Treinseinen uit Alkmaar

Een speciaal hoofdstuk uit de geschiedenis van de Alkmaarsche IJzer- en Metaalgieterij.

In de Alkmaarse wijk die grofweg wordt afgebakend door de Schelphoekgracht, ‘t Raaksje, de Voormeer en het Wolfpad heeft het decennialang gegonsd van de bedrijvigheid. Scheepswerfjes, fabrieken, arbeiderswoningen met wat plantsoentjes en een werkspoor naar de steiger in het Noordhollandsch Kanaal bepaalden het aangezicht. Een typische industrieomgeving zoals die grofweg tussen 1880 en 1980 in zoveel Nederlandse steden was te vinden. Inmiddels is het een moderne stadswoonwijk geworden.

Stukje oude stadswal

De Alkmaarsche IJzer- en Metaalgieterij is op deze bijzondere plek altijd één van de bekendste fabrieken geweest. Opgericht langs het kanaal op 1 juli 1879 ter hoogte van een heel degelijke en stevige aarden steiger die daar sinds eeuwen lag. Een overblijfsel van de oude stadswal van Alkmaar zoals die al is te zien op de kaart van Drebbel uit 1597! Direct in het verlengde van het Raaksje is tot op de dag van vandaag dat stuk kade terug te zien in het kabbelende kanaalwater. Deze steiger maakte het eind negentiende eeuw mogelijk zware producten relatief eenvoudig naar schepen over te slaan. Er werden daarvoor zelfs spoorrails op de resten van de stadswal aangelegd. Transport over water naar Amsterdam werd hiermee mogelijk. Precies de bedoeling van industrieel Charles Bosch Reitz die naast de steiger de fabriek liet bouwen op een stuk Alkmaars plantsoen.

De steiger in het Noordhollandsch Kanaal   Gevels van enkele van de fabriekshallen van de Alkmaarsche IJzer- & Metaalgieterij.

Van Den Helder naar Alkmaar

Bosch Reitz was in 1870 al lucratief begonnen in Den Helder met zijn industriële activiteiten. Hij was eigenaar van de Helderse gasfabriek en de waterleidingmaatschappij. Door daarnaast stoommachines en ketels voor stoomschepen te gaan maken, hoopte hij een graantje mee te kunnen pikken bij de Stoomvaartmaatschappij “Nederland” die veelvuldig voer op de koloniën. In 1865 was inmiddels het graven van het Noordzeekanaal tussen Amsterdam en wat later IJmuiden zou worden, van start gegaan. Bosch Reitz besloot dat het verstandig was zijn fabriek naar Alkmaar te verplaatsen; hij vreesde dat Den Helder haar belangrijke rol op de ‘verouderende’ vaarroute zou gaan verliezen. In 1879 was het zover. Drie jaar na de opening van het Noordzeekanaal gingen de werkzaamheden in Alkmaar bij “De N.V. Alkmaarsche IJzer- en Metaalgieterij, Fabriek van Stoom en andere Werktuigen” van start. Met dertig werknemers.

Opname uit de catalogus van 1900.   Station Amsterdam Centraal

De Hollandsche IJzeren Spoorweg Maatschappij

Spoedig bleek dat de exploitatie van de fabriek moeilijk was. Onregelmatig werk zorgde voor problemen met het aannemen en afstoten van werknemers. Besloten werd dat er uitgekeken moest worden naar andere markten om het hoofd boven water te kunnen houden. In 1881 lukte dit bijzonder goed. Een prachtorder werd binnengesleept bij de Hollandsche IJzeren Spoorweg Maatschappij; het vervaardigen van grote hoeveelheden “handle-inrichtingen” waarmee de spoorseinen werden bediend. De H.IJ.S.M. was de oudste en een van de grootste particuliere spoorwegmaatschappijen die we toen hadden in ons land. Haar treinen reden op de belangrijkste lijnen tussen alle grote steden van het land, en de maatschappij had het hoofdkantoor in gebouw De Droogbak in Amsterdam. Kortom, geen kleine vis om binnen te halen.

fabrieksterrein te Alkmaar  Voorbeeld van een foto van een seinpaal uit de catalogus van 1900.  Voorbeeld van een foto van een seinpaal uit de catalogus van 1900.

De “Alkmaarsche Handle-inrichting”

Werden tot 1881 alle sein- en handle-inrichtingen voor de vaderlandse spoorwegen uit Duitsland betrokken, vanaf nu zouden ze, soms in licentie, in Alkmaar worden gemaakt. Bij de speciaal daartoe ingerichte “Alkmaarsche Handle-inrichting” in de fabriek van Bosch Reitz. Tussen 1881 en ongeveer 1920 gingen de zaken erg goed, met als pluim op het werk de levering van een algehele signaalbeveiliging voor het Centraal Station in Amsterdam in 1889. Al de toestellen op het emplacement van onze hoofdstad waren in Alkmaar gemaakt.
Er werd flink geïnvesteerd en gemoderniseerd in deze jaren en het aantal arbeiders groeide en groeide. Stoommachines werden in de fabriek vervangen door elektrische motoren, olielampen en daglicht in de werkhallen maakten plaats voor elektrisch licht en het fabrieksterrein met zijn bebouwing werd flink uitgebreid. De beveiligingstoestellen werden in grote aantallen tot in de verste uiteinden van het spoorwegnet in het hele land geleverd en ook in onze koloniën werden de spoorlijnen beveiligd met apparaten uit Alkmaar.

Schitterende foto uit de catalogus van 1900 die een ‘seinbrug’ of ‘seinbordes’ toont.  Tekening van een overwegboom uit de catalogus van 1900.

Een kentering in de productie voor de spoorwegen vond plaats na invoering van verplichte aanbestedingen voor dit soort grote orders. Tegen de Duitse spoorwegfabrikant Siemens en Halske, die soms wel 40% goedkoper kon leveren, viel vanuit Alkmaar gewoon niet rendabel te concurreren. Langzaam verminderde de productie, al bleef met ups-and-downs aan de Nederlandse Spoorwegen (én de Indonesische) geleverd worden tot in de jaren tachtig van de vorige eeuw. De Alkmaarsche IJzer- en Metaalgieterij richtte zich meer en meer op de fabricage van andere producten; zware machines voor bijvoorbeeld de verwerking van suikerriet, vrachtauto’s voor de gemeentelijke reiniging, betonmolens, apparaten voor in de Limburgse mijnen en hefbruggen voor auto’s in garages. Om maar even een kleine greep uit het repertoire te doen.

Een prachtige catalogus

Terug naar 1900. De periode waarin de Alkmaarse productie van de beveiligingsmiddelen voor de spoorwegen een enorme bloei kende. In dat jaar zag een prachtig geschreven en vormgegeven catalogus van de Alkmaarsche IJzer- en Metaalgieterij het daglicht. Een boekwerk van 54 pagina’s toonde mooie foto’s en tekeningen van producten die de fabriek voor de spoorwegen maakte. Bijna poëtische en literaire teksten bij de foto’s moesten de lezer en wellicht toekomstige koper interesseren en verleiden. Bijvoorbeeld met deze woorden bij een plaatje van een seinpaal: “Bij draadbreuk draait de schijf dóór en de rol loopt uit de groef van de schaar, waardoor deze vrij wordt en de arm door overwicht in den stand van ‘onveilig’ terugvalt.” Een paar pagina’s verderop in een paragraaf over spoorwissels deze zin: “Wanneer de wissel echter in een bepaalden stand gesloten moet worden, wordt de wissel eerst in dien stand gelegd, daarna is het mogelijk den schieter van het wisselslot, door het omdraaien van een sleutel, te brengen in eene opening in de verbindingstang der beide wisseltongen.”

De catalogus, vervaardigd bij Boek- en Kunstdrukkerij v/h Roeloffzen-Hübner & Van Santen te Amsterdam, staat al heel lang in de bibliotheek van het archief te wachten op geïnteresseerde lezers. Wanneer sporadisch een belangstellende bezoeker het boekwerkje dan toch eens inziet, ervaart hij of zij wat een lust voor het oog de inhoud van het werk is. Het lezen van de teksten doet hem of haar verwonderen; wat werden er mooie, bijzondere en belangrijke producten in Alkmaar gemaakt! Inmiddels allemaal weg en verdwenen, afgezien van een enkel exemplaar dat nu nog in het Spoorwegmuseum te Utrecht staat te pronken.

Door Jesse van Dijl

test