Kleurrijke regenten

Van der Mieden, een bijzondere Alkmaarse familie

Iedereen sprak erover in Alkmaar in 1743: Jacob Coren van der Mieden, de bewoner van het fraaie huis met de keizerskroon in de gevel aan de oostzijde van de Mient, was de stad ontvlucht, om zo te ontsnappen aan gevangenname door het Hof van Holland, het hoogste rechtscollege van het gewest.

Het wapen van Aris van der Mieden  Het huis met de keizerskroon aan de Mient  Gedenkbord protestantse kerk te Callantsoog
De familie Van der Mieden had in het Alkmaar van die tijd een goede naam. Bijzonder was de snelle sociale stijging van het geslacht: in de loop van de 17de eeuw werkten de Van der Miedens zich op van schoenmaker en leer- en huidenhandelaar tot lid van de Alkmaarse elite. Aris van der Mieden, de vader van Jacob, werd in 1727 een van de burgemeesters van Alkmaar. Zijn oudste zoon Jacob leek een mooie carrière tegemoet te gaan. In 1731 werd hij benoemd tot baljuw van de Nieuwburgen, een rechtbank die onder meer het gebied bestreek van de Schermer en het Schermereiland. Jacob had echter niet het beminnelijke karakter van zijn vader en raakte gemakkelijk verzeild in allerlei conflicten. Zo was er in de Schermer veel onvrede over het optreden van Jacob Gerritsz. van Leyen, een van de gerechtsdienaren van baljuw Van der Mieden. De dienaar, die tevens een herberg dreef naast de kerk van Stompetoren, zou een waar schrikbewind voeren, gedekt door de baljuw. Inwoners van de Schermer waren mishandeld, uitgescholden en om het minste en geringste beboet. Er verschenen pamfletten met daarin vele getuigenverklaringen over het slechte gedrag van Van Leyen. De gerechtsdienaar publiceerde in 1741 een uitvoerig verweerschrift, dat overduidelijk was opgesteld door of namens baljuw Van der Mieden.

pamflet pro Leyen  handtekening jacob coren van der mieden  feestelijke schildering

De affaire die uiteindelijk tot Van der Mieden's vlucht uit Alkmaar zou leiden, speelde zich af in Callantsoog. Behalve baljuw van de Nieuwburgen was Jacob ook heer van Callantsoog. In 1740 werd onder zijn verantwoordelijkheid Jan Harge, de voormalige schout, baljuw en secretaris van Callantsoog op verdenking van allerlei vormen van ambtsmisbruik gevangen gezet. Om Jan Harge tot een bekentenis te dwingen werd deze midden in de winter maandenlang opgesloten in het onverwarmde raadhuisje van Callantsoog. Zijn vrouw klaagde over de behandeling van haar man bij het Hof van Holland. Het Hof onderzocht de zaak, als gevolg waarvan Harge in 1743 werd vrijgesproken en het Hof een proces begon tegen Van der Mieden wegens machtsmisbruik. Jacob Coren vreesde nu op zijn beurt gevangen gezet te worden en vluchtte om die reden weg uit Alkmaar. Hij vond een veilig onderkomen in het Gelderse Lent bij Nijmegen. Zijn vrouw, Susanna Doubleth, diende bij het Hof twee lijvige rekesten met bijlagen in, waarin bepleit werd dat de zaak van haar man, een burger van Alkmaar, door het Alkmaarse gerecht behandeld diende te worden. Het Hof kreeg er flink van langs in deze stukken. Onbedoeld kreeg de carrière van de jongere broer van de baljuw, Adriaan van der Mieden, toevallig een raadsheer van het Hof van Holland, hierdoor een flinke knauw. Hij werd ervan verdacht meegeschreven te hebben aan deze voor het Hof beledigende rekesten en daarom geschorst als raadsheer.
Pas toen Willem IV in 1748 erfstadhouder werd, begon de zon weer te schijnen voor de familie Van der Mieden. Adriaan was bevriend geraakt met stadhouder Willem IV, wat hem en zijn verwanten geen windeieren legde. Adriaan kreeg zijn functie terug en bracht het zelfs tot president van het Hof van Holland. Eerherstel van zijn broer Jacob Coren zat ook in het vat, maar door diens overlijden aan de pokken in 1751 kwam het er niet van.

silhouet-portret Aris van der Mieden  Detail van een door een priester aan Aris van der Mieden uitgereikte verklaring  Het fort Crevecoeur bij het huidige Accra

Aris, de naar zijn grootvader genoemde zoon van Adriaan, profiteerde van de nieuwe situatie. Voor hem lag een glansrijke carrière in het verschiet. Maar Aris interesseerde zich ook voor andere zaken. Na zijn studie maakte hij van 1747 tot 1751 een jarenlange reis, die hem onder meer naar het Midden-Oosten, Italië en Duitsland voerde. Na deze lange reis volgde een succesvolle loopbaan. In 1757 werd hij tot burgemeester van Alkmaar benoemd. Blijkbaar niet tevreden met een functie als regionaal bestuurder, verruilde hij het ambt nog in hetzelfde jaar voor dat van secretaris van de Staten van Holland. Deze betrekking vervulde hij tot ieders tevredenheid tot 1768. Toen gebeurde er iets vreemds: hij was opeens niet langer in staat zijn werk te doen. Een burn-out, of een andere psychische crisis? Dankzij zijn bemiddelde familie en de gunst van Oranje kreeg hij een goed pensioen en werd er voor hem een rustig verblijf gevonden in de buurt van Eindhoven. Helemaal stil werd het niet rond Aris. In 1779 vertrok hij naar de slavenkust van Guinea, waar hij enkele jaren werkzaam was in het Nederlands fort Crevecoeur. In 1782 maakte hij de verovering mee van het fort door Engelse troepen, geholpen door Afrikanen. Van der Mieden werd door een Afrikaanse koning gevangen genomen, maar wist al spoedig te ontsnappen. Aan boord van een slavenschip - waar tijdens de reis nog een opstand uitbrak - reisde hij naar Zuid-Amerika en vervolgens met een ander schip weer terug naar Nederland. Een door hem geschreven verslag (pdf, 588 kB) van zijn Afrikaanse avontuur is bewaard gebleven.

verslag van Aris van der Mieden's Afrikaanse reis

Aris stierf in 1793 en liet een 8948 titels tellende boekenverzameling na, die na zijn dood werd geveild.

Onlangs werd het familiearchief Van der Mieden in bewaring gegeven bij het Regionaal Archief. Iedereen die nieuwsgierig is geworden naar de belevenissen van dit kleurrijke regentengeslacht, kan het archief komen inzien in de studiezaal aan de Bergerweg.

Door Harry de Raad

test