Vriendschap op papier: het album amicorum

Van album amicorum tot poëziealbum

Veel mensen hebben er wel één in de kast staan. Een boekje volgeschreven met rijmende gelukwensen, grapjes of standaardversjes. Het liefst voorzien van een tekening of plakplaatje. De poëziealbums, en later vriendenboekjes, zijn een mooie manier om herinneringen aan vrienden, familie en kennissen vast te leggen. En dat is een eeuwenoud gebruik. Mensen laten al sinds de zestiende eeuw berichten opschrijven in wat we de voorloper van poëziealbums en vriendenboekjes kunnen noemen. Zo’n voorganger noemt men een album amicorum (meervoud alba amicorum), wat ‘vriendenlijst’ betekent.

Studenten & adellijke dames

Hoe het gebruik is ontstaan, is niet helemaal duidelijk. Het zou kunnen dat het te relateren is aan gebruiken uit de late riddertijd, omdat de vroege alba vol familiewapens staan. Maar de oudste, zestiende-eeuwse alba hebben iets gemeen: ze zijn vervaardigd door studenten van de protestantse universiteit te Wittemberg. De studenten lieten medestudenten, hoogleraren en de plaatselijke (hoge) adel in een album schrijven. Wanneer ze op reis gingen, ging het album mee. En reizen deden ze, want studenten waren destijds niet aan één universiteit gebonden. Ze volgden lessen door heel Europa. Met de studenten verspreidde het album-gebruik zich. Ook naar Nederland.

Het bijhouden van een album was een serieuze aangelegenheid. Er werden meestal geen persoonlijke of frivole gedichtjes ingeschreven. Eerder geleerde passages, Bijbelcitaten en vriendschapsgroeten. Er werd vaak in het Latijn geschreven, de taal van de wetenschap. Later komen ook Frans, Duits en Nederlands regelmatig voor, met hier en daar een geleerde uitschieter naar het Hebreeuws of Arabisch. Het uiterlijk van de boekjes lijkt in de vroege periode veel op elkaar: meestal zijn ze rechthoekig en met leer bekleed. Naast tekst staat er veel beeldmateriaal in de albums; er werden soms ware kunststukjes in geplaatst. Hiervoor werd regelmatig een beroep gedaan op lokale kunstenaars.

Een pagina uit het album van theologiestudent Kulenkamp  album Kulenkamp Elia en de raaf

In de achttiende eeuw beginnen ook veel niet-studenten alba bij te houden, onder wie adellijke dames. Een eeuw later wordt het bijhouden van een album ook populair in het ‘burgerlijke milieu’. De alba worden steeds meer aangepast aan de smaak van de eigenaar en de inhoud wordt persoonlijker – hoewel ook de standaardversjes een opmars maken. Er worden vaker handwerkjes, zoals borduursels of droogbloemen, ingevoegd. De overgang naar het ons bekende poëziealbum is in gang gezet.

Albums in Alkmaar

In het Regionaal Archief worden heel wat alba amicorum bewaard. Het album van Arnoldus Kulenkamp, een uit Zelle afkomstige predikant te Alkmaar, is een typisch voorbeeld van een studentenalbum. Kulenkamp studeerde theologie te Groningen, Leiden en Utrecht. De bijdragen in het album stammen uit de periode 1742-1752. Veel berichten komen van Duitse studenten, waarmee Kulenkamp waarschijnlijk optrok gezien zijn eigen Duitse achtergrond. Naast medestudenten en hoogleraren schreven ook familieleden, vrienden en kennissen in het album, waaronder dichteres Clara Feyoena van Sytzama en haar broer P.G. Sytzama.

Naast het album van Kulenkamp worden er nog een aantal prachtige exemplaren bewaard, zoals dat van Cornelis van Foreest (de bijdragen komen uit de periode 1773-1776 & 1803). De bijdragen in dat album werden onder andere tijdens bezoekjes aan Nijenburg, de woonstee van de familie Van Foreest geschreven. Zo werd te ‘Nienburg’ in 1803 door adjudant J.L. Benno het volgende geschreven: “Mijn Heer Foreest / het Was een Feest / bij U te Eeten. / En Vreest doch Nooijt / dat ‘k immer of ooijt /Zulks zal Vergeten.”

 pagina Kulenkamp Leda en de Zwaan   De buitenzijde en insteekhoes van het album van Prof. Van der Palm.    Verschillende bijdragen uit het album van Dirk Willem van Leeuwen   4 bijdragen album Bruinvis en De Lange

Andere alba zijn van theoloog Joannis Wigeri (bijdragen uit 1768-1773), professor J.H. van der Palm (1792-1833), medicinae doctor Dirk Willem van Leeuwen (1812-1820), mevrouw M.A. Snoeck (1816-1819) en Martha Kinnema Fontein (1842-1844). Daarnaast worden bij het Regionaal Archief ook albums bewaard uit de tweede helft van de negentiende eeuw en de twintigste eeuw. Soms worden die nog album amicorum genoemd, maar ze lijken steeds meer op de ‘moderne’ poëziealbums.

Het album van Truitje Bosboom-Toussaint

Een heel bijzonder album is dat van Truitje Bosboom-Toussaint. Voor haar 70ste verjaardag in 1882 kreeg ze een prachtig album aangeboden, dat was samengesteld onder leiding van een heuse commissie. De leden waren onder meer Nicolaas Beets, Willem Hofdijk en Carel Vosmaer. Het is eigenlijk geen album amicorum in de strikte zin: Truitje liet het niet zelf invullen, maar het werd vóór haar gevuld. Het is eerder een huldealbum – een afgeleide van de alba amicorum.

De imposante kennissenkring van Truitje Bosboom-Toussaint liet zijn sporen achter in het album. Grote namen als Jozef Israëls, Anton Mauve, Hendrik Willem Mesdag, Willem Roelofs, de gebroeders Maris en Truitjes man Johannes Bosboom lieten kunststukjes achter in het album. De Haagse school, waartoe ook Truitjes man behoorde, is sterk vertegenwoordigd.

“Men schildert de bedelaar niet om zijn armoede, maar om zijn rijkdom”, zei Jozef Israëls ooit. Israëls nam armoede graag als onderwerp van zijn werk, omdat er voor hem een sterk realisme uit sprak. Zo ook in het album van Bosboom-Toussaint, waarin hij een versie van zijn bekende ‘Boerengezin aan de maaltijd’ schetste. Hij werkte dat onderwerp ook meermaals uit tot schilderijen, waardoor Van Gogh zich liet inspireren voor zijn Aardappeleters. Een pareltje in het archief!

werk van Jozef Israëls   werk van kunstschilder Hendrik Willem Mesdag.   werk van  Colenbrander

Poëziealbums in het archief

In het Regionaal Archief wordt ook een aantal poëziealbums bewaard, zoals dat van Petronella Jacoba de Lange. Deze ‘opvolger’ van het album amicorum geeft een prachtig inkijkje in het leven en de sociale cirkel van veelal vrouwen en kinderen – de eigenaars van de poëziealbums. Mocht u nog poëziealbums thuis hebben liggen die u niet weg wilt gooien, maar ook niet meer zelf wilt houden, dan kunt u een schenking aan het Regionaal Archief overwegen. De albums zijn welkom!

Het album van Petronella Jacoba de Lange   Het album van Petronella Jacoba de Lange


Door Lisette Blokker

test