Een zeventiende-eeuws Engels dievenhol in Alkmaar?

In het huis van het Engelse echtpaar Jan en Fillis was het in 1662 een komen en gaan van schimmige figuren. Het lijkt erop dat zij gestolen spullen uit de wijde omtrek kregen, en die vervolgens verkochten of verpandden – hoewel Jan en Fillis zelf dat ten stelligste ontkenden.

Jan en Fillis duiken in de zomer van 1662 op in een ‘examenboek’. Dat is een boek waarin verhoren van criminelen door de Alkmaarse schout en schepenen – samen verantwoordelijk voor de rechtspraak in de stad – staan opgetekend. In het boek zijn onder meer veel arme immigranten te vinden. Als ze door bedelen of stelen aan hun geld probeerden te komen, was de kans groot dat ze hier in aanraking kwamen met justitie.

Engelse namen

Jan en Fillis kwamenuit Engeland, maar ze woonden al jaren in Alkmaar. Ze waren in 1646 getrouwd in de Grote Kerk en woonden toen buiten de Nieuwlanderpoort, aan de zuidoostkant van de stad. In het Engels heetten de twee vast zoiets als John Stanley en Phyllis Williams, maar daar wisten de Alkmaarders zich niet zo goed raad mee. In het trouwboek staan hun namen gespeld als Johannes Stanlij en Phillis Willems, in het examenboek als Jan Standtleij en Fillis Willems. En waren de Jan Standele en Felis Jansz die in 1648 een zoontje lieten dopen misschien dezelfde Jan en Fillis? In 1662 was Fillis intussen zestig jaar, Jan was 58. Het lijkt erop dat ze in hun huis slaapgelegenheid aanboden. Onder de gasten waren nogal wat dubieuze types.

Examenboek  Nieuwlanderpoort  Huwelijk Jan en Fillis

Gebrandmerkt

De twijfelachtige praktijken van Jan en Fillis kwamen aan het licht toen de jonge Lysbet Moot, ook uit Engeland, ervandoor ging met een stel zakken, een rok, een deken, een kaas en wat tarwe van een boer uit Heiloo. De boer ging achter haar aan en Lysbet werd op 20 juni 1662 opgepakt en opgesloten in de kelder van het Alkmaarse stadhuis. De boer en zijn vrouw legden een getuigenverklaring af en identificeerden hun gestolen spullen. Er ontbraken alleen nog drie zakken, zeiden ze. Tijdens haar verhoor vertelde Lysbet dat Fillis Willems van die zakken een laken had gemaakt. Lysbet gaf wel vaker spullen aan Fillis, bij wie ze ook wel eens logeerde, zei ze. Ze kende haar al jaren en was door haar toedoen op het slechte pad beland.

Stadhuis  Waardin met gasten

Lysbet, die elders gebrandmerkt bleek omdat ze zwanger was geraakt van de man van haar zus, had al veel vaker gestolen; vijf kazen, een schort, een oude deken en een ketel in Heerhugowaard bijvoorbeeld. Vier van de kazen had ze verkocht, vertelde ze, de andere kaas en de rest van de spullen had ze aan Fillis gegeven. De ketel zou Fillis naar de lommerd hebben gebracht. Ze had er twaalf stuivers voor gekregen, die ze aan Lysbet had gegeven, maar het bonnetje had ze zelf gehouden. Lysbet klapte nog verder uit de school over Fillis. Ze had gezien dat er 's nachts vreemd volk allerlei spullen bij haar kwam afleveren. Onder hen was een lang ‘swart persoon’ die Pieter heette en met wie Fillis een vreemde taal sprak. Die had Fillis linnengoed gegeven. Van een varkensdief had Fillis een vaatje boter gekregen.

Eerlijk gekocht

Ook Fillis werd opgepakt. Tijdens haar verhoor ontkende ze alles. Ze had nooit een kaas of wat dan ook gekregen van Lysbet, zei ze. Sterker nog: ze kende die Lysbet nauwelijks en had haar pas zes weken geleden voor het eerst ontmoet, toen ze bij haar in huis was komen slapen. Het was Fillis wel opgevallen dat Lysbet vaak thuiskwam met dingen, waarvan ze dan beweerde dat ze die gekregen had. Fillis zelf had inderdaad allerlei mooie spulletjes, zei ze, maar die hadden zij en haar man gewoon gekocht. Het bij haar gevonden zilveren mesje en vorkje kwamen bijvoorbeeld van een zilversmid in de Langestraat. Ook voor twee gouden ringen, twee vingerhoedjes, drie koperen ketels en het linnengoed dat ze in huis had was eerlijk betaald. Er waren ook nooit ’s nachts mensen bij haar aan de deur geweest, en al helemaal niet om goederen te brengen.

Pieter de Boer en zijn hoer

De schout en schepenen lieten ook Fillis’ man Jan oppakken. Jan verklaarde dat hij Lysbet alleen kende omdat ze een week of twee bij hen gelogeerd had. Ze had toen een kaas bij zich en een linnen laken, maar ze zei dat ze die gekregen had. Zo logeerden er wel vaker mensen bij hen, zei Jan, onder wie misschien wat minder fatsoenlijke types, zoals Pieter de Boer en zijn hoer – die trouwens opvallend veel goud en zilver bij zich hadden gehad – en die varkensdief Thomas Grien en zijn vrouw. Maar van gestolen spullen was geen sprake. Veel van de mensen die bij hen kwamen waren bedelaars. Eigenlijk wilde hij ze alleen maar helpen, zei Jan. Zo hadden Jan en Fillis voor alles wel een verklaring, en wezen ze Lysbet aan als de enige schuldige.

Het vonnis in de zaak van Lysbet, Jan en Fillis ontbreekt. Lysbet had bekend en moet dus wel gestraft zijn, misschien met een verblijf in het tuchthuis of verbanning – of allebei. Jan en Fillis bleven tot het eind hun betrokkenheid ontkennen. Zouden ze ermee weggekomen zijn?

Lombardsteeg  Tuchthuis

Door Mariëlle Hageman en Tiny Toetenel

test