Antarctisch Alkmaar

Wanneer het er hard waait, en dat doet het vaak op het koudste continent ter wereld, zie je alleen maar wit. Zo veel wit dat je geen diepte meer ziet en oriënteren onmogelijk is. Het is dan uiterst gevaarlijk om je kamp of zelfs je tent te verlaten. Maar als de wind en de sneeuw gaan liggen, dan kun je tussen de toppen van het Transantarctisch Gebergte een opvallende formatie onderscheiden: de piek van de berg Alkmaar. De berg dankt die naam aan Dick van der Wateren – de wetenschapper die meermaals op expeditie ging naar Antarctica en vier foto’s van zijn bezoek aan de Alkmaar aan het Regionaal Archief schonk.

Jongensdroom

Als kleine jongen droomde Van der Wateren er al van om mee te gaan op een expeditie. Hij las boeken over ontdekkingsreizen en fantaseerde over avonturen in de Amazone. Zijn voorliefde voor stenen verzamelen verraadde een grote interesse in geologie. Dat werd later dan ook zijn studierichting.

In 1984 begon Van der Wateren aan zijn proefschrift over het ontstaan van stuwwallen die in de voorlaatste ijstijd door landijs zijn gevormd. Hij deed onderzoek in Duitsland en Spitsbergen. Tijdens het proefschriftonderzoek deed hij een contact (en vriendschap) op die ervoor zorgde dat hij in 1988 mee kon met een expeditie naar Antarctica.

Kaart met station en berg  Van der Wateren op de Alkmaar

Ontdekkingsreizen

Van der Wateren ondernam uiteindelijk vijf expedities naar Oost-Antarctica, tussen 1988 en 1998. Hij was daar deel van Duitse en Amerikaanse onderzoeksgroepen, waaraan ongeveer dertig wetenschappers deelnamen. De meesten onderzochten de geologie van het gebergte en de ondergrond van Antarctica. Van der Wateren was medeverantwoordelijk voor onderzoek naar het landschap en hoe de ijskappen zich gevormd hebben.

Het basiskamp van de expeditieleden lag aan de kust van de Rosszee, aan de voet van een actieve vulkaan. Vanuit dat kamp vertrokken de wetenschappers in groepjes van twee of vier om verderop op het continent onderzoek te doen en monsters te nemen. Van der Wateren: “Als je onderzoek gaat doen, word je met een helikopter naar locatie gebracht. Wanneer je aankomt op de plaats van bestemming, zet je daar kamp op. Je begint met de antenne, van bamboe en draden. Daarmee moet je contact maken met het basiskamp. De helikopter gaat pas weg als dat is gelukt. Met die radio moet je daarna twee keer per dag contact proberen te maken met het basiskamp. Als er twee dagen radiostilte is, komen ze checken of iedereen nog leeft.”

Van der Wateren op de Alkmaar  Berggids Stecher op de Alkmaar

Vanuit het onderzoekskamp verkenden de wetenschappers te voet of op ski’s de omgeving. Bij mooi weer hadden ze de tijd voor hun onderzoek, want in de zomer (wanneer het bij ons winter is) is het er 24 uur per dag licht. Maar de omstandigheden waren niet altijd goed: “Soms kon je de tent niet uit door de harde wind. Alles is dan wit door de losse, rondvliegende sneeuw. Je ziet geen contrast meer en hebt het niet door als je een afgrond in loopt. Je kunt je niet oriënteren. We spanden dan touwen tussen de tent en de plek waar we naar de wc gingen, dat was vaak een iglo iets verderop. Die touwen moest je echt volgen, want als je verdwaalt dan vind je het kamp niet meer terug. De beste optie is dan om ergens een schuilplaats te maken en hopen dat je wordt gevonden.”

Het was tijdens de expeditie van 1988-1989 dat Van der Wateren zo’n 250 kilometer van het basiskamp de berg bezocht die hij Alkmaar doopte. Naar zijn thuisstad, want hij woonde destijds in Alkmaar. Hij was daarheen verhuisd toen hij aardrijkskundedocent werd op het Jac. P. Thijsse College te Castricum en zou er twaalfenhalf jaar blijven wonen. De naam van de berg is overigens nooit officieel vastgelegd, maar wordt door de onderzoekers wel gebruikt. De top van de Alkmaar is voor hen een belangrijk oriëntatiepunt.

Land van ijs en verwondering

Over de vorming van het landijs, de gletsjers en ijskappen op Antarctica zijn verschillende theorieën. Een groep wetenschappers die vooral onderzoek uitvoerde bij bergdalen die al miljoenen jaren ijsvrij zijn, concludeerde dat de ijskappen al die tijd ongeveer hetzelfde volume hadden en vrijwel stabiel bleven. Een andere groep concludeerde juist dat de ijskappen dynamisch zijn. Ze groeien en krimpen, groeien en krimpen. Die conclusie delen Van de Wateren en zijn onderzoeksgenoten: de ijskappen zijn dynamisch – net als de bergketen waarop ze liggen, die beweegt ook. Daarnaast vermoedt Van der Wateren dat het Antarctische ijs niet overal dezelfde geschiedenis heeft. Het Transantarctisch Gebergte is duizenden kilometers lang, dus er is ruimte voor verschil. Die was er overigens soms niet tussen de onderzoeksteams: de sfeer tussen de aanhangers van de rivaliserende theorieën was niet altijd even plezant.

Berg Alkmaar

Hoewel het ijs rond de Zuidpool door de klimaatverandering in hoog tempo smelt, zal de circa 1690 meter hoge berg Alkmaar niet snel ijsvrij zijn. Van der Wateren: “In het westen van Antarctica ligt de basis van het ijs onder zeeniveau. Kleine veranderingen in de zeewatertemperatuur en de zeespiegel hebben dan grote invloed op de ijskappen. Daar zijn nu meerdere gletsjers die onstabiel worden en los dreigen te laten. En als er een gaat, krijg je een kettingreactie en gaat de rest. In het oosten, waar Mount Alkmaar ligt, ligt het ijs hoger en is het stabieler. Het is wel in volume afgenomen, maar niet zoals in het westen.”

De inmiddels gepensioneerde naamgever van het ijskoude Alkmaar is na de expedities weer les gaan geven, in natuurkunde. Van der Wateren is ook altijd onderzoek blijven doen en heeft twee bedrijven opgericht, waaronder een filosofische praktijk. In al die zaken ziet hij belangrijke gemene delers: vragen stellen met een open blik en het vasthouden van verwondering.

Door Lisette Blokker, met dank aan Dick van der Wateren

 

test