Bieslook op het balkon. Maatschappij van Tuinbouw en Plantkunde

Bieslook en bijenbloemen op het balkon, courgettes en tomaten in de vensterbank - het hobby-tuinieren in de stad is helemaal terug. Waar eerder een stadse vensterbank vooral bedoeld was voor een kamerplant of sierbloem, staan nu de mini-moestuintjes zij aan zij te wachten op water en zon. Zo'n 100 jaar geleden was hobby-tuinieren ook helemaal in, met dank aan de activiteiten van een maatschappij die later bekend werd als 'Groei en Bloei'.

Oprichters Maatschappij  

De eerste activiteiten van de Maatschappij van Tuinbouw en Plantkunde stammen uit de jaren '70 van de negentiende eeuw - een periode waarin vele maatschappelijke verenigingen het licht zagen. De maatschappij had al snel afdelingen door het hele land, en organiseerde voor de leden activiteiten zoals lezingen met lichtbeelden, tentoonstellingen, veilingen en sierteeltwedstrijden. De maatschappij trad ook op als een soort belangenorganisatie. Zo stimuleerde zij onderwijs in de tuinbouw, en maakte zij zich ook hard voor 'schooltuintjes'. In de vroege twintigste eeuw beperkte de vereniging zich steeds meer tot sierteelt. In deze periode ziet ook een afdeling voor Alkmaar en omgeving het licht.

De Alkmaarse afdeling werd opgericht door een bekende tuinbouwkundige, een directeur van de gemeentelijke plantsoenen, en twee lokale bloemisten. Alkmaar had een "rijk door natuurschoon bedeelde omgeving", aldus de oprichters in een circulaire bedoeld om nieuwe leden te werven. Deze leden hoopte men binnen te halen met gratis toegang tot de internationale voorjaarstentoonstelling, een drie maanden durende flora in Heemstede. Men begon met 15 leden, en een eerste bijeenkomst werd georganiseerd op 6 maart 1925 in de kleine bovenzaal van gebouw de Unie aan de Koorstraat.

gebouw de Unie  Rijks Tuinbouw Winterschool

De Unie was een gebouw met een gevel van de bekende Alkmaarse architect P.N. Leguit dat gesloopt werd in 1980, maar indertijd in gebruik was als chique sociëteit en kegelbaan - met boven een feestzaal voor bruiloften en bijeenkomsten zoals die van de maatschappij. Bij de oprichtingsvergadering waren twaalf mensen aanwezig, waaronder een vrouw die als secretaris optrad en meteen verzocht werd om ook tot het bestuur van vier mannen toe te treden. Daar moest ze nog even over nadenken, schrijft ze.

De oprichters van de Maatschappij in Alkmaar waren geheel in de lijn van de landelijke club zeer actief op het vlak van tuinbouw en sierteelt. De directeur plantsoenen, B. Hoek, en een van de bloemisten, J. Teerink, zaten samen jarenlang in de jury voor plantjes geteeld door schoolkinderen. Bijvoorbeeld die van de ULO in Bergen waar de Alkmaarse Courant over schreef. Voor de zomervakantie van 1927 hadden alle ruim 200 kinderen een plantje meegekregen om te verzorgen. Maar liefst 110 schoolkinderen hadden na de vakantie "hun coleus en begonia ingeleverd." Slechts 80 plantjes overleefden de zomervakantie niet.

Werken in tuin op school  Meisje met sierboeketje in de hand  Echtpaar bloemenboeketten

Mede-oprichter bloemist Teerink was ook druk met het verspreiden van kennis over bloemen en planten buiten zijn zaak. In de krant werd hij geroemd om zijn lezingen over hoe tuinen aan te leggen. In 1937 bijvoorbeeld sprak hij de volle toneelzaal van de Rustende Jager in Bergen toe waarin hij - naast uitleg over de tuin - ook aangaf hoe je veel punten kon verdienen met je sierteelt op de floralia. Ook brak hij een lans voor goedkope en simpele plantenteelt, want dure planten legden het volgens hem geregeld af als er punten verdeeld moesten worden.

Toneelzaal Bergen

De tuinbouwkundige van de oprichters, W. Balk, verscheen ook regelmatig in de dagbladen van Noord-Holland. In 1922 had hij zich nog kortstondig verkiesbaar gesteld voor de Tweede Kamer in de net opgerichte Platteland-Partij. De belangrijkste punten uit het oprichtingsprogramma gingen over het verhoging van het "welvaartspeil" van het platteland tegen de "overheersching der steden", maar er was ook nog een aparte sectie opgenomen over land- en tuinbouw. Hierin stond natuurlijk geheel in lijn met de maatschappij het land- en tuinbouwonderwijs met stip op 1. Helaas kwam zelfs de nummer 1 op de kieslijst niet in de kamer. De politiek met de platteland-partij was dus een kortstondig avontuur voor Balk.

In 1928 verscheen Balk wederom in de krant, ditmaal in de Schager Courant. Balk had twee hoogleraren uit Japan op bezoek waarmee hij de veiling in Broek bezocht, en daarna het Betaalkantoor. Volgens de krant vond het bezoek de regionale organisatie van de tuinbouw dusdanig interessant, dat de uitleg van Balk woord voor woord werd opgeschreven. Verder verbaasde men zich over de grote hoeveelheid aan tuinbouwproducten die internationaal geëxporteerd werd vanuit Noord-Holland, terwijl men in Japan gewoon was uitsluitend voor binnenlandse consumptie te produceren.

Luieren in de tuin  Krant lezen in tuin  Jongetje schommelend in tuin

Niet alleen tuinbouw was een internationale kwestie, hetzelfde gold voor bloemen - althans voor de accessoires. Bij de ene oprichter die een bloemenzaak had, H. Doggenaar, was een "pracht-collectie Zweedsche bloempotten en vazen" te koop in 1925. Bij de andere, J. Teerink (en zijn vader), werd in 1904 "het nieuwe duitsche draadwerk, zeer elegant" voor bloemstukjes aangeboden. De bloemisten stimuleerden de stadse bloemenliefhebber ook om naar speciale planten te komen kijken. Zo stond er in 1921 een advertentie in de krant van Doggenaar's Bloemenmagazijn en Kweekerij aan de Geest om 's avonds na achten even langs te lopen om de bloeiende nachtcactus te bewonderen. In latere tijden was er nog meer te zien, want de bloemenzaak werd uitgebreid met een kunsthandel in 1929.

De combinatie bloemen en kunst scheelt niet zoveel met het tegenwoordig bekende Zweedse warenhuis waar men op weg naar de uitgang ook kunstreproducties in de buurt van planten en kruidenzaden kan zien staan. Bieslook op het balkon is dan een mooie voortzetting van de jarenlange inspanningen van de maatschappij in Alkmaar om sierteelt en tuinbouw in het klein onder de aandacht te brengen bij het brede publiek. En daarna is het natuurlijk ontspannen en genieten temidden van alle planten- en bloemenweelde in de eigen tuin!

Door Jeltsje Stobbe

Bronnen:

  • Archief van Koninklijke Nederlandsche Maatschappij voor Tuinbouw en Plantkunde "Groei en Bloei", Afdeling Alkmaar, 1925-1977
  • Alkmaarsche Courant, 26 november 1925, p. 4.
  • Alkmaarsche Courant, 26 september 1927, p. 2.
  • Alkmaarsche Courant, 16 mei 1929, p. 2.
  • Nieuwe Langedijker Courant, 20 mei 1922, p. 4.
  • Nieuwe Langedijker Courant, 5 april 1928, p. 2.

test