Alkmaarse ordonnanties in de 17e en 18e eeuw

Vuurwerkverbod, te hard rijden in de stad, vervoersverbod voor vee, belastingverhoging, vuil op de straat, vandalisme door jongelui: je zou deze onderwerpen vandaag de dag tegen kunnen komen in de krant. Maar het zijn ook problemen waarmee de gemeente Alkmaar worstelde in de 17de en 18de eeuw. Om deze problemen aan te pakken, vaardigden ze wetten en regels uit, zogenaamde ‘keuren’ of ‘ordonnanties’. Deze werden op papier gedrukt en als klein aanplakbiljet (‘plakkaat’) voor iedereen zichtbaar op de gevel van het Stadhuis en op andere centrale plaatsen aangeplakt. Dit was in die tijd het middel om de Alkmaarse burger op de hoogte te brengen van nieuwe regels. Live op televisie uitgezonden persconferenties en het onvolprezen internet bestonden nog niet.

 

Lijst van tarieven voor het openen van de poorten na sluitingstijd, circa 1700.  accijnstoren  Friese binnenpoort 1809 J.A. Crescent

Er is een flinke collectie van die gedrukte ordonnanties in het stadsarchief bewaard en deze zijn sinds kort te bekijken op de website van het Regionaal Archief Alkmaar. Ze bieden een mooie kijk in het dagelijks leven uit de jaren 1631-1814. Zo komen we regels tegen voor het uitoefenen van ambachten (van bakkers tot zilversmeden en van metselaars tot pruikenmakers), regels rond het houden van markten en het vaststellen van allerlei tarieven. Een mooi voorbeeld van dat laatste is een tarievenlijst van rond 1700 voor wat je moest betalen als je de stad in of uit wilde als de stadspoort al was gesloten: ’s avonds voor tien uur 1 stuiver, na tien uur 1 stuiver en 8 penningen.
We zien ook dat het stadsbestuur ‘behoeftige vreemdelingen’ uit de stad weerde, omdat dit de gemeenschap te veel geld zou kosten. Verder werd er in 1701 vanwege de toename van verkeersongelukken al gewaarschuwd tegen ‘onordentelijk ryden’. Rijtuigen mogen alleen rustig rijden in de stad, dus de paarden mogen niet rennen of draven, zodat ‘insonderheyd Vrouwen en Kinderen niet meer in groot Pericul (gevaar) wierden gebragt’. In 1741 moesten de straten zelfs verbreed worden, vanwege de nieuwe grote passagierskoetsen die toen in de mode kwamen.

ordinantie verkeer   keure begraven  keure  franse troepen

Graan en vuurwerk

Toen in 1698 de graanoogsten mislukten en de broodprijs tot ‘excessive hoogte’ steeg, kondigde het stadsbestuur aan dat zij ‘geneegen zijnde hare goede en eerlijcke Burgerye te soulageren (steunen) ende te hulpe te komen’, zodat de arme burgers niet verhongerden. Een eeuw later, rond de gebeurtenissen bij de overgang naar de Bataafse Republiek (1795), was men juist bang dat er voedsel gehamsterd zou worden, waardoor speculanten ‘zouden tragten de pryzen aanmerkelyk te doen ryzen’. Om dit te voorkomen werd de verkoop van graan en andere basisbenodigdheden aan banden gelegd.

Een punt dat jarenlang tot discussie, onrust en veel ordonnanties leidt, is het afsteken van vuurwerk. Met name rond de Ontzetviering leidt het vuurwerk tot ongelukken, schade en opstootjes. In 1695 wordt het afsteken ervan dan ook verboden. Een paar jaar later wordt ook de verkoop van vuurwerk verboden, maar men wist ook in die jaren al hoe je een vuurwerkverbod kon omzeilen. Zwaardere straffen (gevangenisstraf ‘op water en droog brood’) en in 1785 zelfs een mogelijkheid tot het vrijwillig inleveren van vuurwerk (tegen een vergoeding van 9 stuivers per pond!) bood weinig soelaas. Uiteindelijk besloot men dan maar in 1786 tot een volledige afschaffing van de Ontzetviering. Het enige ‘feestelijke’ dat de Alkmaarse burgerij restte was dat de preek in de kerk stilstond bij deze historische gebeurtenis.

ordinantie vuurwerk  keure klimmen   

Drek, vuyligheydt en kwajongensstreken

Om vervuiling van de stad (en vooral stank) te voorkomen, was al vroeg een systeem opgezet om het afval te verzamelen en verwerken. Maar ook in die tijd werden de regels hiervoor niet altijd gevolgd, zelfs niet door de vuilnisophalers: ‘zelfs die geenen die haar werk maaken om Secreten te ledigen zich niet ontsien de Drek en Vuyligheydt te werpen in de Stadts Gragten’. Met stinkende en soms onbevaarbare grachten als gevolg. Als oplossing worden in 1741 acht personen benoemd tot ‘Nagtwerkers’. Met een ratel kondigen ze hun komst aan, zodat de bewoners weten dat hun Sit-Huysje, Tobbetje of Vaatje’ geledigd wordt.
Ook was iedereen verplicht ‘sijn Straet voor sijn huys alle Saturdagen te Vegen ende het Vullis vande Straten en uyt de Gooten op te nemen ende weg te brengen’, anders wachtte in 1701 een boete van twintig stuivers. Kwajongens, die belletje trokken, gevels besmeurden, schoolmeesters nariepen en vernielingen aanrichten maakten in 1762 zelfs kans op een boete van 12 guldens. Curieus was ook het verbod uit 1774 op het ‘Beklimmen der Gestoelten, Hekken en Banken in de Kerken in Alkmaer’. Bij sommige begrafenissen was het blijkbaar zo druk, dat toeschouwers om maar niets te missen van het schouwspel op de banken gingen staan en zelfs de koorhekken inklommen. Tien stuivers kostte je dat.

keure veemarkt   keure verhuur huizen

Opsporing verzocht

De maatregelen tegen de runderpest, tegen overlast van verbouwingen bij de buren, over de salarissen van het onderwijzend personeel, we krijgen een mooi kijkje in de keuken van de toenmalige maatschappij. Als een soort voorloper van het televisieprogramma ‘Opsporing verzocht’ werd in 1713 zelfs het publiek ingeschakeld om diefstallen op te lossen. Op de paasmarkt hebben ‘diverse Dieven ende boosaardige Menschen’ verschillende kramen bestolen. Wie de gouden tip had die leidde tot aanhouding van deze ‘Schelmen en Booswigten’ kreeg een beloning van maar liefst vijftig gulden.

drukkerij

Door Paul Post, met dank aan Irene van Dijk en Eline Horlings.

test