500 jaar geleden: Johannes Haghen, Alkmaars eerste boekdrukker

2018 is een belangrijk jaar voor Alkmaar. Het 500-jarig bestaan van de Grote Kerk wordt uitbundig gevierd met exposities, voorstellingen en de unieke mogelijkheid de kerk te beklimmen. Maar er is nog een bijzonder feit dat dit jaar aandacht verdient: het oudste in Alkmaar gedrukte werk dat bewaard is gebleven verscheen 500 jaar geleden, ruim 50 jaar na de introductie van de boekdrukkunst in Europa met de beroemde Bijbel van Johannes Gutenberg. Geen imposant boekwerk zoals Gutenbergs Bijbel, maar wel heel zeldzaam en daarom niet minder van belang voor de Alkmaarse boekgeschiedenis.

Johannes Haghen van Deventer

De drukker was Johannes Haghen. Het enige dat we van hem weten komt uit de boekjes die hij drukte. Daarin vermeldt hij zijn naam, Johannes Haghen de Daventria of Johannes Daventriensis en zijn woonplaats Alkmaar. Uit zijn naam kunnen we afleiden dat hij uit Deventer afkomstig is. Verder is er niets over hem bekend, hij heeft geen sporen nagelaten in de archieven. Er zijn ook maar vijf van zijn boekjes bewaard gebleven. In slechts twee staat zijn naam gedrukt en alleen in één hiervan het jaar van uitgave 1518. Van de andere drie wordt, door ze met elkaar te vergelijken, aangenomen dat ze ook door Johannes gedrukt zijn. De boekjes tellen acht, zestien of veertig pagina’s en bevatten gedichten over heiligen, geleerden en onderwerpen uit de klassieke mythologie, alles in het Latijn.

Titelblad Cambridge  Achterzijde Cambridge

Voor- en achterzijde van het oudste bekende in Alkmaar gedrukte werk: een treurzang op het sterven van Johannes Murmellius. Gedrukt door Johannes Haghen van Deventer in 1518. (Cambridge University Library*)

De enige gedateerde uitgave, met het jaar 1518, wordt bewaard in de Universiteitsbibliotheek van Cambridge. De titel luidt: ‘In acerbum Joannis Murmellii Ruremundensis obitum (…) funebre lessum sive epicedion’ oftewel ‘Rouwmisbaar of treurzang op het ontijdig afsterven en begraven van Johannes Murmellius uit Roermond’. Volgens de Latijnse vermelding is het boekje ‘gedrukt in Alkmaar door mij Johannes Haghen van Deventer in het jaar des heils 1518, 3 februari.’ Het boekje was al eerder verschenen in Keulen in november 1517, vlak na het overlijden van Murmellius in oktober. Enkele maanden later drukte Johannes hetzelfde treurdicht, want ook in Alkmaar zal er belangstelling voor zijn geweest.

Impressum Cambridge

Op de laatste pagina staat de vermelding van de drukker en het jaar van uitgave: Alkmaar: Johannes Haghen van Deventer, 1518. (Cambridge University Library*)


De Latijnse School in Alkmaar

Murmellius was van 1513 tot zijn vertrek in juni 1517 rector van de Latijnse School in Alkmaar. Op deze school kregen jongens van acht tot vijftien jaar les in Latijn, ter voorbereiding op een universitaire studie zoals theologie, medicijnen of rechten. De jongens uit gegoede families betaalden schoolgeld, de arme leerlingen kregen gratis onderwijs. De Latijnse School was in de jaren van Murmellius heel succesvol. Onder zijn leiderschap steeg het aantal scholieren tot 900 volgens sommige bronnen, een enorm aantal voor een stad met nog geen 5000 inwoners. In juni 1517 kwam een eind aan die voorspoed. Een bende Gelderse Friezen - de beruchte ‘Zwarte Hoop’ van Grote Pier - viel Alkmaar binnen en plunderde de stad. Murmellius verliet Alkmaar evenals een groot deel van zijn leerlingen. Hij vertrok naar Zwolle en van daar naar Deventer, waar hij in oktober van dat jaar plotseling overleed. De schrijver van de treurzang is Herman van den Busche uit Zwolle, een goede vriend van Murmellius. Hij beschrijft de verdiensten van Murmellius, die pas 37 jaar was toen hij stierf. Een feit dat aanleiding gaf tot het gerucht dat hij zou zijn vermoord door tegenstanders van zijn opvattingen… Ook dat wordt in het gedicht beschreven.

Op het titelblad staat een afbeelding van Maria in een stralenkrans, dezelfde illustratie komt voor in andere uitgaven van Johannes, zoals we hierna zullen zien. Op de achterzijde van het treurdicht staat een houtsnede waarop we een vrouw zien die een andere vrouw een spiegel voorhoudt, waarschijnlijk een verbeelding van ‘ijdelheid’. Beide houtsnedes zijn ingekleurd met geel en rood. Johannes verkocht zijn drukwerken zelf, in zijn zaak in de ‘Longa Platea’, de Latijnse benaming voor de Langestraat. Om de verkoop te bevorderen voorzag hij de achterzijde van het boekje van een aansporing voor de klant: ‘Vale hunc et ames et emas’: ‘Gegroet, ik hoop dat dit je bevalt, en dat je het koopt’.

Tekst  drukker Cambridge

Te koop in Alkmaar, bij Johannes van Deventer in de Langestraat. (Cambridge University Library*)

Tekst Vale Cambridge

Een aansporing voor de klant: ‘Gegroet, ik hoop dat dit je bevalt en dat je het koopt’. (Cambridge University Library*)

Schoolzangen

In de bibliotheek van het Regionaal Archief worden twee uitgaven van Johannes Haghen bewaard. In één daarvan, een gedicht van acht pagina’s, staat zijn naam als drukker vermeld. Het gedicht is geschreven door Kempo van Texel. Het Alkmaarse stadsbestuur benoemde in december 1517 Kempo Thessaliensis oftewel Kempo van Texel na het vertrek van Murmellius als nieuwe rector van de Latijnse School. Kempo had in Parijs gestudeerd en was op dat moment leraar aan de Latijnse School in Zwolle. Hij bleef maar kort in Alkmaar. In 1523 keerde Kempo terug naar de Latijnse School in Zwolle. 

Kempo’s gedicht is een Latijnse schoolzang. Schoolzangen waren onderdeel van de lessen Latijn. Ze werden bij bijzondere gelegenheden gezongen door de leerlingen. Op Kerstavond bijvoorbeeld, of met Nieuwjaar. Murmellius en zijn voorganger Barthold van Keulen hadden deze schoolzangen of ‘carmina scholare’ in Alkmaar geïntroduceerd, als eerste in de noordelijke Nederlanden. Vanuit Alkmaar verspreidde dit gebruik zich onder de andere Hollandse steden. Van de drie opeenvolgende rectoren zijn schoolzangen bewaard gebleven in de bibliotheek van het Regionaal Archief Alkmaar. Die van Barthold van Keulen zijn met de hand geschreven, de gedichten van Murmellius zijn in Deventer gedrukt en die van Kempo in Alkmaar, door Johannes Haghen. De schoolzangen van de Alkmaarse rectoren zijn vooral religieus van aard. Het zijn lofzangen op Maria en de beschermheiligen van de Alkmaarse Grote Kerk, Matthias en Laurentius. Daarnaast bevatten ze verwijzingen naar de klassieke mythologie en raadgevingen voor een deugdzaam leven, zoals waarschuwingen tegen het vergaren van aardse goederen.

Prima lesmateriaal dus.

Titelblad Alkmaar  Achterzijde Alkmaar

Lofzang op Maria, geschreven door Kempo van Texel. Op de voorzijde een houtsnede met Maria in een krans van stralen, op de achterzijde een afbeelding van twee vrouwen naast een ziekbed: Sapiencia (Wijsheid) en Caritas (Liefde). (Collectie Regionaal Archief Alkmaar)

Lofzang op Maria

De schoolzang van Kempo heeft als opschrift ‘De gloriosa virgine Maria Kemponis Thessaliensis carmen panegyricum scholare’: ‘School-lofzang op de glorieuze maagd Maria, van Kempo van Texel’. Op het titelblad is de afbeelding van Maria te zien die ook in de uitgave in Cambridge voorkomt. De laatste bladzijde bevat een houtsnede van twee vrouwen naast een ziekbed: Sapiencia (Wijsheid) en Caritas (Liefde). Deze houtsnede is ook van eerdere drukkers uit Antwerpen en Zwolle bekend. Letters en houtsnedeblokken werden vaak overgenomen door een opvolger of collega-drukker.

Impressum Alkmaar

De vermelding van de drukker in de Lofzang op Maria: Johannes van Deventer uit de omgeving van het Alkmaarse gymnasium. (Collectie Regionaal Archief Alkmaar)

Aan het eind van de lofzang op Maria staan de gegevens van de drukker vermeld: ‘Impressum Alcmarie per me Johannem Daventriensem e regione Gymnasij Alcmariani’, oftewel: ‘In Alkmaar gedrukt door mij, Johannes van Deventer, uit de omgeving van het Alkmaarse gymnasium’. Er staat geen jaar van uitgave bij, maar omdat Kempo in december 1517 rector werd kunnen we stellen dat deze schoolzang tussen 1518 en zijn vertrek in 1523 is gedrukt. 
Is Johannes Haghen misschien meegekomen met Kempo naar Alkmaar? Zwolle en Deventer waren belangrijke centra van boekdrukkunst, met veel contacten tussen de drukkers en de geleerden aldaar. Ook eerder werk van Kempo was daar gedrukt. Mogelijk vond Kempo dat ook de Alkmaarse Latijnse School een drukker nodig had en heeft hij Johannes gevraagd zich in Alkmaar te vestigen.

In de tweede schoolzang van Kempo in onze collectie, getiteld ‘Carmen scholare Kemponis Thessaliensis’, staat de drukker niet vermeld. Maar uit een vergelijking van de twee drukwerkjes kan worden afgeleid dat ook deze door Johannes Haghen is gedrukt. Het bevat net als de andere de houtsnede van Maria.

500 jaar later

Veel is het niet wat van Johannes is bewaard gebleven: één uitgave in Cambridge, twee in Alkmaar, nog één in de Koninklijke Bibliotheek in Den Haag en een vijfde in de Koninklijke Bibliotheek in Brussel. In slechts drie daarvan staat zijn naam, van twee uitgaven wordt alleen maar verondersteld dat ze van Johannes zijn. Misschien heeft Johannes meer gedrukt. Veel schoolboekjes zijn na intensief gebruik verloren gegaan. Gelukkig is er toch die ene met zijn naam en het jaar 1518. Het is daarmee het oudste bekende in Alkmaar gedrukte werk. Een feit dat we nu, 500 jaar later, graag onder de aandacht brengen.

Door Marijke Joustra

* Reproduced by kind permission of the Syndics of Cambridge University Library, Syn.7.51.12.

test