De Landstand in Alkmaar

Midden in de bezettingsjaren, op 30 september 1942 werd een grote bijeenkomst van de Nederlandsche Landstand, een nationaalsocialistische agrarische organisatie, gehouden in de ‘stedelijke muziektuin’ van Alkmaar. Boeren uit de hele provincie en allerlei hoogwaardigheidsbekleders waren erbij in de Hout.

Het Dagblad voor Noord-Holland schreef: “Aan den ingang van de Muziektuin heerscht het levendige gewoel van elken Landdag: brochureverkopers (in dit geval ‘zwarte soldaten’ met “De Storm”), menschen met fietsen die een plaatsje zoeken voor hun tegenwoordig zo waardevolle vervoermiddelen; speldjesverkoopers (…)”. De provinciale boerenleider Jan Saal opende de dag met een toespraak vanaf een groots opgezet podium vol nationaalsocialistische symboliek: zwaarden en ploegijzers, en het grote wiel met korenaren boven zijn hoofd. De kranten deden uitgebreid verslag van de nogal ronkende toespraken van Saal en andere sprekers: “In dezen tijd, nu wij geen regeering en geen koloniën meer hebben, is het de taak van de boeren, in den Landstand vereenigd, om zelf het fundament te leggen voor een nieuwe boerenorde…”; “De Landstand leeft en marcheert, dat bewijst ook het bezoek van de vele boeren die om raad komen in het gebouw aan den Kennemerstraatweg te Alkmaar.”

Naast het stevige programma met toespraken was er ook ruimte gemaakt om het publiek te vermaken. Voor een decor van een Texelse boerderij op een duintop met helmgras werd het toneelstuk ‘De Strooppot’ opgevoerd. Mensen in typische Texelse klederdracht deden een volksdans. Van dit gezellige deel van de dag is zelfs een filmpje gemaakt.

 

De Landstand

De Nederlandsche Landstand was op 24 oktober 1941 door Seyss Inquart ingesteld als opvolger van het ‘Nederlands Agrarisch Front’ en stond onder leiding van ‘boerenleider’ Evert Roskam. De belangrijkste taken van de Landstand waren het behartigen van de belangen van boeren, vissers en tuinders en het meewerken aan de voedselvoorziening van de Nederlandse bevolking. Om dat voor elkaar te krijgen moest eerst een goede organisatie worden opgebouwd. Elke provincie had een eigen Boerenleider en verder werden zoveel mogelijk dorpsboerenleiders aangesteld om samen met de burgemeesters het lokale beleid te bepalen. Alle vooroorlogse boerenorganisaties moesten zich aansluiten bij de Landstand of zichzelf opheffen; alle boeren, tuinders en vissers werden verplicht lid en moesten contributie betalen. Propaganda moest een handje helpen om de Landstand tot een succes te maken.

Advertentie Nederlandsche landstand 5 mei 1942   Opening van de Gouwkring van de Landstand

Gouwhuis in Alkmaar

Alkmaar, al eeuwenlang een centrum voor het omringende platteland, werd het centrum van de gouw Noord-Holland. Half februari 1941 was een ‘gouwhuis’ geopend op Emmastraat 41. Jan Saal, boer uit Kolhorn, speelde daarbij een belangrijke rol als gouwleider/ provinciaal boerenleider. Op donderdag 12 februari 1942 werd officieel de Landstand voor het gewest Noord-Holland opgericht in een zaal van de Harmonie in Alkmaar, “in tegenwoordigheid van een groot aantal Nederlandsche, zoowel als Duitsche autoriteiten”. De zaal was versierd met de Landstandemblemen in groen en geel, de kleuren van wasdom en oogst. De toespraken maakten duidelijk waar de Landstand voor stond: het was (volgens spreker) géén verlengstuk van het staatsapparaat maar het tot zelfbewustzijn gekomen boerendom dat zijn eigen recht en zijn eigen eer handhaaft. “De Führer immers heeft reeds gezegd, dat de grondslag voor ieder Germaansch volk het boerendom is.”

Het Gouwhuis  Landstand Concours artikel Dagblad voor Noord Holland 14 mei 1942

Op 24 juli 1942 werd een nieuw pand in gebruik genomen als gouwhuis: Kennemerstraatweg 23. 

Nadrukkelijk richtte de organisatie zich niet alleen op de boeren, maar ook op de plattelandsjeugd, de vrouwen en de landarbeiders. Het aantal bezoekers van de ‘massale bijeenkomst voor de landelijke jeugd’ in het Wapen van Heemskerk in mei 1942 was echter niet zo heel groot. Een maand later was er een speciale bijeenkomst van de plattelandsvrouwen in café Centraal. Uit de zeer uitgebreide verslagen van dergelijke bijeenkomsten in de krant kun je opmaken dat het enthousiasme voor de organisatie toch niet erg groot was, ondanks alle pogingen de boeren op een voetstuk te zetten. Toen NSB-leider Mussert in juni 1942 een bezoek aan Alkmaar bracht kon Saal melden dat “wij thans 101 dorpsboerenleiders en 680 medewerkende mannen en vrouwen” hebben. Maar hij eindigde zijn rede met een opmerking over “onze vlag, nog door velen verguisd en bespot”.

De provinciale landdag was het voorlopige hoogtepunt in het bestaan van de Landstand in Noord-Holland. Op papier was de organisatie imposant, maar in de praktijk bleek het al snel een fiasco. Het lidmaatschap was verplicht, maar slechts een minderheid betaalde de contributie. De landelijke leiding raakte door corruptie in de problemen. Op 21 mei 1943 nam Jan Saal, die zich enorm had ingezet voor de nationaalsocialistische zaak en het ‘boerenbelang’, in de grote zaal van hotel Proot afscheid als boerenleider van Noord-Holland. Zijn opvolger, de heer Koeman, zette zijn werk voort.

In de latere oorlogsjaren verhardde de houding van de Duitse bezetter echter en ook het verzet werd actiever. Een propagandabijeenkomst zoals de Landdag in de Muziektuin werd niet meer gehouden.

Door Marlies ten Berge, projectmedewerker Regionaal Archief Alkmaar

Marlies ten Berge is projectmedewerker bij het Regionaal Archief. Ze werkte onder andere aan het vullen van twee thema’s in het digitale Geschiedenislokaal (www.geschiedenislokaalalkmaar.nl)  van het Archief. Tijdens haar zoektocht naar bronnen voor de educatieve website kwam ze het verhaal over de Landstand in Alkmaar tegen, dat ze heeft uitgewerkt tot het huidige artikel. Wie meer wil weten over WOII-gerelateerd materiaal uit het archief, kan een kijkje nemen in het geschiedenislokaal.

test