Nel Lind, verzetsvrouw achtervolgd door haar doodsvonnis

Het is een vluchtig en mysterieus kiekje, een foto van een vrolijke vrouw op een bolderkar. Als bescherming tegen de zon houdt zij een paraplu vast. Haar rechterbeen is verbonden en ligt op een plank zodat zij deze kan laten uitrusten. Achter haar vrolijke lach gaat een enorm verhaal schuil. De vrouw op de foto is de Alkmaarse Nelly (Nel) Elisabeth Lind (1913-1997), tijdens de Tweede Wereldoorlog actief in het verzet. Nel werd verraden, opgepakt en ter dood veroordeeld. Door gelukkige verloop van omstandigheden wist zij dat noodlot te ontkomen.

Geen papieren

Nel was via de padvinderij betrokken geraakt bij de ondergrondse. Haar verzetswerk was klein begonnen met het rondbrengen van krantjes. Door haar organisatietalent groeide zij al snel uit tot het hart van de groep Luctor et Emergo, die in 1943 werd hernoemd tot Fiat Libertas. De verzetsgroep hielp onder meer geallieerde piloten van adres naar adres naar België te brengen, zorgde dat zij onder konden duiken en voor burgerkleding. Via Zwitserland en Spanje konden de piloten vervolgens terug naar Engeland ontsnappen.

Fiat Libertas organisatie overzicht

Nel werd in 1943 verraden en opgepakt. Na een kort proces werd zij voor Feindbegünstigung ter dood veroordeeld. Vanwege de aard van de beschuldigingen stond Nel terecht voor het leger, wat ervoor zorgde dat het vonnis in Berlijn bevestigd moest worden.

In afwachting van die bevestiging bleef Nel vastzitten in Utrecht. Tot zij op Dolle Dinsdag halsoverkop met andere politiek gevangenen werd verplaatst. In Nederland was chaos uitgebroken: de geallieerde soldaten hadden begin september 1944 Brussel en Antwerpen bevrijd, de verwachting was dat zij snel verder naar het noorden door zouden stoten. Deze berichten leidden tot voorbarige bevrijdingsfeesten en een overhaaste vlucht van nazi’s en NSB’ers. Ook de directeur van de gevangenis waar Nel verbleef vluchtte. De politiek gevangenen werden in een goederenwagon geladen en reisden twee dagen met emmer en zonder voedsel naar Anrath, net over de grens. Met het steeds verder verschuiven van het front werd ook Nel steeds verder Duitsland in vervoerd. Tot zij uiteindelijk terecht kwam in de gevangenis van Waldheim. Een stadje tussen Leipzig en Dresden, op zo’n 700 kilometer van Nederland.

Achterkant van het Huis van BewarIng in de Gansstraat in Utrecht   Plaquette ter herinnering van de oorlogsslachtoffers bij het Huis van Bewaring in de Gansstraat Utrecht.   borduurwerk

Op het moment dat Nel werd overgeplaatst naar Duitsland, waren haar papieren nog niet terug. Toen zij aankwam in Waldheim achtervolgde het dossier met het doodsvonnis haar nog steeds. Omdat de papieren niet met haar meereisden, wist men in de gevangenissen niet wat ze met haar aan moesten. Bij vragen naar haar situatie hield zij altijd wijselijk haar mond. Dat zal voor een groot deel haar redding zijn geweest.
De gevangenis in Waldheim werd op 6 mei 1945 bevrijd door het Russische leger. Na ruim een jaar geen contact te hebben gehad, had Nel maar één wens: terug naar Nederland. Het weerzien van familie en laten weten dat ze de oorlog had overleefd. Dat was geen makkelijke opgave. Aan het einde van de Tweede Wereldoorlog waren er miljoenen ontheemde burgers die niet zonder hulp van anderen terug naar huis konden komen.

Terugweg

Samen met Henriette (Jet) Roosenburg en Joke Folmer bereidde Nel de terugweg naar Nederland voor. De vrouwen hadden elkaar in gevangenschap leren kennen. Het was de start van een levenslange vriendschap. Ook schipper Dries, die in de mannengevangenis van Waldheim had gezeten voegde zich bij dit gezelschap.
Bij het beramen van de terugtocht moest het gezelschap het doen met de geruchten die er in de stad rondgingen. Dries kwam met het idee om naar het noorden te trekken en bij de Elbe een boot te vinden. Dan zouden zij zich stroomafwaarts af kunnen laten zakken naar Hamburg, waar volgens de verhalen de Engelsen zouden zitten. Het was een aantrekkelijker idee dan alle andere opties. Nel, Jet en Joke stemde er mee in.

Met hun uitgeputte en sterk vermagerde lichamen legden zij vele kilometers af. In enkele weken trokken Nel, Jet, Joke en Dries te voet van Waldheim naar Riesa waar zij een boot vonden. Onderweg waren zij overgeleverd aan de gratie van bewoners en corrumpeerbaarheid van de Russen. Hun Russische ‘paspoort’ – een vodje uitgegeven door een van de bevelhebbers in het gebied, met daarop in het Russisch de tekst: varen met boot, maakt niet uit waarheen’ – had hen bij meerdere bewaakte bruggen doorgang verleend. Maar bij de brug van Coswig liepen zij vast. Het was de grens tussen de Sovjet en de Amerikaanse zone waar alleen na controle personen werden uitgewisseld. Het viertal moest daarvoor doen wat zij vier weken lang hadden geprobeerd te ontwijken: zich registreren en verblijven in een Russisch kamp. Het was nu wachten op het moment dat een groep Nederlanders werd uitgewisseld met een groep Russen.  


Nel op bolderkarToen duidelijk werd dat binnen enkele dagen een overdracht van Nederlanders naar het Amerikaanse kamp voor ontheemde personen zou zijn, deed zich een probleem voor. Het rechterbeen van Nel was gaan zwellen en zat vol rode plekken. Ze kon er niet goed op lopen. De dertig kilometer lange tocht van Coswig naar Dessau zou te veel voor haar zijn. Er moest een oplossing gevonden worden zodat de groep samen het kamp kon verlaten.

Het viertal was door alle ontberingen goed geworden in het vinden van oplossingen. Hun laatste proviand (een van de wagentjes, onversneden tabaksbladeren en twee hompen brood) werd geruild voor een bolderkar die zij achter een wagen konden spannen. Op 6 juni, een maand na hun bevrijding uit hun gevangenschap in Waldheim, vertrok de groep naar Amerikaans gebied. Deze foto is vermoedelijk op 6 of 7 juni gemaakt, ergens boven de Elbe tussen Coswig en Dessau. Collectie Regionaal Archief Alkmaar.


 Een week later was het zo ver; het viertal mocht de Elbe oversteken naar het Amerikaanse kamp voor ontheemde personen in Dessau. Onderweg werd waarschijnlijk de foto van Nel op de bolderkar geschoten. In Dessau leek de terugtocht opnieuw vast te lopen; naar Nederland reizen leek in verband met de schaarste en verstoorde infrastructuur geen optie. Maar Jet wist een document te regelen waarmee zij op een vliegtuig naar Brussel meegenomen konden worden. Op 13 juni 1945, ruim vijf weken na haar bevrijding in Waldheim werd Nel terug bij het huis van haar vader in Alkmaar. Nadat zij weer was aangesterkt zette zij zich opnieuw in voor de padvinderij. Alsof er in die jaren niets gebeurd was.

Deel artikel Nieuw Noordhollands Dagblad 31 mei 1945

Door Sophie van Aardenne

voorkant boekMeer lezen

De terugtocht van de drie vrouwen en de later bij hen gevoegde schipper Dries, is uitvoerig beschreven door Henriette Roosenburg in het boek ‘De muren vielen om’. Het boek geeft een indrukwekkend beeld van de chaos die ontstond na afloop van de Tweede Wereldoorlog.

Heeft u meer informatie over Nel?

Er is nog meer onderzoek nodig om het leven en de activiteiten van Nel Lind completer weer te geven. Heeft u meer informatie over deze bijzondere vrouw? Het RAA komt graag in contact via Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken..

test