“Zoo zijn onze manieren”, katholiek Alkmaar eind jaren veertig

In de jaren na de Tweede Wereldoorlog werd er in Nederland hard gewerkt aan de wederopbouw van het land. Niet alleen moesten er huizen en fabrieken gebouwd en herbouwd worden, maar er moest volgens velen ook hard gewerkt worden om het moreel verval te bestrijden. Door het stijgende gebrek aan voedsel en brandstof in de oorlog, was men vaak aangewezen op stelen om te overleven. Scholen waren gesloten en kinderen namen deel aan de strooptochten op zoek naar hout en eten. En toen het land eenmaal was bevrijd, gaf een groot deel van de bevolking zich over aan het feesten met de bevrijders.

Het was dan ook niet vreemd dat vanuit overheid en kerk de lossere zeden met argusogen werden gevolgd, en al snel wilde men de bevolking weer in het vooroorlogse strakkere gareel te krijgen. Ook vanuit de katholieke kerk in Alkmaar werd de noodzaak gezien om op te komen voor de traditionele waarden van het geloof. Daartoe werd in oktober 1949 de tentoonstelling “Zo zijn onze manieren” gehouden, in het gymlokaal van het R.K. Lyceum aan de Bleekerskade (nu PCC). Het zou een soort katholieke huishoudbeurs worden, waarin werd getoond ‘hoe een goed katholiek leeft’.
‘Wij leven in een chaotische wereld’, stond er in het programmaboekje te lezen. ‘Een wereld, waarin de angst voor ’t verlies der beschaving het schijnt te zullen winnen van de sterke durf en het Godsvertrouwen’. De oorlog had het ‘Christelijke milieu’ aangetast, en we moesten weer terug naar de tijd waarin het katholieke gezin, ‘de zuurdesem van de samenleving’ was: ‘Wil de beschaving gered worden en wil de wereld weer gezond worden, dan zal eerst het gezin gezond gemaakt moeten worden.’ Om dit voor elkaar te krijgen werd voor katholiek Alkmaar deze tentoonstelling georganiseerd om het begrip en de waardering voor de christelijke gezinsgebruiken te bevorderen.

Relletje vooraf

De tentoonstelling kreeg veel aandacht in de pers, ook al voordat deze was geopend. Dat was mede te danken aan een van de films die in het kader van de tentoonstelling in de bioscoop gedraaid zouden worden. “Moeders op vacantie” was de titel van deze film, gemaakt in opdracht van de Zusters Augustinessen. Het ging over het werk van de zusters, met name voor de moeders die vanwege gezondheidsproblemen een tijdje het gezin moesten verlaten om op krachten te komen.
Je verwacht dan niet snel dat daarin iets ongepasts voor zou komen, maar toch dreigde de Rijksfilmkeuringscommissie met afkeuring. In de film zei een ‘booswicht’ namelijk: ‘Schei uit met dat gefemel; je had non moeten worden, zo halfzacht kun je alleen maar in een klooster zijn.’ Deze woorden zouden aanstootgevend kunnen zijn voor katholieken. Een beetje vergezocht, dus de film kon alsnog ’s avonds vertoond worden in de aula van het Lyceum.
Overdag was er een filmprogramma met ‘voor elk wat wils’. Zo had de Amerikaanse ambassade een film over verkenners en gidsen in Amerika beschikbaar gesteld. Ook was er een ‘boeiende’ natuurfilm over het leven van de vlinder en een ‘mooie’ muziekfilm over het leven van Rossini. En een fimpje over ‘het populaire vervoermiddel, waarvoor iedere jongen, en wellicht nog meer ouderen warmliepen, de jeep’.

Voorzitter van het organisatiecomité,   Redacteur van het Nieuw Noord-Hollands Dagblad legt een jeugdig publiek uit hoe de krant wordt gemaakt.

Katholieke middenstand

Op de tentoonstelling zelf was een overzicht van de katholieke gebruiken te zien. Aan de hand van zorgvuldig ingerichte stands werd aandacht besteed aan de opeenvolgende fasen in het katholieke leven: het huwelijk, het doopsel, het gezin, de eerste communie, de kinderen en de dagen van beproeving (ziekte en dood). Daarnaast werden de gebruiken rond de kerst, pasen en pinksteren getoond en waren er stands over beroepskeuze, over het katholieke boek, de katholieke pers en de jeugdbeweging.
De katholieke middenstand werkte mee aan de tentoonstelling. Zo had aannemer Bolten de stands gebouwd, die vervolgens door personeel van V&D waren ingericht waren, waarbij de firma Genefaas voor de verlichting zorgde. Firma Kuhne verzorgde een boekenstand en bloemen waren geleverd door Nuyens. Banketbakker Schilder, de firma Keg en de firma Verkade zorgden voor de attracties. Slager Bernard Koomen van de Laat en melkhandel Ruiter uit de Gashouderstraat stonden levensmiddelen af voor de Kerststand.

diverse stands  Een hoekje van de tentoonstelling

De schilder Lode Sengers, bekend van zijn religieuze werk, had de achtergronden voor de stands geschilderd. Het waren eigenlijk meer etalages, die de tradities uit het katholieke gezinsleven verbeelden. Zo zag men een doopkaars en doopkleed. De zegening van een huis bij noodweer kwam aan bod, evenals het tafelgebed en het zegenen van het brood voordat het gesneden werd. Uiteraard ontbraken de bidprentjes niet en de communiekaars en communiegeschenken. Voorbeelden van kerstgebruiken waren de adventskrans en het kerststalletje, met het daaropvolgende driekoningenbrood. Bij de vastentijd zag men het askruisje en het snoeptrommeltje, kortom, alle bekende zaken uit het rijke roomse leven van weleer kwam men op de tentoonstelling tegen. Zo wilde men laten zien hoe een goed katholiek gezin moest leven, ‘dat met de Kerk viert en treurt en dat de gemeenschap der heiligen betrekt in de eigen feesten en in het eigen verdriet.’

een stand over het huwelijk  Het ideale gezin

Rozenkrans

Dit alles en nog meer trok in slechts vijf dagen tijd maar liefst negenduizend bezoekers! De entree was een kwartje voor volwassenen en een dubbeltje voor kinderen. In bussen werden scholieren uit de omgeving van Alkmaar aangevoerd, maar ook veel gezinnen en volwassenen kwamen langs.
Aan die grote belangstelling zal ook wel de publiciteit in de krant meegewerkt hebben. Bijna een soort mediacampagne met uitgebreide artikelen over de tentoonstelling en zelfs kleine, grappig bedoelde, nep-advertenties. Laten we hopen dat de krantenlezer van toen in de gaten had dat Jan Zonderhuis en Jan Zonderhulp geen echte personen waren.
Of de tentoonstelling het beoogde doel heeft bereikt weten we niet. Wel weten we dat in ieder geval een van de bezoekers tijdelijk moest afzien van een van de katholieke gebruiken. Want de volgende dag lazen we in de krant, dat er tussen de gevonden voorwerpen, naast de gebruikelijke zaken als een wollen das en een kinderwant, ook een rozenkrans was aangetroffen...

advertentie tentoonstelling  advertentie tentoonstelling  advertentie tentoonstelling  advertentie tentoonstelling

Door Paul Post

test