De Alkmaarse schietvereniging ‘Tref Wel’, een erudiete vriendenclub (1843-1853)

“Een allerliefste partij”

Ze hadden het ongetwijfeld naar hun zin, het groepje heren dat op een zonnige 11 september 1843 de serene rust in de bossen bij Egmond verstoorde. Op initiatief en onder leiding van jonkheer Henry Robert Tinne uit Heiloo oefenden zij in het schieten met een buks op een schietschijf waarbij, volgens het opgemaakte verslag van de eveneens aanwezige jonkheer Johan Ortt van Schonauwen, een totaal van 480 schoten werden afgevuurd.

De middag was een succes want in oktober kwamen ze weer bij elkaar, ditmaal in de duinen tussen Bergen en Schoorl. Het was regenachtig, maar dankzij een gehuurde tent bleven de schutters droog. En omdat het de laatste bijeenkomst van het seizoen was, besloot men de bijeenkomst met een diner in logement De Rustende Jager. Daar zal wellicht een stevig glas gedronken zijn, getuige het feit dat de vreugde werd verstoord “toen Tinne van de zeer steile trap viel en zich zwaar aan het hoofd bezeerde.”

portret Daniel Carel de Dieu Fontein Verschuir  portret Samuel Cornelis Simon Holland in ca. 1875  portret Cornelis Johannes Hellingwerff 1796 1857

Blijkbaar voldeed het aan een behoefte, want een jaar later ging men weer gezamenlijk op pad. Op 30 september 1844 schoten ze een heuse gans en werd het plan opgevat een schietgezelschap in het leven te roepen wat twee jaar later, op 1 februari 1846 uitmondde in de oprichting van de Alkmaarse schietverenging ‘Tref Wel’ met een maximum van zestien leden. Een gegraveerd glazen bokaal in de collectie van het Stedelijk Museum Alkmaar herinnert aan deze gebeurtenis. Het bijzondere is dat van deze vriendenclub, die slechts tot 1853 bestond, toch een piepklein archiefje bewaard is gebleven.
Het jolige ‘Tref Wel’ was op geen enkel vlak te vergelijken met serieuze schietverenigingen zoals de ‘Koninklijke Handboogschutterij Sint Sebastiaans Doelen’. Die bestond sinds 1824 in Alkmaar en nam veelvuldig deel aan schietwedstrijden, concoursen en nationale evenementen. Ook latere schietverenigingen als ‘Volksweerbaarheid Alkmaar’, opgericht in 1900, of het Alkmaarse ‘Nimrod’ uit 1911 waren van een geheel ander kaliber dan het vrijblijvende ‘Tref Wel’.

De contributie was wel serieus en bedroeg tien gulden per jaar. Daarvan werden jaarlijks op zes bij vergadering vastgestelde vrijdagen tussen maart en oktober een tent en schietschijf gehuurd, het transport naar de gewenste plek verzorgd en een prijs, uit te reiken op de slotdag van het seizoen, betaald. Het overschot werd in mindering gebracht op de rekening van het jaarlijkse slotdiner in De Rustende Jager te Bergen. Men mocht slechts schieten met een goedgekeurde buks. Zich met brandende pijp of sigaar in de buurt van de laadplaats begeven was ten strengste verboden op straffe van een gulden boete. Voor je beurt schieten kon ook niet door de beugel. En je schoot nadat een signaal geklonken had, anders was je een kwartje kwijt. Bij ruzie tussen twee of meer leden kwam de directie tussenbeide en was men verplicht zich te gedragen op straffe van een boete van drie gulden. Lid kon je slechts worden na doorgelopen ballotage. Daarbij werd gestemd met witte en zwarte bonen. En als een derde van presente leden de zwarte boon verkoos, kon de kandidaat het lidmaatschap vergeten.

Catalogus verzameling C.J Hellingwerff  Prentbriefkaart ingekleurd van Herberg De Rustende Jager in Bergen   Namen onder de oprichtingsakte

Wie waren die (jonk)heren van ‘Tref Wel’? Grondlegger van het gezelschap en enthousiast initiator was Henry Robert Tinne (1790-1849) tezamen met Daniel Carel de Dieu Fontein Verschuir (1804-1874) en Johan Ortt van Schonauwen (1810-1898). Verder zaten er klinkende namen tussen zoals Cornelis van Foreest (1817-1875), Hendrik Albert van Foreest (1819-1897) en Hendrik van Vladeracken (1785-1852). Maar ook: Pieter Binkhorst (1804-1876) die griffier bij de Arrondissementsrechtbank Alkmaar was, Pieter Lucius Wentholt (1822-1883) burgemeester van Heiloo en Limmen van 1854-1883), Matthijs Hendrik Weldijk (1794-1846) burgemeester van Limmen en Samuel Cornelis Simon Holland (1802-1886) burgemeester Egmond Binnen en Wimmenum. Verder Carel Frederik Gulcher (1808-1871), gehuwd met een Tinne en lid van de Amsterdamse rechtbank, Gerrit Cornelis Roelandus van Vloten (1814-1863) koopman en Cornelis Johannes Hellingwerff (1796-1857). Deze laatste ongehuwde, erudiete predikantszoon was belastingontvanger en groot liefhebber en kenner van oudheid en natuurkunde, verzamelaar van instrumenten, oudheden, penningen en munten, schelpen en boeken.

Het was een klap voor het gezelschap dat in 1849 twee uiterst belangrijke leden de vereniging ontvielen. Deelnemer van het eerste uur en initiatiefnemer Henry Robert Tinne overleed op 30 juni 1849 al op negenenvijftigjarige leeftijd. In november datzelfde jaar verruilde jonkheer Johan Ortt Alkmaar voor de stad Utrecht omdat hij als Rijks- en provinciaal Ingenieur bij de Waterstaat naar die provincie werd overgeplaatst. De achterblijvers zagen het met lede ogen gaan.

Rekening d.d 15 september 1848 van een diner voor 9 personen   Drinkglas Tref Wel

Op 2 maart 1850 schreef jonkheer Ortt vanuit Utrecht aan het bestuur dat “de uren in Bergen doorgebracht onder de genoeglijkste van mijn leven zullen gerekend blijven”. Het was dezelfde Johan Ortt die in het verslag van hun allereerste bijeenkomst in 1843 de dag als volgt samenvatte: “Het was een allerliefste partij waar de gulle receptie van de gastheer, het schone weder en het afgelegene, wijde en landelijke van het oort, toe meewerkte.”

Door Annemarie Ettekoven

test