De Alkmaarse wijk De Hoef 'Een wonder van beton'


De Hoef in Alkmaar is op het eerste oog een doorsnee na-oorlogse wijk met meest rechte straten en een mix van laag- en hoogbouw. Toch is het er niet saai. De bebouwing is heel afwisselend en midden in de wijk is er een spannend contrast tussen de moderne hoge flatgebouwen en de honderden jaren oude Geestmolen met de daarbij behorende molenaarswoning.

Dit jaar is het zestig jaar geleden dat de eerste woningen in de nieuwe wijk werden opgeleverd. De aanleg begon ten zuiden van de Ruysdaelkade. Men sprak van Hoefplan 1. In de jaren erna volgden Hoefplan 2, 3 en 4. De bouw liep door tot in de jaren zeventig.

advertentie woningen 1958  Foto in het Noordhollands Dagblad van een illegale oversteker  Uitzicht vanaf de flat aan de Jan van Goyenstraat

De stedenbouwkundige inzichten en de bouwmethoden veranderden in de loop der jaren en dat is ook terug te zien in de wijk. In het begin werd veel gebruik gemaakt van strokenbouw, waarbij de gebouwen in parallelle rijen werden opgesteld, steeds met één zijde naar de zon. Later werden ook steeds meer traditionele eengezinswoningen gebouwd, met een voor- en achtertuin. Ook werden de straten in de later gebouwde plandelen in verband met het toegenomen aantal auto’s breder gemaakt en standaard voorzien van parkeerstroken.

Nadat er de eerste jaren alleen voor de vrije sector werd gebouwd, kwamen er vanaf de jaren zestig ook veel woningwetwoningen tot stand.
Alkmaar was trots op de nieuwe wijk. Dat zien we terug in de kranten uit de jaren zestig. Superlatieven werden niet geschuwd. Zo noemde men de hoge flat bij het winkelcentrum een ‘wonder van beton’.
Het wonen in een nieuwe wijk was overigens vaak pionieren. Niet alles was tegelijk klaar. Zo ontbraken in het begin wel eens straatnaambordjes. Mensen verdwaalden in de naamloze straten en in de Jongkindlaan maakte een bewoner daarom zelf een provisorisch bord. Veel werd er in het begin geklaagd over het isolement van de wijk. De spoorlijn vormde een geducht obstakel. De Fritz Conijntunnel voor fietsers en voetgangers kwam pas in 1963 gereed. In de jaren ervoor werd op deze plek vaak illegaal het spoor overgestoken. Zelfs de op een bepaald moment aangelegde prikkeldraadversperring schrok de mensen niet af.

de Geestmolen omringd door flatgebouwen  van ostadelaan 1966  Het winkelcentrum in aanbouw

Om de verbinding naar de wijk te verbeteren werden er in de jaren zestig allerlei plannen gemaakt. Zo dacht men aan een demping van de Houtvaart en verbreding van de Nicolaas Beetskade, om zo een royale toegangsweg vanaf de Bergerweg naar de nieuwe wijk te creëren. Een ander probleem was de pittoreske, maar vrij smalle Kalkovensweg. Naarmate er meer gebouwd werd in De Hoef, werd het steeds drukker op deze weg. Al snel stonden er dagelijks lange files en werd er steen en been geklaagd. Ook dit keer duurde het even voordat er adequate maatregelen werden genomen. In 1968 werd de weg verbreed en konden de auto’s weer doorrijden. Pas de aanleg van de randweg in de jaren zeventig zorgde definitief voor een goede ontsluiting van de wijk.

speeltuin de hoef  De Hoef in aanbouw.  School in De Hoef, ca. 1970.

Ondanks de slechte bereikbaarheid was voor veel bewoners uit de beginjaren de verhuizing naar een woning in De Hoef een vreugdevolle gebeurtenis. Vaak ging het om mensen die jarenlang in oude vervallen woningen in de Alkmaarse binnenstad hadden gewoond. Zo bijvoorbeeld het echtpaar Stam-Grever, die in 1966 hun woning aan het Luttik Oudorp verruilden voor een flatje aan de Mondriaanstraat en in de krant over hun ervaringen vertelden. Het huis aan het Luttik Oudorp was niet goed warm te stoken en erg vochtig. Ze hadden er last van muizen en slakken. De nieuwe flat was voor hen ‘het beloofde land’. En eindelijk hadden ze nu een goede w.c., in plaats van het tonnetje waar in die jaren nog vele binnenstadsbewoners op waren aangewezen. Ook jonge nieuwe bewoners vertelden opgetogen aan bezoekende journalisten hoe prettig ze het vonden in De Hoef. Kleine ongemakken, zoals een niet werkende bel, modder en het over planken moeten klimmen om je woning te bereiken, deden daar niets aan af. 

Den Haringh nieuwbouw  mevrouw den haringh op inspectie  de Hoevervaart

Die tevredenheid bleek ook uit een grootscheepse enquête die in 1968 werd afgenomen onder ruim 550 bewoners van De Hoef en van Nieuw-Overdie. In De Hoef was maar liefst 82,1% van de bewoners tevreden. Men waardeerde de ruime opzet van de wijk, rust, frisse lucht en de nabijheid van duin, stad en zee. Wel werd er geklaagd over de voorzieningen in de wijk, zoals afvoer huisvuil, toegangswegen, groenvoorziening. Ook werden telefooncellen - er waren nog weinig huisaansluitingen - en wachthuisjes voor de bus erg gemist. Het minst tevreden waren de flatbewoners, die vaak hun woning te klein, te gehorig en slecht gebouwd vonden.
Opvallend in deze jaren was het optreden van de de Alkmaarse afdeling van de landelijke Vrouwen Advies Commissie, die adviseerde over bouwplannen. In de landelijk toegepaste systeembouw slopen naar hun mening wel eens typische ‘mannenfouten’. Zo ontbrak vaak in de badkamers een extra kraan om de wasmachine op aan te sluiten. Ook in De Hoef kwam dit bij bepaalde bejaardenwoningen voor. De architect zag geen probleem: de wasmachine kon wel even op de slang van de douche worden aangesloten. ‘Dan draaien ze de sproeiknop er toch even af’ opperde hij.
Ondanks de kritische noten, was iedereen het erover eens dat De Hoef een geslaagde nieuwbouwwijk was geworden.

flat bij winkelcentrum  Villa casa arosa  noodkerk 1969

Door Harry de Raad

test