Eeuwenlang werken aan de weg tussen Alkmaar en Schermerhorn

Momenteel wordt in de Beemster al gewerkt aan de N243 tussen Alkmaar en Hoorn. Volgend jaar gaat het weggedeelte Alkmaar-Schermerhorn op de schop. De N243 is behoorlijk smal, telt vele kruisingen en is echt aan een grote verbetering toe. Natuurlijk was de gemeente Alkmaar nauw bij de planvorming betrokken. De weg is immers heel belangrijk voor de stad.

Vier eeuwen geleden was dat niet anders. Het Alkmaarse stadsbestuur ging zicht echt met de verbinding met Schermerhorn bezighouden na het droogvallen van de Beemster in 1612. Beemsterkaas is nog altijd een begrip en het was heel belangrijk dat de Beemsterboeren met hun zuivel naar de markten in de stad kwamen. Zodoende verleende Alkmaar een subsidie voor de bouw van de brug over de Beemsterringvaart bij Schermerhorn. Dat was goed gezien, want al spoedig blijkt dat er vanuit Schermerhorn soms zelfs zes grote schuiten vol met kaas en boter over het water van het Schermeer en het Zeglis naar de Alkmaarse markten voeren.

Kaart van de situatie na het droogvallen van de Beemster in 1612. Linksboven Alkmaar, rechts de Beemster.  Kaart van de Schermer met de Noordervaart voorzien van wegen aan weerszijden.

Toen in 1629 de droogmaking van het Schermeer serieus in gesprek kwam, zat het stadsbestuur er weer bovenop. De verdwijning van het Schermeer als vaarwater stond voor de deur en gevreesd werd dat de Beemsterboeren dan wel eens de voorkeur zouden geven aan de markt in Hoorn. Gelukkig voor Alkmaar konden de droogmakers zonder politieke steun van de stad weinig beginnen. Zij moesten daarom in 1632 beloven een kaarsrechte vaart, de Noordervaart, van Alkmaar naar Schermerhorn door de droge Schermer te zullen aanleggen met wegen aan weerszijden. Aan beide uiteinden van de vaart dienden ook nog schutsluizen in de ringdijk te komen met overtomen ernaast om kleine schuitjes over de dijk te trekken. Op deze manier hoopte het stadsbestuur een goede en korte water- en landverbinding met Schermerhorn en de Beemster veilig te stellen.

Kapotte kazen

De Noordervaart, de wegen en de overtomen heeft het polderbestuur van de in 1635 drooggevallen Schermer inderdaad laten maken. Met de zeer kostbare schutsluizen lag het anders. Daar wilde de polder gewoon niet aan. Na tientallen jaren gesteggel zag Alkmaar in 1669 van de bouw van de sluizen af tegen een schadevergoeding van 25.000 gulden. Bovendien stond het stadsbestuur op goed onderhoud van de wegen langs de Noordervaart.

De dorpsstraat van Schermerhorn bij de kerk in 1886  De N243 in huidige staat bij de Schermermolens.
Dat laatste maakt duidelijk dat het gros van de Beemsterboeren ondertussen niet meer per schuit, maar met paard en wagen naar de markt ging. De Alkmaarse regenten hielden daarom ook de dorpsstraat van Schermerhorn tussen de Beemster en de Schermer en de bruggen over de ringvaarten goed in de gaten. In 1683 was het slecht met deze bestrate weg gesteld. Daarom verzochten de Alkmaarse kaaskopers dringend aan het stadsbestuur om in te grijpen zodat de Beemsterboeren ‘gemaeckelijcker met haer caes hier ter stede mogten comen’. Vijf jaar later waren beide bruggen zwaar bouwvallig. Ook het weggedeelte bij de Beemsterbrug lag er toen weer slecht bij. Juist daar werden de ‘de casen meest stucken gereden’ door het gehobbel van de wagens, meldde de dijkgraaf van de Beemster. Uiteindelijk lieten de Schermer en de Beemster nieuwe bruggen bouwen. Alkmaar verleende een stevige subsidie aan het dorp.

Klinkerweg

In 1852 nam de gemeente Alkmaar het initiatief voor de verharding van de weg tussen de stad en Schermerhorn. Dit mede onder druk van kaashandelaren, kooplieden en winkeliers. In maart 1854 besloot de gemeenteraad definitief tot bestrating van de weg langs de zuidkant van de Noordervaart tot de kruising met de Rustenburgerweg ten oosten van Stompetoren en dan verder langs de noordkant naar de brug over de ringvaart bij Schermerhorn. Het werd zo aangepakt omdat destijds de bebouwing van Stompetoren vooral langs de zuidkant van de vaart lag. Bovendien was de noordzijde voorzien van een verhoogde kade met schelpenpad. De nieuwe vier meter brede klinkerweg kwam in mei 1856 gereed.

De klinkerweg langs de Noordervaart in Stompetoren   De Omval met de klinkerweg en de rails van de tram naar Purmerend gezien in de richting van Stompetoren rond 1910.  

Links de de klinkerweg langs de Noordervaart in Stompetoren in 1904 met het in 1895 geopende stoomtramlijntje Alkmaar-Purmerend. De laatste tram reed op 5 september 1931. Foto C. van der Aa. Rechts De Omval bij Alkmaar met de klinkerweg en de rails van de tram naar Purmerend gezien in de richting van Stompetoren rond 1910.

In juli 1929 droeg Waterschap de Schermeer de weg langs de noordkant over de hele lengte over aan de provincie in verband met de aanleg van de nieuwe provinciale weg van Alkmaar over Schermerhorn naar Hoorn. Provinciale Waterstaat liet de weg vervolgens verbreden tot zes meter. Ook kreeg die toen een fietspad. Om voldoende ruimte te krijgen, werd de Noordervaart enkele meters versmald. Hiermee had het huidige traject van de N243 gestalte gekregen. De komende verbetering vormt weer een nieuw hoofdstuk in de historie van een weg waar al bijna vier eeuwen altijd wel iets om te doen is.

Door Diederik Aten
Historicus Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier

test