De Laat is 150 jaar een straat

Honderdvijftig jaar geleden was de demping van de Laat een feit. Een eeuwenoude gracht was daarmee een gloednieuwe straat geworden. Hoe dat ging is te volgen aan de hand van stukken die bewaard worden in het Regionaal Archief.

In het najaar van 1870 stuurden de Alkmaarse Burgemeester en Wethouders een voorstel naar de gemeenteraad: ze wilden de Laat laten dempen en van riolering laten voorzien. De kwestie was tien jaar eerder ook al eens besproken, en was vervolgens op de lange baan geschoven. Maar intussen waren de kosten voor het onderhoud van de oude bruggen en kades van de Laat zo hoog, dat de tijd rijp was om de gracht te dempen. In de gemeenteraadsvergadering van 26 oktober legde burgemeester Archibald Maclaine Pont uit dat de belangrijkste reden voor de demping de gezondheid van de Alkmaarders was: de Laat berokkende vooral ’s zomers ‘door hare onaangename uitwaseming’ veel schade aan de gesteldheid van de omwonenden, zei de burgemeester. Een raadslid voegde daaraan toe dat de demping ook zou bijdragen aan de verfraaiing van de stad, en bovendien handig zou zijn voor het verkeer.

Maclaine Pont bewerkt  Kaart van 1865  Kapelkerk Laat

Vervuilde grachten

Met het oog op de hygiëne dempte de gemeente in die tijd verschillende van de vaak nogal vervuilde grachten. Aan de andere kant van de binnenstad waren in de jaren ervoor bijvoorbeeld de Lange en Korte Nieuwesloot al gedempt. De gemeenteraad stemde ook vrijwel unaniem vóór de demping van de Laat. De kosten voor de demping waren geraamd op 50.880 gulden. Daarvoor sloot de stad een lening af.
Eind december 1870 al gingen B&W over tot de aanbesteding van de demping en riolering van de Laat, en in het verlengde daarvan de Heul. In totaal zou er daarmee 827 meter aan gracht verdwijnen. Aannemer Jacob Oldenburg uit Bergen had met 44.746 gulden de laagste offerte uitgebracht en mocht de klus gaan klaren. In het bestek dat hij meekreeg stond heel exact beschreven hoe hij te werk moest gaan bij het dempen van de grachten, het slopen van de bruggen en kademuren, het aanleggen van funderingen voor putten en rioolbuizen en uiteindelijk het bestraten van de nieuwe straat. De grond die nodig was om de gracht te dempen, moest hij afgraven van onder meer de oude vestingwal bij de Achterweg, die liep bij het huidige Victoriepark, en van het plantsoen op het bolwerk tussen de Molen van Piet en het kruitmagazijn.

 Ongedempte Laat 1871  Laat 1865  Laat 1871

Bruggen weg

De werkzaamheden vonden grotendeels plaats in 1871. Ze gingen gepaard met behoorlijk wat overlast voor de omwonenden, die zelfs leidde tot vragen in de gemeenteraad. De bruggen over de Laat werden in verband met de aanleg van de riolering al in een heel vroeg stadium weggehaald, zonder dat er alternatieven waren geregeld ‘om de voorbijgangers eenen veiligen doorgang te waarborgen’, merkte een raadslid op. Ze konden nauwelijks meer aan de overkant komen. Stapels stenen op straat zorgden er bovendien voor dat ‘de passage soms geheel versperd is’. Een ander raadslid wees op de slechte verlichting ’s avonds. Volgens de planning had het werk aan de Laat half september 1871 af moeten zijn, maar de werkzaamheden liepen maanden vertraging op, onder meer door het koude voorjaar. In april gingen de arbeiders die het graafwerk voor de demping moesten verrichten ook nog eens in staking. Ze vonden dat ze te weinig betaald kregen. Toen de aannemer ze deels tegemoet was gekomen, pakten ze hun werk weer op. Uiteindelijk was de gracht eind 1871 gevuld.

Ontwerp demping Laat en Heul  De Vest rond 1865  Gedempte Laat 1910

Maar daarmee was de straat nog niet af. Zo kon de strook in het midden, waar tot voor kort het water had gelopen, nog niet meteen worden bestraat. De grond werd er goed aangestampt en bedekt met een laag kalkpuin en daarop een laag schelpen. De aannemer moest de inklinkende grond na verloop van tijd weer ophogen en bedekken met een volgende laag kalkpuin en schelpen. In de zomer van 1872 dienden ruim dertig bewoners van de gedempte Laat een verzoek in bij de gemeente om de weg te bestraten, omdat ze veel last hadden van het schelpenpad. Bestrating was toen nog altijd niet mogelijk, maar de gemeente stelde voor de Laat ‘zooveel mogelijk met water te besproeijen’. Het zou nog vijf jaar duren voor de Laat helemaal bestraat zou worden. Intussen werden er in 1872 wel nog nieuwe bomen langs de Laat geplant. Dat was voor de aanblik van de straat ook wel nodig: die oogde namelijk opeens wel heel breed in verhouding tot de vrij bescheiden huizen die er stonden.

Tabakswinkel Laat 1895  De Heul  Limmerhoek en Laat

Demping-manie

Met het dempen van de Laat was er nog geen einde gekomen aan de Alkmaarse dempingen. De gemeenteraad had intussen alweer besloten ook de Baansloot te dichten. ‘Demping-manie’ noemde een columnist het in maart 1872. De stad verloor door al die dempingen veel van zijn oude karakter, schreef hij: ‘vroeger woonden wij als op eilanden, tegenwoordig voor een groot deel op den vasten wal’. Terwijl de mensen de Hollandse grachten in het verleden juist heel aantrekkelijk vonden, moesten ze nu allemaal maar dicht. ‘Misschien vindt het nageslacht goed ze weder open te maken,’ concludeerde de columnist. En inderdaad: nu de Laat een opknapbeurt ondergaat, klinken er ook stemmen om het water terug te brengen.

Laat toen en nu  Laat toen en nu  Laat 2022

Door Mariëlle Hageman

test