Blik op het Verleden | Het Archief blogt

Flats voor gedemobiliseerden in Alkmaar.

11 maart 2019

Na de bevrijding in Nederland heerste er grote woningnood. Door het oorlogsgeweld waren veel woningen vernield, terwijl in de oorlog nauwelijks werd gebouwd. Het naoorlogse gebrek aan geld, materialen en mankracht hielp ook niet mee. En dat terwijl er in die wederopbouwjaren flink getrouwd werd, met een ‘baby-boom’ als gevolg. Veel jonggehuwden bleven noodgedwongen inwonen bij hun ouders. Ook in Alkmaar was een groot gebrek aan woningen, zo werden er in 1951 slechts 120 woningen gebouwd, terwijl er ruim 1.000 woningzoekenden waren.

Het “uiterst getrouwe” topografische werk van J.A. Crescent

04 maart 2019

Een schijnbaar verlaten ruïnedorp, waar de kerk dakpannen mist, huizen in puin liggen en zelfs de bladerloze bomen bijdragen aan het beeld van verval. Dat is hoe Schoorl er 5 mei 1800 bij lag, nadat de Engelsen en Russen 6 oktober 1799 tijdens hun verwoestende veldtocht door het dorp waren getrokken. De gevolgen van de veldtocht, onderdeel van de Engels-Russische oorlog tegen het revolutionaire Frankrijk en haar vazalstaten, zijn minutieus vastgelegd op een aquarel uit 1811, waarvoor de basisschets mei 1800 werd gemaakt. Het beeld van het verwoeste Schoorl werd gevangen door Jacobus Andreas Crescent. En dat geldt voor nog veel meer dorps- en stadsgezichten. Vooral Alkmaar is door Crescent tientallen keren vastgelegd.

Alkmaarders tankten bier over de grens

27 februari 2019

De eerste maart 1584 vormt een inktzwarte datum voor iedere bierliefhebber. Op deze zondag verboden de Staten-Generaal de bierbrouwerij op het platteland in het kader van de invoering van een belasting van twee stuivers op iedere ton bier. Er werd gevreesd voor grootschalige ontduiking van de nieuwe accijns in de open dorpen. Daarom mocht uitsluitend nog in door wallen en grachten omringde steden bier worden gebrouwen. Bijkomend voordeel was dat de stadsbrouwerijen van lastige concurrentie waren verlost. De steden hieven namelijk zelf ook nog accijns op de grondstoffen voor bier én op het bier zelf. De dorpen kenden dergelijke plaatselijke accijnzen niet en de brouwers aldaar genoten dus een kostenvoordeel.