Alkmaar in 1572: de geuzen komen in de stad

Alkmaar wist in 1573 met succes een Spaanse belegering te doorstaan. Op 8 oktober vieren we dit, een oude Alkmaarse traditie. Landelijk was er dit jaar meer aandacht voor 1572, het jaar van de ‘de geboorte’ van Nederland, die ingeluid werd met de verovering van Den Briel op 1 april 1572. Een mooie aanleiding om eens te kijken wat er in Alkmaar gebeurde in dit voor Nederland zo belangrijke jaar 1572.

Laten we meteen maar beginnen met de belangrijkste gebeurtenis in dit jaar, de inname van Alkmaar door de geuzentroepen op 20 juni. Wat er precies gebeurde weten we dankzij de zeventiende-eeuwse Alkmaarse kroniek van Cornelis van der Woude. De stad was al meerdere keren aangespoord om mee te doen aan de opstand tegen het Spaanse gezag, maar had een beslissing steeds voor zich uitgeschoven. Naarmate de opstandelingen in het Noorderkwartier steeds meer voet aan de grond kregen, nam de druk op Alkmaar toe. Op 21 mei sloot Enkhuizen zich na heftige interne strijd aan bij de opstand. Vanuit Enkhuizen werd op 12 juni Medemblik veroverd. Na stevig aandringen vanuit Enkhuizen koos op 19 juni de ‘brede raad’ van Hoorn voor deelname aan de opstand. Alkmaar was nu de enige grote stad in het Noorderkwartier die nog in regeringshanden was.

Krijgslist

Diederik van SonoyDiederik Sonoy, inmiddels door Willem van Oranje tot gouverneur van het Noorderkwartier benoemd, wilde niet langer wachten op het aarzelende Alkmaar. Hij besloot de stad desnoods met geweld in te nemen. Er werd een leger op Alkmaar afgestuurd. Daarbij werd een krijgslist toegepast. Om het leger groter te doen lijken dan het was, liet Sonoy bij iedere soldaat een of twee boeren meelopen. Ook werd er tussen de gelederen meer ruimte gemaakt. Zo kreeg het geheel de schijn van ‘een groot ende wel gheformeert Leger’. Het leger trok via Avenhorn, Ursem en de Huigendijk – daar had de vader van kroniekschrijver Cornelis van der Woude ze nog langs zien komen – naar Alkmaar. In de stad vreesde men weinig te kunnen beginnen tegen het schijnbaar grote leger dat voor de poorten lag en werd al snel besloten zich ‘onder de bescherminghe des Princen’ te stellen, zoals Van der Woude het formuleerde. Zijn verhaal over de vredige overgave van de stad wordt in grote lijnen bevestigd door andere bronnen. Volgens een ervan hadden de Alkmaarders bij het openen van de poorten geroepen: ‘welcoem vrinden!’

 

Martelaren

opgehangen minderbroeders De bezettingstroepen, zo’n achthonderd soldaten, bleven zeven weken in de stad. Het waren meest voormalige watergeuzen, die zich niet altijd voegden naar de wil van de gezagsdragers. Dat merkten vooral de geestelijken in de stad, voor zover die niet al gevlucht waren. Alle opgekropte haat over de strenge vervolging van ketters onder landvoogd Alva ontlaadde zich op hen. Een groep geuzen overviel het Alkmaarse Minderbroedersklooster, dat zich ter hoogte van de huidige Paardenmarkt bevond en nam een vijftal minderbroeders gevangen. Ze werden naar Enkhuizen gebracht en daar zonder voorafgaand proces opgehangen. Later in het jaar onderging een zesde minderbroeder, die aanvankelijk wist te ontsnappen, hetzelfde lot. Het door de geuzentroepen gepleegde geweld zal door de meeste Alkmaarders zijn afgekeurd. Waarschijnlijk vond de terechtstelling daarom ook in Enkhuizen plaats. De dood van de zes franciscanen is een zwarte vlek op het blazoen van Sonoy, die duidelijk zijn troepen niet in de hand had. Al gauw na hun dood werden de minderbroeders in katholieke kringen gezien als geloofsmartelaren.

 

 

Ontsnapping

Een ander doelwit van de in Alkmaar binnenvallende geuzen was het buiten de Geestpoort gelegen Clarissenklooster. Wat er toen in het klooster gebeurde is vastgelegd in een verslag dat in 1627 in Lissabon werd gepubliceerd en waarvan in 2019 een Nederlandse vertaling verscheen. Volgens het verslag werd het klooster op 23 juni omsingeld door soldaten. Het plan van de geuzen zou zijn geweest om rond middernacht het klooster binnen te vallen en de zusters gevangen te nemen. Maar enkele ‘vrome en eerbare katholieke personen’ uit de stad kwamen te hulp. Met behulp van ladders, die deze hadden geplaatst tegen de muren aan de achterkant van het klooster, wisten de kloosterzusters te ontsnappen. Via Haarlem trokken ze naar Amsterdam, dat nog lang trouw bleef aan de Spaanse koning. In 1578 reisden ze via Antwerpen naar Portugal waar ze onderdak vonden in een nieuw voor hen gesticht klooster in het bij Lissabon gelegen Alcântara.

kaartje alkmaar  clarissen boek

In het verslag wordt ook beschreven wat er na hun vertrek in hun Alkmaarse klooster voorviel. De geuzen kwamen rond middernacht in het klooster. Na vergeefs de zusters te hebben gezocht, vernielden ze de beelden en altaren. Op zoek naar kostbaarheden werden op het kloosterterrein zelfs de lijken van twee onlangs overleden zusters opgegraven.
Het clarissenklooster werd in juli 1572 afgebroken. De kloosternaam kwam later terug in de benaming van het bij de plek van het afgebroken klooster gelegen bolwerk en het buurtje erachter: het Clarissenbolwerk en de Clarissenbuurt. In 2021 werden bij de Bergerbrug resten van het klooster opgegraven.

Het zal de lezer inmiddels duidelijk zijn geworden dat het jaar van de ‘geboorte van Nederland’ in Alkmaar ook zijn schaduwzijden had.

Door Harry de Raad

Meer over het Beleg van Alkmaar is te vinden op onze overzichtspagina 'Beleg van Alkmaar'.

test