#MeToo op de Garenmarkt

Een schandaaltje in de 18e eeuw

In de eerste helft van de 17e eeuw maakt de stad Alkmaar een bloeiperiode door. Ook de textielnijverheid is in opkomst, enkele belangrijke wevers vestigen zich in de stad. Zij leveren goede kwaliteit laken en damast, waar steeds meer vraag naar komt. Uit die tijd stamt dan ook de Alkmaarse vlas-, garen- en linnenmarkt. Deze deels overdekte markt, bekend als de Garemarkt, bevond zich in de Breedstraat, achter het stadhuis. Op verschillende plattegronden zien we een open binnenplaats met langs de muren afdakjes, waardoor de verkopers beschutting hadden tegen regen en wind. Op het onderstaande kaartje, een fragment van de bekende kaart van Drebbel uit 1597, is de dan nog maar net (1592) geopende markt goed te zien.

Al snel werd de markt ontdekt als geschikte plek om toneelvoorstellingen te geven. De in die jaren rondtrekkende toneelgezelschappen beschikten soms over een eigen schouwburgtent, andere waren aangewezen op bestaande gebouwen of speelden in de open lucht. De Alkmaarse Garenmarkt had niet alleen een handig afdak, maar ook was de ruimte mooi ommuurd. Daardoor konden niet-betalende bezoekers makkelijk geweerd worden. Maar dat niet alle ongewenste bezoekers geweerd konden worden, blijkt wel uit een verslag uit 1743, dat is opgetekend door de Alkmaarse notaris Langedijk.

Fragment van de kaart van Drebbel uit 1597    

Het was bij de Alkmaarse voorjaarskermis, dat een groep bekende Amsterdamse toneelspelers in de Garenmarkt hun voorstellingen zou geven. Op de avond van 25 april 1743 stond het toneelspel ‘De gekroonde na haar dood’ op het programma. Het is een treurspel, over een Portugese prins die in het geheim getrouwd is. Zijn vader, de koning, komt daar achter. Omdat hij zijn zoon aan een Spaanse prinses heeft beloofd, zet zij de koning onder druk en laat hem zijn zoon gevangen zetten en de vrouw terechtstellen. Als de vader, verteerd door schuldgevoel en verdriet, kort daarna zelf overlijdt, laat de tot koning gekroonde zoon de overleden vrouw alsnog kronen. Een dramatisch verhaal, dat het publiek zeker geroerd en getroffen zal hebben. 

Als de toneelspelers zich die avond rond zeven uur aan het voorbereiden zijn, loopt een zekere heer Schuijt uit Amsterdam het toneel op en betreedt de kleedruimte van de dames. Hij wilde zogenaamd weten wat de beste plaats kostte, maar zijn echte bedoelingen worden snel duidelijk. Hij loopt naar de 18-jarige actrice Petronella van Til en valt haar lastig. Het dreigt uit de hand te lopen, maar met de hulp van de andere aanwezige actrices wordt Petronella ontzet. Jongeheer Schuijt druipt af.

prent Breedstraat   foto Breedstraat   affiche opening

Als ’s avonds de voorstelling bezig is, rond een uur of tien, klimt dezelfde man zonder enige aanleiding het toneel op. Hij loopt tussen de acteurs door direct weer naar de kleedruimte van de dames. Daar is Petronella zich aan het verkleden, op dat moment deels ontkleed (‘met blooten hals’). Ze wil juist haar ‘neusdoek’ omdoen, de halsdoek die het decolleté bedekt. Schuijt belet haar dat en pakt haar wederom vast. In paniek rukt het meisje zich los en rent naar de leider van het gezelschap, Anthonij Spatsier, die op dat moment op het toneel aan het acteren is. 

Schuijt krijgt daarop te horen dat hij niet op het toneel mag komen, en dat hij weg moet zodat ze verder kunnen gaan met de voorstelling. Schuijt antwoordt, dat hij in de Leidse schouwburg wel op het toneel mag zijn tijdens de voorstelling. ‘En waarom is dat in Alkmaar niet het geval?’ Vloekend en tierend loopt hij over het toneel, gadegeslagen door het verbaasde publiek. En hij roept: ‘Ik ga er niet af, probeer me er maar van af te gooien. Ik mag het in Leiden wel, en die stad is bij Alkmaar vergeleken een koningsstad, en de Alkmaarders zijn maar kontlikkers.’ Als hij dan naar zijn degen grijpt, reageert Spatsier met een flinke duw, zodat Schuijt van het toneel valt. Deze probeert snel op te staan en dreigt wederom zijn degen te trekken. Spatsier lost dit op door het spel te hervatten alsof er niets aan de hand is. Schuijt vloekt en tiert richting de acteurs, en roept ‘Ik weet je wel te vinden als je uit de schouwburg komt!’. Voor een tweede keer die avond druipt hij vervolgens af.

Titelpagina van het toneelstuk ‘De gekroonde na haar Dood’  tekening De Breedstraat met op de hoek de Latijnse school  Foto breedstraat

Hoe het verhaal verder gaat, is niet bekend. De acteurs leggen op verzoek van de Alkmaarse officier deze verklaring af, maar het is niet duidelijk of er dan al een aanklacht is. Het lijkt er op, dat Schuijt, die dan inmiddels al is herkend als zoon van een vooraanstaand burger en schepen van de stad Amsterdam, onder invloed tot zijn daden kwam. Misschien heeft hij die avond elders ook voor problemen gezorgd, en is hij daarvoor aangeklaagd. Of hij is door het gezelschap aangeklaagd vanwege het verstoren van de voorstelling en het lastigvallen van de jonge actrice. In ieder geval lijkt het er op, dat Schuijt, als zoon van een vooraanstaand Amsterdammer, dacht dat hij dit zich wel kon permitteren. Maar het lijkt er toch op, dat hij in dit geval letterlijk van een ‘koude kermis’ is thuisgekomen.

Door Paul Post

test