nog niet afgedaan. Nadat Jannetge had gedaan wat de baljuw van haar vroeg, werd ook haar dochter bevolen het paard te zegenen. De dochter was echter “onwillich sulcx te doen”. Daarop moesten de omstanders prompt de schuur verlaten en werden de deuren gesloten.

afsluiting tekst betovering paard

Wat zich vervolgens in de schuur heeft afgespeeld, dat weten we niet. Iedereen was immers naar buiten gestuurd. Dat we deze gebeurtenissen nu nog terug kunnen lezen, is te danken aan de getuigenis die Alkmaarse boekbinder Jan Volckaerts aflegde aan Alkmaarse notaris Cornelis Spont op 16 november 1644. De getuigenis zou worden gebruikt in een rechtszaak, waarschijnlijk tegen de baljuw Cornelis.

Duizenden akten uit het notarieel archief van Alkmaar, waarin onder meer dit soort getuigenverklaringen zijn opgenomen, zijn nu online beschikbaar. De archieven van alle Alkmaarse notarissen die tot en met 1843 in functie waren zijn gedigitaliseerd en vrij toegankelijk – dus ook de latere archivalia van notarissen die hun beroep in 1843 uitoefenden. Wie onderzoek doet naar voorouders uit de regio of geïnteresseerd is in lokale geschiedenis, heeft nu een prachtige bron voorhanden die vanaf de bank kan geworden geraadpleegd. Dat scheelt een hoop gedoe met microfiches in de studiezaal!

aantekening over de meid in de kantlijn microfiche lezer

Een ander voorbeeld van een interessant stukje notarieel archief is de getuigenverklaring die dienstbode Willemtge Cornelisdochter in 1616 aflegde, op verzoek van de schout. Haar 'bazin' Maritgen Aris was ontvoerd. De dienstbode beschreef hoe zij en Maritgen vanuit Alkmaar op weg waren naar een zieke tante in Eenigenburg. De wagen waarin ze reisden kreeg pech tussen Koedijk en Huiswaard. De voerman van een passerende wagen, ene Crits, bood aan hen mee te nemen. Crits ging ervandoor zodra Maritgen aan boord van de wagen was, zonder haar dienstmeid. Notaris Van der Gheest schreef in de kantlijn van de akte dat de dienstbode Maritgen nog hoorde roepen: “de meyt moet mee, de meyt moet mee!”

De kapotte wagen kon toch weer gebruikt worden en de achtervolging werd ingezet tot Egmond aan Zee, waar Maritges koetsier en dienstmeid de ontvoerders kwijtraakten. Maritgens familie vond voerman Crits later in Delft. Volgens hem waren de ontvoerders van plan Maritgen naar Engeland te brengen en hadden ze een boot gehuurd in Rotterdam. Hoe het is afgelopen met Maritgen, weten we helaas niet.

Zoals de getuigenverklaringen laten zien, geeft het oude notariële archief een prachtige inkijk in het dagelijks leven van de zestiende tot negentiende eeuw in de regio. De inhoud van de aktes is heel anders dan wat we nu gewend zijn van notariële akten. Dat komt doordat notarissen, voor de hervormingen die Frnasen aan het begin van de negentiende eeuw doorvoerde, een heel ander takenpakket hadden dan tegenwoordig. De notaris hield zich niet bezig met de overdracht van onroerend goed, zoals nu. Testamenten en boedellijsten werden wel al door de notaris opgemaakt. Maar daarnaast legden notarissen bijvoorbeeld getuigenverklaringen, ondervragingen en protesten vast die in rechtszaken gebruikt werden. 

Notariële akten in het archiefdepot

Dat alles levert prachtige, interessante bronnen op. De akten over hekserij en ontvoering getuigen hiervan, maar er zijn nog veel meer voorbeelden te vinden. Zoals de verklaring die 18 december 1608 werd afgelegd over het overspel tussen een jonge weduwe en haar minnaar, door de buren van de weduwe. De getuigen verklaarden dat de weduwe regelmatig werd bezocht door ene Jan Pietersz. Vermeer. Tijdens (minstens) een van die bezoekjes bespiedde de buurman de weduwe en haar bezoeker door een gat in de muur. De buurman en zijn vrouw zagen hoe de weduwe zich uitkleedde, hoe zij en haar mannelijke bezoeker de nacht samen doorbrachten en hoe het stel de volgende ochtend “aensichte aen aensichte, mont tegens mont” op bed lag. We hopen dat de notaris het een en ander gewend was, om hem rode oortjes te besparen.

Tekst uit een akte

Als uw nieuwsgierigheid gewekt is, aarzel niet om de gedigitaliseerde stukken in te duiken. Het enige nadeel van de online bestanden is dat ze niet op naam doorzoekbaar zijn. Onze vrijwilligers zijn druk bezig met het op naam ontsluiten van de repertoria die bij de notariële akten horen – in dit overzicht ziet u precies wat u waar kunt vinden, en hoe u het kunt doorzoeken. Mocht u moeite hebben met het lezen van het oude schrift, laat u niet kisten. Oefening baart kunst. En wie toch wat hulp kan gebruiken, verwijs ik graag naar onze cursussen “lezen van oud schrift”.

Lees ook: Hekserij in Alkmaar en omgeving

test