"En wel door een... vrouw"

Mevrouw Marie van Reenen-Völter, “Toebedeeld met groote gaven van hoofd en hart”

Marie Amalie Dorothea Völter (5 maart 1854, Eslingen) trok op negentienjarige leeftijd als gouvernante in bij de vooraanstaande familie Van Reenen te Bergen. Het gezin had twaalf kinderen, waarvan de vijftienjarige Jacob de oudste was. Stiekem smeedden Marie en Jacob “een liefdesband”. Naar het schijnt spraken de geliefden heimelijk af op het landgoed rond het Hof van Bergen, waar de familie Van Reenen woonde, om nachtelijke wandelingen te maken. Een naburige boer hielp door de roep van een nachtuil te imiteren als ontdekking dreigde. Uiteindelijk werd de relatie bekend gemaakt en trouwde het stel in 1882. Marie, nu mevrouw Van Reenen-Völter, echtgenote van de man die vanaf 1883 heer van Bergen was en later ook burgemeester van die plaats, rustte niet op haar lauweren. Integendeel.

portret Jonge-M.A.D.-v.-Reenen-Vlter  Portret van Reenen   Cranenburgh in 1905

 

Vakonderwijs voor meisjes

Na het huwelijk woonden Marie en Jacob in huize Kranenburgh te Bergen, waar hun vijf kinderen werden geboren. Later verhuisde het gezin naar Alkmaar. In 1896 werd daar op Maries initiatief de Huishoud- en Industrieschool opgericht, waar ze ook voor de klas stond en onbezoldigd directrice was. De drijfveer voor die oprichting wordt duidelijk uit het verslag dat Marie schreef als Nederlandse vertegenwoordigster bij het ‘Congres voor werken en instellingen van vrouwen’ in 1900 te Parijs.

De hoofdroeping van de vrouw was in die tijd aan het hoofd van het huishouden te staan, aldus het door Marie geschreven verslag. Maar vrouwen die niet trouwden, of die moesten helpen het gezin in onderhoud te voorzien, dienden een beroep te kunnen uitoefenen. Ook huisvrouwen behoorden voldoende kennis te hebben van de huishoudelijke taken en daaraan gerelateerde onderwerpen (zoals gezondheidsleer), want het geluk van het gezin hing af van haar willen en kunnen.

In de tweede helft van de negentiende eeuw werden daarom in heel Europa meisjesvakscholen opgericht. Maar het moest beter, vond Marie. Ze pleitte ervoor de verplichte schooltijd voor alle kinderen te verlengen van zes naar acht jaar; het inkomen, pensioen en de vakopleiding van het onderwijzend personeel moest door de overheid worden geregeld; en er behoorde een rijkssubsidie voor de kook- en huishoudscholen komen, zodat ook meisjes uit arme gezinnen de lessen konden volgen. Verder diende het basisonderwijs beter aan te sluiten op de vakscholen, door aandacht te schenken aan voedings- en gezondheidsleer. Ook jongens moesten daarvan de beginselen meekrijgen.

 

Natuurkundeles-industrieschool 1896  Mevrouw van Reenen en haar pupillen bij de margarinefabriek 1900   portret mevrouw van Reenen

 

“Mijn Bergenaren”

Het gezin verhuisde in 1902 terug naar Bergen. Daar richtte Marie een oudheidkamer op en schreef ze “De heerlijkheid Bergen in woord en beeld”, met het doel om Bergen in “wijder kring” bekend te maken. Ook nam Marie het initiatief om Bergen aan Zee te stichten. Zo zou het arme dorpje een badplaats van allure worden.

Marie begon met het laten aanleggen van de Zeeweg naar het strand. Vervolgens zagen villa’s, hotels, lunchrooms, koloniehuizen, een postkantoor, de beroemde ‘Bello-spoorlijn’ vanuit Alkmaar en het Parnassiapark met Duinmuseum (1914) het licht door haar ondernemingszin. Daarbij riep ze de hulp in van architecten als Berlage en Springer en de bioloog Jac. P. Thijsse. Marie stak zelf ook de handen uit de mouwen: ze werd meermaals met een schop in de handen of onkruid wiedend aangetroffen in het Parnassiapark.

De Zeeweg in Bergen  Voorkant boek Heerlijkheid-Bergen-in-woord-en-beeld  Pagina met Liedje-van-den-Bergenaar

 

Bij dit alles werkten Marie en haar man nauw samen. Dankzij Jacobs invloed als burgemeester en heer van Bergen konden de projecten worden gerealiseerd. Over die samenwerking zei Jacob tijdens de viering van het vijfentwintigjarige bestaan van Bergen aan Zee (1931): “In ’t algemeen wordt gezegd, dat de vrouw tot het zwakkere geslacht behoort en dat de man moet regeeren, maar het omgekeerde kan ook doeltreffend werken. Mijn vrouw en ik hebben veel samengewerkt en die samenwerking ging steeds goed, want wij vulden elkaar aan. Mijne vrouw maakte de plannen en ik voerde de plannen technisch uit.”

De ‘Hollandsche Revue’ van 1917 schetste Marie als een vrouw die letterlijk een stip op de landkaart van Nederland heeft achtergelaten. Dat het juist een vrouw was die een badplaats stichtte, vond men bijzonder: “Zoo had ‘the making of a town’ plaats. En wel door een… vrouw”. Dat het inderdaad uitzonderlijk was dat een vrouw zich in dit soort zaken mengde, blijkt ook uit Maries correspondentie. Voorgedrukte brieven van bijvoorbeeld de ‘Raad van Beheer van de Bouw- en Bouwgrondmaatschappij Bergen’ zijn standaard gericht “Aan den Heer”. In de brieven voor Marie is dat aangepast naar “Aan mevrouw”.

Gezin van Reenen bij model kerkje  Portret gezin van Reenen

 Marie zorgde ook voor ‘haar’ Bergenaren in moeilijkere tijden. Tijdens en vlak na de Eerste Wereldoorlog leidde ze de Centrale Keuken, die arme kinderen, arbeiders en kraamvrouwen van bijvoeding op het rantsoen voorzag. Daardoor bleef de arbeider “op kracht en de arme schoolkinderen die de volkskracht vertegenwoordigen, worden voor ondervoeding behoed.” Naast dit alles was Marie voorzitster van de Bergense afdeling van het Nederlandsch Comité tot steun aan Belgische en andere slachtoffers, stichtte ze het oecumenische Vredeskerkje in Bergen aan Zee en organiseerde ze vreemdetalencursussen voor oudere kinderen en volwassenen.

Brief gericht aan mevrouw van Reenen  Borstbeeld mevrouw van Reenen  Zingen bij het standbeeld 1981

De activiteiten van Marie Amalie Dorothea van Reenen-Völter zijn legio. Als dank voor haar werk werd na haar overlijden (10 juli 1925) een borstbeeld onthuld. De heer Bastert gaf tijdens zijn toespraak nog een mooi inkijkje in Maries karakter: betrekkelijk kort voor haar overlijden was Marie tijdens een stormachtige nacht alleen het strand op gegaan, om te controleren of de strandstoelen wel voldoende in veiligheid gebracht waren.

Door Lisette Blokker

test